Interprofessioneel samenwerken in zorg, welzijn en onderwijs - Yvonne van Zaalen, Stijn Deckers, Hans Schuman
Yvonne van Zaalen, Stijn Deckers & Hans Schuman
Inter professioneel samenwerken in zorg, welzijn en onderwijs
Interprofessioneel samenwerken in zorg, welzijn en onderwijs
‘Alone we can do so little; together we can do so much.’ Helen Keller
Interprofessioneel samenwerken in zorg, welzijn en onderwijs
Yvonne van Zaalen Stijn Deckers Hans Schuman
Tweede, herziene druk
bussum 2023
www.coutinho.nl/interprofessioneelsamenwerken Je kunt aan de slag met het online studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal be staat uit video’s met kijkopdrachten, studieopdrachten, bijlagen en links.
© 2018/2023 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden.
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, me chanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toege staan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschul digde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor de readerregeling kan men zich wenden tot Stichting UvO (Uitgeversorganisatie voor On derwijslicenties, www.stichting-uvo.nl). Voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in knipselkranten dient men contact op te nemen met Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, www.stichting-pro.nl).
Eerste druk 2018 Handboek interprofessioneel samenwerken in zorg en welzijn Tweede, herziene druk 2023
Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl
Omslag: Jeanne design, Arnhem
Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Perso nen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever.
ISBN: 978 90 469 0875 4 NUR: 741
Voorwoord bij de tweede, herziene druk
In 2018 verscheen het Handboek interprofessioneel samenwerken in zorg en wel zijn . Voor je ligt de herziene uitgave van dit boek, met een andere titel: Inter professioneel samenwerken in zorg, welzijn en onderwijs . Dit zijn de belangrijkste wijzigingen: • Toevoeging van interprofessioneel samenwerken binnen en met het onder wijs. Deze toevoeging hebben we gedaan omdat er zowel binnen het ‘eigen’ veld van zorg en welzijn als binnen het onderwijs steeds meer interprofessio neel wordt samengewerkt (of moet worden samengewerkt), terwijl juist ook de vraag naar de samenwerking tussen die velden centraal komt te staan. Dus: hoe werkt zorg interprofessioneel samen met onderwijs? • Er zijn twee nieuwe hoofdstukken. Het ene bespreekt meer instrumenten om het interprofessioneel samenwerken in kaart te brengen en om vaardigheden en competenties te meten (hoofdstuk 9). Het andere is meer gericht op het opleiden van interprofessionele professionals (hoofdstuk 10). • Alle hoofdstukken zijn aangevuld met relevante en actuele/nieuwe literatuur en voorbeelden. Zo is hoofdstuk 1 aangevuld met nieuwe inzichten in het effect van interprofessioneel samenwerken, maar het beschrijft ook welke faciliterende en belemmerende factoren er zijn voor interprofessioneel samenwerken. • Ten slotte hebben we in dit boek nadrukkelijker geschreven over ‘samen be slissen’: wat is er belangrijk om de cliënt écht onderdeel van het hele proces en eigenaar daarvan te laten zijn?
Dr. Yvonne van Zaalen Dr. Stijn Deckers Dr. Hans Schuman
Inhoud
11
Inleiding
17 17 21 26 31 34 36 38
1 Interprofessioneel samenwerken
1.1 Een korte geschiedenis
1.2 Waarom interprofessioneel samenwerken? 1.3 Participatie, kwaliteit van bestaan en gezondheid 1.4 Evidence-based practice en een holistische mensvisie
1.5 Definities van samenwerkingsrelaties 1.5.1 Monodisciplinair samenwerken 1.5.2 Multidisciplinair samenwerken 1.5.3 Interprofessioneel samenwerken
39 1.5.4 Interdisciplinair versus interprofessioneel: is er een verschil? 43 1.6 Een raamwerk voor interprofessioneel samenwerken 43 1.6.1 Invloeden op interprofessioneel samenwerken 44 1.6.2 Effecten van interprofessioneel samenwerken 50 1.7 Samenvatting 55
57 57 60 61 63 69 69 70 73 74 76 79 82 84 87 88 90 92
2 Het Nederlandse landschap van zorg, welzijn en onderwijs
2.1 Inleiding
2.1.1 Cliëntperspectief
2.1.2 Triple aim en quadruple aim
2.2 Het biopsychosociaal model
2.2.1 De biologische component 2.2.2 De psychische component 2.2.3 De sociale component
2.3 Contexten van interprofessioneel samenwerken
2.3.1 Binnen de zorg 2.3.2 Binnen welzijn
2.3.3 Binnen het onderwijs
2.3.4 Ketenzorg
2.4 Wetgeving bij zorg, welzijn en onderwijs
2.5 Jeugdhulp
2.6 Zorg, ondersteuning en begeleiding dicht bij huis 2.7 Cliënten met een chronische ziekte of een beperking
2.8 Samenvatting
3 Kenmerken en competenties van interprofessioneel samenwerken 93 3.1 Inleiding 93 3.2 Opleidingscompetenties 94 3.3 Competenties en kenmerken 96 3.3.1 Kerncompetentie 1: waardegestuurd en ethisch verantwoord interprofessioneel samenwerken 97 3.3.2 Kerncompetentie 2: interprofessioneel communiceren 98 3.3.3 Kerncompetentie 3: interprofessioneel samenwerken vanuit eigen rol en verantwoordelijkheden 99 3.3.4 Kerncompetentie 4: werken in interprofessionele teams 100 3.3.5 De kerncompetenties van het lnterprofessional Education Collaborative in de onderwijscontext 101 3.4 De T-shaped professional 103 3.5 Samenvatting 104
4 Waardegestuurd en ethisch verantwoord interprofessioneel handelen
105 105 108 114 118 119 119 120 123 125 125 127 131 132 132 135 138 140 144 145 146 153
4.1 Inleiding
4.2 Mensenrechten en andere rechtsbeginselen
4.3 Persoonsgerichte zorg 4.4 Sensitief voor diversiteit 4.5 Onderlinge afhankelijkheid
4.6 Persoonlijke ervaringen en ontwikkeling
4.7 Gegevensbescherming
4.8 Samenvatting
5 Interprofessioneel communiceren
5.1 Inleiding
5.2 Zender en ontvanger
5.2.1 Boodschap en impact 5.2.2 Verwerking van informatie
5.2.3 Miscommunicatie tussen professionals
5.3 Effectieve communicatie
5.3.1 Gezamenlijke taal en ICF 5.3.2 Cultuur en communicatie
5.3.3 Gesloten communicatielijn en miscommunicatie
5.4 De cliënt als gesprekspartner
5.4.1 Samen beslissen
5.4.2 Progressiegericht werken
5.4.3 Motiverende gespreksvoering
159 160 166 171 172 173 175 177 177 178 180 183 185 188 189 191 193 195 195 201 202 204 205 207 208 211 212 213 214 215 217
5.4.4 De cliënt met communicatieve problemen
5.5 De effectieve overdracht
5.5.1 Mondelinge overdracht 5.5.2 Schriftelijke overdracht
5.5.3 Informatieverlies bij overdracht
5.6 Samenvatting
6 Interprofessioneel samenwerken vanuit eigen rol en verantwoordelijkheden
6.1 Inleiding
6.2 Rollen en persoonlijkheden
6.3 De zorg- en welzijnsprofessional als regisseur 6.4 Interprofessionele teambijeenkomsten
6.4.1 Voorzitter 6.4.2 Deelnemers 6.4.3 Opbrengsten
6.5 Teamdynamiek: hiërarchie en conflicten
6.6 Samenvatting
7 Werken in interprofessionele teams
7.1 Inleiding
7.2 Teamcompetenties
7.3 Professionele sociale vaardigheden in teamverband
7.4 Cultuur
7.5 Situatiebewustzijn
7.6 Gestandaardiseerd werken 7.7 Invloeden op werken in teams 7.8 Interprofessioneel opleiden 7.9 Talent in samenwerking
7.10 Teamontwikkeling 7.11 Feedbackcultuur 7.12 Teamflowmodel 7.13 Samenvatting
219
8 Het proces van zorg, ondersteuning en begeleiding
8.1 Inleiding 219 8.2 Het opstellen van een interprofessioneel zorg- of ondersteuningsplan 221 8.3 De hoofdfasen in het opstellen van een zorg- en ondersteuningsplan 225 8.3.1 Gegevensverzameling 226
8.3.2 Gegevensanalyse 8.3.3 Doelen stellen 8.3.4 Interventies uitvoeren 8.3.5 Uitkomsten evalueren
232 235 239 240 241 241 243 243 246 247 248
8.4 Modellen voor cliëntprofielen
8.4.1 ICF-model
8.4.2 Biopsychosociaal model 8.4.3 Sociaalnetwerkinventarisatie
8.5 Het oefenen van het ipo
8.6 Interprofessionele casusbespreking
8.7 Samenvatting
9 Instrumenten voor interprofessioneel samenwerken en opleiden 249 9.1 Inleiding 249 9.2 Instrumenten 250 9.2.1 InterProfessional Attitudes Scale 250 9.2.2 Jefferson Teamwork Observation Guide 251 9.2.3 CICS29 en ICCAS 255 9.2.4 SDM-Q 255 9.2.5 OPTION 256 9.2.6 Digitale zelfevaluatietool dementienetwerken 258 9.2.7 Evaluatie EKEP-bespreking 259 9.3 Samenvatting 260
261 261 266 268 272 275 281 284 285 287 288
10 Opleiden van interprofessionele professionals
10.1 Inleiding
10.2 Sterkepuntenbenadering
10.3 Instrumenten om je competenties te ontdekken 10.4 De tegenhangers van talenten: valkuilen 10.5 Het benutten en delen van je talenten
10.6 Het interprofessioneel onderwijsprogramma: benut je talenten
10.7 Leren met simulaties
10.8 Buddyproject
10.9 Rubrics
10.10 Samenvatting
289 310 319
Literatuur
Register
Over de auteurs
Inleiding
Gezondheid is voor iedereen belangrijk. We definiëren gezondheid ‘als het ver mogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven’ (Huber et al., 2011). Dit vermo gen helpt mensen om een goed leven te leiden, zelf en met elkaar. Wanneer zich hierbij problemen voordoen, wil iedereen kunnen rekenen op goede, toeganke lijke en betaalbare zorg (ActiZ et al., 2022) en ondersteuning op basis van (para) medische, verpleegkundige, pedagogische en psychologische expertise. Algeme ne basis-, maar ook gespecialiseerde voorzieningen staan echter in toenemende mate onder druk. De vraag stijgt sneller dan het aanbod, en organisaties hebben grote moeite om voldoende en vakbekwame medewerkers te vinden en aan zich te binden. Mensen leven langer en het aantal ouderen ten opzichte van het aantal werkenden neemt zienderogen toe. De zorg is steeds beter in staat om mensen met medische problemen in leven te houden, waardoor ook het aantal chronisch zieken en mensen met meerdere aandoeningen toeneemt. In alle sectoren zien we de spanning tussen vraag en aanbod toenemen: de druk op de eerste lijn is buitengewoon hoog, in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en de medisch-specialistische zorg (msz) bestaan voor meerdere behandelingen lange wachttijden, er zijn tekorten aan zorg- en onderwijsprofessionals, en door piekbelasting en volle verpleegafdelingen moeten spoedeisende-hulpafdelingen steeds vaker tijdelijk sluiten (ActiZ et al., 2022, p. 5). In het rapport Kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd (2019) constateren de Inspectie Gezondheids zorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid dat juist voor kinderen en gezinnen met de meest complexe en zware problematiek de noodzakelijke hulp niet of niet tijdig beschikbaar is. Dit vraagt om een andere manier van werken, om nauwere samenwerking binnen en tussen verschillende domeinen van zorg, welzijn en onderwijs. De zorg-, de onderwijs- en de welzijnssector, de politiek en de samenleving kunnen alleen samen de zorg en sociale ondersteuning en pas send onderwijs toekomstbestendig maken. Op 17 november 2016 bracht de Commissie Innovatie Zorgberoepen & Oplei dingen samen met het Zorginstituut Nederland een advies uit aan de ministers van VWS en OCW over het inspelen op de veranderende zorg- en ondersteuningsvra gen in de huidige maatschappij en hoe aankomende professionals zich op deze ont wikkelingen kunnen voorbereiden. Zij publiceerden Anders kijken, anders leren, anders doen: Grensoverstijgend leren en opleiden in zorg en welzijn in het digitale tijdperk (Caljouw & Van Vliet, 2016). De auteurs doen een sterk beroep op het ont-
11
Interprofessioneel samenwerken in zorg, welzijn en onderwijs
wikkelen van competenties voor interprofessioneel samenwerken. Leraren bijvoor beeld meldden vaak dat het moeilijk was om samen te werken met professionals die in de gemeente actief waren zonder kantoor in de school, zoals de kinderwelzijns diensten. Over het algemeen was de verklaring voor deze moeilijkheid een gebrek aan informatie van deze diensten over hoe leraren met situaties in klaslokalen moe ten omgaan. Frequenter contact met ‘externe’ diensten werd voorgesteld om bij te dragen aan het wegnemen van de barrières voor samenwerking. Er is dringende behoefte aan professionals met oog voor het brede functioneren van de mens én alle betrokkenen in het sociale systeem van de mens, met een focus op participatie en functioneren. Dit vraagt om het (her)kennen van de talenten en kwaliteiten van jezelf als zorg-, onderwijs- of welzijnsprofessional en die van ande ren, en hoe je deze kwaliteiten kunt inzetten voor de best passende zorg, ondersteu ning en onderwijs. De focus binnen opleidingen lag vooral op het kunnen aantonen van bepaalde voorgeschreven competenties, passend bij het beroep waarvoor wordt opgeleid, maar tegenwoordig bestaat er steeds meer aandacht voor het ontwikkelen van talenten die je als professional in het werken in de dagelijkse praktijk nodig hebt. Een voorbeeld is samenwerken. Ontegenzeggelijk is het van belang dat je leert functioneren in een team – écht samenwerken op een respectvolle manier voor alle betrokkenen, met oog voor normen en waarden en voor verschillende rollen en ver antwoordelijkheden. Binnen opleidingscompetenties of beroepsprofielen wordt ‘sa menwerken’ globaal genoemd en in slechts enkele opleidingen is er echt aandacht voor een vorm van interprofessioneel samenwerken of interprofessioneel opleiden. Het ervaren of trainen van samenwerking met een diversiteit aan cliënten en hun so ciale omgeving, of met professionals van andere disciplines, schiet er op deze manier bij in. Gelukkig zien wij de aandacht voor interprofessioneel samenwerken wel toe nemen. Wij hopen hier met deze tweede versie van ons boek verder aan bij te dragen. Dit boek presenteert een voor professionals veelal nieuwe visie op het samen werken in teams ten behoeve van mensen die tijdelijk of langdurig extra behande ling, zorg, begeleiding of ondersteuning nodig hebben: interprofessioneel samen werken. Interprofessioneel samenwerken is meer dan incidenteel een collega om advies vragen of tegemoetkomen aan de behoefte een ander mee te laten denken en kijken. Interprofessioneel samenwerken is een geplande, doelgerichte, geïnte greerde en duurzame aanpak binnen een vastgesteld wettelijk en politiek kader met het doel een samenhangend geheel van gezondheidszorg, dienstverlening en ondersteuning mogelijk te maken dat de traditionele afbakening tussen beroe pen, beroepspraktijken en organisaties overstijgt (Barr et al., 2017). Dit boek, Interprofessioneel samenwerken in zorg, welzijn en onderwijs , helpt een bre de groep studenten en professionals zich voor te bereiden op een complexe, inter professionele beroepspraktijk. Een beroepspraktijk waarin mensgerichtheid, inter
12
Inleiding
professioneel samenwerken en passende zorg, ondersteuning en begeleiding volgens een nieuwe visie op gezondheids- en functioneringsproblemen de norm zijn. Hier voor is het belangrijk dat je op de hoogte bent van relevante wet- en regelgeving, inzicht hebt in het Nederlandse landschap van zorg, welzijn en onderwijs, het belang onderkent van ethisch bewust en mensgericht werken, en weet welke competenties je nodig hebt om als professional te kunnen functioneren in een interprofessionele beroepspraktijk. Dit boek helpt je om het bijbehorende leerproces te doorlopen. Leeswijzer Professionals in zorg, welzijn en onderwijs worden in toenemende mate gecon fronteerd met cliënten met complexe functionerings- en/of participatieproblemen, waardoor hun gezondheidsbeleving, welzijn en welbevinden onder druk komen te staan, soms in zeer ernstige mate. Bij deze complexiteit van de zorg- en onder steuningsvragen volstaat een monodisciplinaire aanpak vaak niet meer, maar is een multidisciplinaire aanpak nodig, die gekenmerkt wordt door interprofessio neel samenwerken. Hoofdstuk 1 beschrijft verschillende vormen van samenwerken binnen zorg, welzijn en onderwijs, en hun verschillen en overeenkomsten. Tevens gaan wij hier verder in op de context van interprofessioneel samenwerken. Omdat interprofessioneel samenwerken beïnvloed wordt door wet- en regel geving, bespreken we in hoofdstuk 2 het Nederlandse landschap hiervan. Wet- en regelgeving rondom zorg, welzijn en onderwijs zijn sterk in beweging. In dit tweede hoofdstuk komt onder andere aan de orde welke wetgeving van belang kan zijn in een interprofessionele context. Ook gaan we in op de visie op Positieve Gezondheid en de holistische mensvisie, vanuit het biopsychosociaal denken en het ICF-model, en op middelen om de zorg, ondersteuning en begeleiding dicht bij huis betaalbaar en efficiënt te organiseren. Interprofessioneel samenwerken gaat niet vanzelf, ook dat moet je leren. Succes vol interprofessioneel samenwerken, gericht op (participatie van) de mensen om wie het gaat (inclusief hun directe netwerk), heeft implicaties voor zowel het beroepson derwijs als voor het levenslang leren in de eerdergenoemde sectoren. Bij interpro fessioneel samenwerken horen andere, nieuwe competenties. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de vier kerncompetenties die wij onderscheiden bij interprofessioneel samenwerken. Ook introduceren we de T-shaped professional . De genoemde vier kerncompetenties worden in de volgende hoofdstukken verder uitgediept. Hoofdstuk 4 gaat over waarden en ethiek binnen interprofessioneel samenwer ken. Waarden en normen interfereren altijd met ons denken en handelen. Bij een verandering van monodisciplinair naar multidisciplinair of interprofessioneel werken kan het nodig zijn om bepaalde waarden of normen te herijken. Een interprofessioneel team in de gezondheidszorg, het welzijnswerk of het onderwijs bestaat uit een aantal professionals die afkomstig zijn uit verschillende
13
Interprofessioneel samenwerken in zorg, welzijn en onderwijs
disciplines, die soms een verschillend opleidingsniveau hebben en die met elkaar en de mensen om wie het gaat samenwerken om een bepaald doel te bereiken. Waar mensen samenwerken, wordt gecommuniceerd en wordt informatie over gedragen. Het is van belang dat we als professionals één taal spreken – onderling én met de cliënten en hun sociale netwerk – ook al hebben we allemaal een an dere achtergrond. Hoofdstuk 5 richt zich op kerncompetenties met betrekking tot interprofessioneel communiceren, met een centrale rol voor ‘samen beslissen’. Binnen het team heeft ieder een andere rol en verantwoordelijkheid, en die rol kan ook veranderen gedurende het zorg- of ondersteuningstraject van de cliënt. Ook de cliënten en hun sociale netwerk hebben een rol en verantwoordelijkheden. Een overleg waarin meerdere professionals de diagnostiek en het zorg- of onder steuningsplan bespreken wordt binnen zorg, welzijn en onderwijs het ‘multidisci plinair overleg’ genoemd, afgekort ‘mdo’. Wij introduceren in dit boek een nieuwe term, namelijk het interprofessioneel overleg, afgekort ‘ipo’. Bij een ipo zijn van uit een interprofessionele visie naast de betrokken professionals ook de cliënt en andere voor de cliënt belangrijke personen uit zijn sociale systeem aanwezig. In hoofdstuk 6 gaan we verder in op de kerncompetenties met betrekking tot interpro fessioneel samenwerken vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheden. Om interprofessioneel te kunnen handelen en samenwerken moet je een goede teamspeler zijn. Het gaat dan om het kunnen samenwerken in persoonsgerichte zorg, ondersteuning en begeleiding, om het coördineren van de gezamenlijke ac tiviteiten en/of interventies, om het gezamenlijk oplossen van problemen, en om het gezamenlijk nemen van beslissingen en het maken van keuzes. Hoofdstuk 7 staat dan ook in het teken van teams en het werken in interprofessionele teams, de vierde kerncompetentie van interprofessioneel samenwerken. Na het beschrijven van de vier kerncompetenties in hoofdstuk 4 tot en met 7 is het van belang om verder in te gaan op het proces van interprofessionele zorg, on dersteuning en begeleiding. Dit proces is voor iedere cliënt anders, maar toch zijn er een enkele belangrijke fasen in het proces te onderscheiden die voor elke cliënt gelijk (kunnen) zijn. In hoofdstuk 8 hebben we deze fasen en stappen verder beschreven. Natuurlijk is het niet voldoende om de verschillende interprofessionele com petenties te kennen, maar is het ook van belang om erop te kunnen reflecteren. Daarnaast is het nuttig om interprofessionele overleggen na te bespreken en met de cliënt en diens sociale netwerk te kijken naar hoe zij het proces van ‘samen beslissen’ hebben ervaren. Hoofdstuk 9 beschrijft onderzoeksinstrumenten waar mee professionals zicht kunnen krijgen op de verschillende competenties en die kunnen helpen om geboden interprofessionele ondersteuning te evalueren. Samenwerken leer je vooral ook door het daadwerkelijk te doen. Activerende werkvormen en opdrachten zijn nodig, waarbij je intensief interacteert met mede studenten (ook uit andere disciplines), collega’s en/of cliënten. Wanneer je in een
14
Inleiding
team efficiënt en effectief interprofessioneel wilt samenwerken, is het van belang dat je je eigen goede en minder goede punten kent, maar ook weet wat de kwaliteiten en minder goede punten van jouw collega’s zijn. En het blijft niet bij herkennen; je moet ook weten hoe jij en je collega’s jullie minder goede punten over en weer kunnen compenseren. Hoofdstuk 10 gaat daarom verder in op het opleiden van interprofes sionele professionals. De diversiteit aan disciplines en specialismen binnen de sectoren zorg, welzijn en onderwijs is groot. Er bestaat niet zoiets als dé zorg-, dé welzijns- of dé onderwijs professional. Binnen welzijn werken bijvoorbeeld op de buurt gerichte opbouw werkers en sociaal-cultureel werkers, maar ook maatschappelijk werkers en schuld hulpverleners, die individueler te werk gaan. De diversiteit in de zorgsector is niet minder groot, met uiteenlopende beroepen als de medisch specialist, de thuison dersteuner, de fysiotherapeut, de logopedist, de podotherapeut, de wijkverpleeg kundige en de huisarts. En in het onderwijs treffen we niet alleen leraren, maar ook leraarondersteuners, onderwijsassistenten, intern begeleiders, schoolpsychologen en orthopedagogen, conciërges en professionals uit andere organisaties die zich be zighouden met leerlingen en hun ouders. Hoewel we ons bewust zijn van deze di versiteit binnen de sectoren, spreken we voor de leesbaarheid hierna meestal over ‘de professional’ of over ‘professionals’. Waar in dit boek soms gesproken wordt over ‘cliënt’, kan ook ‘patiënt’, ‘leerling’ of ‘ouders’ worden gelezen, en vice versa. Dit geldt ook voor begrippen als ‘zorgvraag’, ‘ondersteuningsvraag’ en ‘begeleidingsvraag’. In de zorgsector spreken we sneller van een zorgvraag, maar in de welzijns- of onder wijssector vaker van een ondersteunings- of begeleidingsvraag. Wij spreken hierna verder vaak kortweg over ‘vraag’, van welke aard dan ook. Verlies daarbij niet uit het oog dat er bij één persoon natuurlijk sprake kan zijn van zorg-, ondersteunings- én begeleidingsvragen naast elkaar; sterker nog, dat zijn bij uitstek de cliënten voor wie interprofessioneel samenwerken van belang is. Online studiemateriaal Op www.coutinho.nl/interprofessioneelsamenwerken vind je het online stu diemateriaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat uit: • video’s met kijkopdrachten • studieopdrachten • bijlagen • links
In dit boek wordt naar de website verwezen met het icoon in de marge.
15
1 Interprofessioneel samenwerken
‘On our own, we are marshmallows and dried spaghetti, but together we can become something bigger.’ C.B. Cook
Professionals in de gezondheidszorg, het welzijnswerk en het onderwijs zijn zich altijd al bewust geweest van de noodzaak om samen te werken en hebben die sa menwerking op tal van manieren praktisch vormgegeven. De huidige context waar in kinderen, jongeren en volwassenen leven is echter complexer dan voorheen en brengt andere risico’s en nieuwe vraagstukken met zich mee. Dit vraagt om nieuwe en intensievere vormen van samenwerking. Cliënten en hun netwerk zijn mondi ger geworden; thema’s als ‘kwaliteit van bestaan’, ‘passende zorg’ en ‘persoonsge richte zorg, ondersteuning en begeleiding’ stellen andere eisen aan het werk van professionals. Deze verandering is zo ingrijpend en veelomvattend dat we kunnen spreken van een transformatie van het werk van de zorg- en welzijnsmedewerkers. Deze transformatie heeft ook invloed op de opleiding van nieuwe zorg-, wel zijns- en onderwijsprofessionals. Tijdens de opleiding is het belangrijk dat je leert samenwerken met studenten uit een ander vakgebied, uit een andere professie. Het doel van dit interprofessioneel leren is dat jij straks in de beroepspraktijk in staat bent om goed samen te werken met collega’s uit andere disciplines. Met hen werk je aan een veiliger, beter en een persoonsgerichter Nederlands welzijns-, gezondheids- en onderwijsstelsel. Het bevorderen van meer teamgerichte en interprofessionele scholing voor wel zijns-, gezondheids- en onderwijsprofessionals is niet nieuw. Op de eerste in ternationale conferentie Interrelationships of Educational Programs for Health Professionals (‘Vervlechting van educatieve programma’s voor de gezondheids sector’) en in het bijbehorende rapport Educating for the health team (Institute of Medicine, 1972) kwam dit thema al ter sprake. Internationale deskundigen uit de paramedische beroepen, tandheelkunde, geneeskunde, verpleging en apotheek bespraken de kernvragen die aan de basis staan van het gezamenlijk opleiden van zorgprofessionals uit verschillende disciplines. Een korte geschiedenis
1.1
17
1 • Interprofessioneel samenwerken
Vóór 1900 werden er al teams, bestaande uit professionals afkomstig uit ver schillende disciplines, uitgezonden naar afgelegen gebieden in India (Baldwin, 1996). Cabot (1915, p. viii) pleitte voor een team van artsen, leraren en een sociaal werker binnen de gezondheidszorg daar. In 1920 brak het Dawson-verslag een lans voor het werken met teams bestaande uit verschillende disciplines bij de vestiging van gezondheidscentra in dat land. Het idee van samenwerken is dus niet nieuw (Solomon, 2010); je zou zelfs kunnen stellen dat de eerste ervaringen met interprofessioneel samenwerken toen al zijn opgedaan. In de Tweede Wereldoorlog bleken multidisciplinair samengestelde teams zeer effectief bij het behandelen van brandwonden en het verlenen van langduri ge medische en psychiatrische zorg en ondersteuning. In het begin van de jaren zeventig was Bud Baldwin, een Amerikaanse psychiater, betrokken bij een inno vatief programma met een volledig interprofessioneel curriculum voor studenten in elf aan de gezondheidszorg gerelateerde disciplines. Studenten uit verschil lende disciplines namen gezamenlijk deel aan cursussen over gezondheidszorg, voeding en communicatieve vaardigheden. Zoals in vele door vrouwen gedomineerde beroepen op dat moment streefden paramedische en verpleegkundeopleidingen naar meer erkenning, meer en beter onderwijs, een steviger theoretische basis gebaseerd op onderzoek, en meer aan zien. Meer en beter samenwerken zou daarbij behulpzaam kunnen zijn. De University of British Columbia (UBC) in Vancouver was een vroege pionier bij het laten samenwerken van studenten uit verschillende disciplines. Zij begon in 1969 met het aanbieden van interprofessionele cursussen in de gezondheids wetenschappen en realiseerde in 2001 het College of Health Disciplines. Het doel was interprofessioneel onderwijs en onderzoek te stimuleren als basis voor de ontwikkeling van een interprofessionele beroepspraktijk. Dit college werd het eerste interprofessionele universitaire centrum in Canada; andere universiteiten zijn sindsdien gevolgd. Ook hogescholen erkenden de noodzaak om studenten te leren samenwerken met medestudenten uit andere disciplines. In Vlaanderen ontwikkelde Vyt (2012) vanaf de jaren negentig een competentie profiel voor interprofessionele samenwerking. Aan de Arteveldehogeschool in Gent zijn leertrajecten ontwikkeld waarin bijvoorbeeld fysiotherapeuten, logope disten, audiologen, verpleegkundigen, vroedvrouwen en diëtisten samenwerken om te leren gezondheidsvraagstukken van cliënten effectief en efficiënt gezamen lijk aan te pakken. De Universiteit Antwerpen organiseert sinds 2005 een week gezamenlijk onderwijs voor medische studenten, de zogenoemde IPSIG-module (Tsakitzidis & Van Royen, 2015). Vyt constateert echter ook dat het realiseren van een meer interprofessionele beroepspraktijk complex is. Interprofessioneel leren samenwerken in de opleiding betekent nog niet dat interprofessioneel sa-
18
1.1 • Een korte geschiedenis
menwerken in de beroepspraktijk vanzelfsprekend is. De moderne beroepsprak tijk vraagt echter steeds meer om deze samenwerking, aangezien de vraagstuk ken waar cliënten en professionals mee te maken krijgen, veel complexer zijn geworden. Technisch is veel meer mogelijk dan voorheen en onze kennis is ex ponentieel gegroeid. Tegelijk zien we een toenemende specialisatie in het werk van professionals. De aandacht voor inspraak en medezeggenschap van cliënten vraagt ook om andere vormen van overleg en samenwerking. Cliëntveiligheid is een centraal thema geworden, evenals het spreken over het geld dat we kwijt zijn voor onze gezondheidszorg, ons onderwijs en ons welzijnswerk. Met elkaar ver wachten we dat het beschikbare geld goed, efficiënt en effectief besteed wordt. In het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II stond: ‘Er komt een einde aan de praktijk waarbij vele hulpverleners langs elkaar heen werken bij de ondersteuning van één gezin’ (Rutte & Samsom, 2012, p. 24). Vanaf 1 januari 2015 is er in Neder land dan ook veel veranderd in de zorg aan en de ondersteuning en begeleiding van kinderen, jeugdigen en volwassenen en hun sociale netwerken. Met de invoering van de nieuwe Jeugdwet (2015) bijvoorbeeld zijn gemeenten verantwoordelijk ge worden voor de eerstelijnsjeugdzorg. Gemeenten zijn sinds die datum ook verant woordelijk voor de uitvoering van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Participatiewet. Sinds de decentralisaties van 1 januari 2015 hebben de Nederlandse gemeenten dus een aanzienlijke uitbreiding van hun verantwoor delijkheden gekregen op het gebied van zorg, welzijn en maatschappelijke partici patie. Naast deze verantwoordelijkheden ligt nu ook de regie op het beleid rondom arbeidsgehandicapten en de aansluiting op de arbeidsmarkt en werkzoekenden bij de gemeenten (I&O Research, 2017). Het veranderen van taken en rollen binnen de gemeenten heeft aanzienlijke effecten op hun dienstverlening. Gemeenten moeten hun dienstverlening zo goed mogelijk laten aansluiten op de wensen en behoeften van hun burgers. Daarbij moeten ze samen met andere partners een integraal sa menhangend beleid voeren en goed zicht houden op het bereik en de effecten van de gedane inspanningen (I&O Research, 2017). De beweging richting passende zorg is al langer gaande, en er lopen al veel mooie programma’s en initiatieven waar met veel energie en motivatie aan ge werkt wordt. Partijen constateren echter ook dat er nog veel te winnen valt, met name als het gaat om congruent samenwerken en het laten landen van kennis en inzichten op de werkvloer (ActiZ et al., 2022). Een brede transformatie is nodig om iedereen zo gezond en gelukkig mogelijk te kunnen laten zijn. Elke organisatie die hierbij betrokken is, heeft een rol, taak of verantwoordelijkheid voor het bie den van passende zorg, passend onderwijs en maatschappelijke participatie en de begeleiding en de ondersteuning die dat mogelijk maken. De rijksoverheid stelt de (wettelijke) kaders op voor pakketbeslissingen, maakt indien nodig pakketkeu-
19
1 • Interprofessioneel samenwerken
zes en voert de regie op de transformatie en communicatie hierover, en monitort de voortgang op het bereiken van de maatschappelijke doelen. Zorgaanbieders en zorgprofessionals zijn verantwoordelijk voor implementatie van passende zorg en monitoring van de uitvoering in de praktijk, de zorgverzekeraars voor de contractering en uitvoering van de verzekering en het ondersteunen van de transformatie, en toezichthouders motiveren en controleren. Welzijnsprofessio nals zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning en begeleiding van burgers en gezinnen die vastlopen, en ondersteunen en begeleiden hen om hun leven weer op orde te krijgen, zodat zij naar vermogen kunnen meedoen. Onderwijs- en pe dagogische professionals zijn verantwoordelijk voor ondersteuning en begelei ding van kinderen en jongeren die tijdelijk of langdurig problemen ondervinden in hun onderwijsloopbaan, bijvoorbeeld ten gevolge van een kwetsbare thuissitu atie of het opgroeien in armoede. De tendens naar integrale bekostiging en de toenemende regiefunctie van zorg verzekeraars maken verdere samenwerking in de gezondheidszorg onvermij delijk (Tak, 2017). Gemeenten, die een groot aantal taken van het rijk hebben overgenomen, zorgverzekeraars en samenwerkingsverbanden passend onderwijs experimenteren met nieuwe vormen van samenwerking van professionals en or ganisaties in het medische en sociale domein en het onderwijs. Al deze veranderingen zetten de noodzaak van meer en intensiever samenwer ken tussen professionals uit verschillende disciplines opnieuw en steviger op de kaart (Van de Maat et al., 2014). De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben daartoe in 2016 het initiatief geno men tot een bestuurlijke samenwerkingsagenda met drie thema’s: • Effectief samenwerken in de wijk. Samenwerking tussen huisartsenvoorziening, wijkverpleegkundige en het sociaal domein kan de zorg en ondersteuning rondom de cliënt sterk verbeteren, waardoor inwoners bijvoorbeeld langer zelfstandig kunnen blijven wonen. • De ontwikkeling van een sterke en sluitende ggz-keten. Om herstel, participatie en zelfredzaamheid te bespoedigen is een beweging van beddenreductie en ambulante zorg- en dienstverlening in de ggz in gang gezet. Meer mensen zul len dan mogelijk thuis of in een beschermde woonomgeving kunnen/moeten blijven wonen. Hiervoor is echter een sluitende ggz-keten, gericht op interpro fessionele samenwerking, noodzakelijk. • Mogelijkheden voor (gezamenlijke) preventieactiviteiten vergroten. Preventie staat hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Gemeenten en zorgverzeke raars streven ernaar hun afzonderlijke activiteiten op het gebied van preventie meer te verbinden en in samenhang te organiseren. Vanuit de nieuwe Jeugdwet wordt steeds meer gesproken van ‘één kind, één gezin, één plan’. Vaak wordt daar
20
1.2 • Waarom interprofessioneel samenwerken?
nog aan toegevoegd: ‘één regisseur’, die het overzicht heeft wie allemaal betrok ken zijn, erop toeziet dat informatie op de juiste manier gedeeld en vastgelegd wordt, en erop let dat de persoon om wie het gaat zo veel mogelijk betrokken is en de eigen stem kan laten horen bij alle beslissingen die worden genomen. Zelfredzaamheid = De capaciteit van een mens om zijn leven zelfstandig te kunnen leiden, al of niet met ondersteuning, opdat hij optimaal kan deelnemen aan de maatschappij, in
overeenstemming met zijn wensen en mogelijkheden. (Faculteit Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht, 2015, p. 20)
1.2
Waarom interprofessioneel samenwerken?
Mensen hebben – zeker wanneer het om complexere welzijns-, onderwijs- en zorg vraagstukken gaat – behoefte aan hulp of steun op verschillende levensgebieden, waardoor de inzet vanuit meerdere professionals vanzelfsprekend en noodzakelijk is. Zo vragen gezinnen met meervoudige problemen om een eigen benadering. Ka rakteristiek voor de betrokkenen is dat hun problemen vaak de grenzen van het be staande zorg- en welzijnswerk overschrijden (Van Delden, 2009). Recentelijk ont stane lichamelijke of geestelijke beperkingen hebben vaak een negatief effect op de ervaren kwaliteit van bestaan op meerdere gebieden. Conflicten tussen ouders en kinderen kunnen samengaan met verslavingsproblematiek, onbetaalde rekeningen en afgesloten gas en elektra, kinderen die achterblijven op school, gezondheidspro blemen, en overlastgevend gedrag op straat. Van Delden (2009, p. 13) constateert: ‘Eenoudergezinnen met weinig opleiding en inkomen hebben meestal een mix van medische, opvoedkundige en praktische knelpunten. Die wisselen van omvang en urgentie, zodat de inzet van artsen, coaches en maatschappelijk werkers steeds an ders moet zijn.’ Samenhang in de aanpak van deze gecombineerde problematiek is noodzakelijk en doorslaggevend voor mogelijk succes. Sociaal werkers werken binnen diverse contexten, waar ze al met vele professio nals van verschillende disciplines te maken hebben en met wie ze dus moeten kunnen samenwerken. Die contexten zijn mogelijk al interprofessioneel van karakter – denk aan scholen, ziekenhuizen, gevangenissen, gemeenschapsruimtes, verpleeg- of ver zorgingshuizen en arbeidsbegeleidings- en religieuze organisaties (Sweifach, 2015). De Wereldgezondheidsorganisatie beschouwt het effectief en efficiënt kunnen sa menwerken van professionals als een van de grootste uitdagingen voor verbetering van de gezondheidszorg en de hulpverlening wereldwijd. Dit geldt in het bijzonder voor samenlevingen met een groeiende populatie ouderen. Nederland is daar een
21
1 • Interprofessioneel samenwerken
voorbeeld van. Vaak zijn dan professionals uit meerdere disciplines betrokken bij de zorg en ondersteuning van een bepaalde cliënt. Het is in het belang van die cliënt en diens gezondheid dat de betrokken professionals goed en afgestemd met elkaar samenwerken. Dit klinkt vanzelfsprekend, maar de praktijk laat zien dat samenwer ken niet altijd even makkelijk is. Daarom pleit de Wereldgezondheidsorganisatie voor het meer interprofessioneel opleiden van alle gezondheidswerkers. Het idee is dat een interprofessioneel opgeleide gezondheidswerker in de beroepspraktijk be ter kan samenwerken met collega’s uit andere disciplines. En betere samenwerking vergroot de kans op betere gezondheidsuitkomsten voor de cliënt (World Health Organization, 2010). Hetzelfde pleidooi kan gehouden worden voor het opleiden van professionals die werkzaam zijn in het sociale domein of het onderwijs. Goed interprofessioneel opgeleid zijn en effectief en efficiënt interprofessioneel kunnen samenwerken met collega’s uit andere disciplines kan leiden tot meer welzijn en wel bevinden voor jeugdigen en volwassenen en de sociale contexten waarin zij leven. Met meer kans op het succesvol afronden van een opleiding die past bij hun moge lijkheden en wensen, en ook op het vinden en houden van betaald werk. De zorg- en ondersteuningsvragen worden ook nog eens steeds complexer. Dit komt bijvoorbeeld doordat mensen langer leven en doordat we er steeds beter in slagen mensen in leven te houden die voorheen aan een bepaalde ziekte, zoals kanker, zouden sterven. Veel mensen met een chronische ziekte hebben meerdere diagnoses en gebruiken elkaar beïnvloedende medicatie. Om afstemming tussen de verschillende, bij deze patiënten betrokken professionals mogelijk te maken zijn bijvoorbeeld heldere verslaglegging, universeel taalgebruik, visualisering van het probleem en intensief overleg en samenwerken nodig. Dit vraagt om interpro fessioneel samenwerken waarbij de betrokken professionals met respect voor de kennis en vaardigheden van andere betrokkenen beslissingen kunnen nemen over vorm, inhoud, frequentie en prioritering van de eigen behandeling. Interprofessi oneel samenwerken is ook naast elkaar en tegelijkertijd behandelen, evenals het onderbouwd samenvoegen van behandelaspecten bij één behandelaar. Voorwaarden om tot een goede, efficiënte en effectieve interprofessionele sa menwerking te komen zijn kennis over elkaars behandelmogelijkheden, kennis over elkaars informatiebehoeften en het hanteren van elkaars taal, zoals die bij voorbeeld tot uitdrukking komt in de wereldwijd gebruikte International Classifi cation of Functioning, Disability and Health (ICF), de International Classification of Diseases and related health problems, Tenth Revision (ICD-10) en de Diagnos tic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fifth Edition (DSM-5). De ICF is een classificatie waarmee het menselijk functioneren en participeren kan worden beschreven. De ICD-10 bevat een internationaal gehanteerde lijst van ziekten. De DSM-5 is het classificatiesysteem voor psychiatrische aandoeningen. Het geeft een geclusterde beschrijving van alle stoornissen op basis van symptomen.
22
1.2 • Waarom interprofessioneel samenwerken?
Casus: Samenwerken De raad van bestuur van een klein ziekenhuis in het oosten van Nederland heeft een vraag gekregen van de longafdeling. De longartsen willen de samenwerking in de behandeling van patiënten met een vermoeden van slaapapneu anders organiseren. Op dit moment zijn er longartsen, cardiolo gen en verpleegkundig specialisten betrokken. De patiënt bezoekt de spreek uren van de verschillende specialisten op doorverwijzing van de andere spe cialist. Al bekende onderzoeksdata worden beknopt uitgewisseld tussen de specialisten. Het proces duurt gemiddeld enkele weken tot maanden. De ver antwoordelijke specialist is degene bij wie de patiënt zich na verwijzing van bijvoorbeeld de huisarts als eerste heeft gemeld. Het plan is om de patiënt binnen een interprofessioneel samenwerkingsver band gezamenlijk te onderzoeken en te bespreken. De longartsen stellen voor leiding te geven aan dit overleg. De cardiologen zijn het er niet mee eens. De verpleegkundig specialisten zien vanuit hun opleiding en betrokken heid de rol van casemanager voor hen weggelegd. De samenwerking heeft naast ethische en juridische aspecten ook financiële gevolgen. Voordat deze stap genomen wordt, hebben de professionals behoefte aan advies. Dat vragen de betrokkenen aan de raad van bestuur van het zieken huis. De raad van bestuur besluit op basis van de ontwikkelingen in de zorg een bijeenkomst met alle afdelingshoofden te organiseren waarin het belang, de voorwaarden en de voordelen van interprofessioneel samenwerken wor den toegelicht. De complexiteit van de huidige zorg- en ondersteuningsvragen zijn niet de enige reden waarom interprofessioneel samenwerken noodzakelijk is geworden. Ook de huidige focus op participatie en een inclusieve samenleving speelt een rol. Hierdoor krijgen zorg- en welzijnswerkers en onderwijsprofessionals met andere ondersteuningsvragen te maken en komen ze in aanraking met meer verschillen de mensen die bij de cliënt betrokken zijn. ‘Het is onmiskenbaar dat mensen in onze huidige netwerk- en informatiesa menleving mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger. Gecombineerd met de noodzaak om het tekort van de overheid terug te dringen, leidt dit ertoe dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatie samenleving. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.’ (Koning Willem-Alexander, troonrede 2013)
23
1 • Interprofessioneel samenwerken
Vanaf 1 januari 2015 is de maatschappelijke zorg en gezondheidszorg in Nederland drastisch veranderd. Alle verantwoordelijkheid voor de eerstelijnszorg is vanuit de nationale overheid gedelegeerd naar de gemeenten. Deze zogenoemde decentralisa tie ging gepaard met grote bezuinigingen (Rijsdijk et al., 2015). In diezelfde periode is passend onderwijs ingevoerd. Deze veranderingen maken het noodzakelijk dat zorg, welzijn én onderwijs anders georganiseerd gaan worden. De aanpak bij men sen met een complexe zorgvraag bijvoorbeeld vraagt om een personalised approach , maatwerk voor de cliënt dat gericht is op ondersteuning bij de maatschappelijke par ticipatie en dat is vormgegeven vanuit een holistisch mensbeeld. Een andere term die je kunt tegenkomen is personalised care and support planning , bijvoorbeeld bij chronisch zieke mensen (Care and Support Planning Working Group & Coalition for Collaborative Care, 2015; zie ook paragraaf 1.4). Ook in het onderwijs wordt gepleit voor ‘persoonsgestuurde toekomstplanning’ (Schuman & De Vries, 2020). Een holistisch mensbeeld ziet de persoon als een unieke psychosociale en so matische eenheid met een eigen behoeftepatroon dat met de tijd kan veranderen, en die onderdeel is van een sociale context die voor die persoon belangrijk is. Het gaat hierbij om ‘meer maatwerk, meer zorg in de buurt, meer samenwerking tussen de verschillende aanbieders maar ook naar houdbaar gefinancierde voor zieningen, zodat ook latere generaties er nog gebruik van kunnen maken’ (Rutte & Samsom, 2012, p. 22). Gepersonaliseerde zorg en ondersteuning is een nieuwe ontwikkeling die de komende jaren verder uitgewerkt moet worden. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (2017) schetste een aantal trends: • Van onzekerheid naar perspectief en houvast voor iedereen. • Van kortstondig opleiden naar een leven lang ontwikkelen. • Van instellingszorg naar zorg en ondersteuning zoveel als mogelijk in ei gen omgeving. • Van ingesleten paden naar technologische, organisatorische en sociale innovaties. • Van negatieve beeldvorming naar waardering voor talent, vakmanschap en levenservaring. • Van innovaties en technologie als kostenpost naar extra waarde en waar devermeerdering. • Van kostenstijging door vergrijzing naar verantwoorde kostenontwikke ling door innovatie. • Van rigide schotten in bekostiging naar integrale dienstverlening. (Vereniging Nederlandse Gemeenten, 2017, p. 6) Op naar 2023: trends binnen zorg en welzijn • Van taakgerichte zorg naar persoonlijke ondersteuning. • Van zorgen voor, naar zorgen dat.
24
1.2 • Waarom interprofessioneel samenwerken?
Naast deze trends wordt een nieuwe trend steeds beter zichtbaar: het functio neren en het participeren van de persoon zelf. Participatie, het meedoen aan de samenleving, is voor iedereen belangrijk. Het gaat om werken, maar ook om het hebben van sociale contacten, het deelnemen en bijdragen aan de maatschappij, het opdoen van vaardigheden (Movisie, 2017). Sommige mensen kunnen dit op eigen kracht, andere hebben ondersteuning nodig. In het Integraal Zorgakkoord worden verschillende trends binnen het kader Pas sende Zorg genoemd die de zorg toekomstbestendig moeten maken. De ambitie is als volgt (ActiZ et al., 2022, p. 9): ‘In 2040 draagt de zorg optimaal bij aan het gezond (samen)leven van alle mensen in Nederland, in het besef dat daarvoor verhoudingsgewijs niet meer mensen en middelen beschikbaar zijn dan nu en dat dit gepaard moet gaan met de laagst mogelijke impact op klimaat en milieu.’ De volgende vijf principes vormen de basis van het akkoord: • Passende zorg is waardegedreven (dat betekent dat zorg op de eerste plaats effectief is, voldoet aan de stand van wetenschap en praktijk, en meerwaarde heeft voor de patiënt, met daarnaast een doelmatige inzet van mensen, mid delen en materialen). • Passende zorg komt samen met en gezamenlijk rondom de patiënt tot stand, ondersteund door informatie passend bij de vaardigheden van de patiënt. • Passende zorg is de Juiste Zorg op de Juiste Plek. • Passende zorg gaat over gezondheid in plaats van over ziekte. • Passende zorg vindt plaats in een prettige en goede werkomgeving voor zorg professionals. Het handelen vanuit domeinen en schotten past niet langer bij de behoeftes van mens en maatschappij. Er is een streven naar meer verbinding en inte graliteit rondom de totale behoeftes van een mens in zijn persoonlijke en/of professionele context: producten en diensten zijn steeds meer afgestemd op elkaar. Samenwerking op overstijgende belangen gebeurt steeds vaker op grotere schaal. Dat vraagt om nieuwe sturings- en governanceprincipes die voorbij de traditionele (organisatie)grenzen gaan en de deelbelangen kun nen overstijgen tot gedeelde belangen. (Idenburg et al., 2022, p. 28) Dit soort ontwikkelingen zien we ook terug in het onderwijs. In de verbeteraan pak passend onderwijs zegt het ministerie van OCW dat leerlingen zelf heel goed kunnen aangeven wat ze nodig hebben, ongeacht hun leeftijd of de manier Integrale samenleving: meer integrale benadering van maatschappelijke vraagstukken
25
1 • Interprofessioneel samenwerken
waarop zij communiceren (Slob, 2020). Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat alle leerlingen actief betrokken moeten worden bij de totstandkoming van hun ontwikkelperspectiefplan (OPP), een ondersteuningsplan dat bijvoorbeeld helpt voorkomen dat zij vastlopen, niet naar vermogen presteren, psychische proble men ontwikkelen of het onderwijs vroegtijdig en ongediplomeerd verlaten. Zij moeten kunnen meepraten over de aard, duur en uitvoering van de ondersteu ning, begeleiding en/of zorg die zij nodig hebben, maar ook over de monitoring ervan, de evaluatie en wat er daarna komt. De overheid sluit hiermee aan bij het Kinderrechtenverdrag, dat zegt dat wat leerlingen ervan vinden ertoe doet en dat alle volwassenen die met hen werken, zoals leraren, rekening moeten houden met hun opvattingen en overtuigingen bij alle beslissingen die zij nemen en dat zij zich daarover verantwoorden richting de leerling (Schuman, 2021). Het voorgaande is er allemaal op gericht de algemene gezondheid, het welbe vinden en het welzijn van Nederlandse burgers te versterken en tegelijkertijd de kosten hiervoor te beheersen. We vinden dit bijvoorbeeld ook terug in de ambi ties van de topsectoren in de gezondheidszorg, zoals hierna beschreven. Binnen het maatschappelijk thema Gezondheid en Zorg zijn de volgende missies geformuleerd door de topsectoren (Topsectoren, z.j.): • In 2040 leven alle Nederlanders tenminste vijf jaar langer in goede gezondheid en zijn de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaal-econo mische groepen met 30% afgenomen. • In 2040 is de ziektelast door een ongezonde leefstijl en -omgeving met 30% afgenomen. • In 2030 wordt zorg 50% meer (of vaker) in de eigen leefomgeving georgani seerd, in plaats van in zorginstellingen. • In 2030 kunnen mensen met een chronische ziekte of levenslange beperking naar wens en vermogen beter meedoen in de samenleving (25%). • In 2030 is de kwaliteit van leven van mensen met dementie met 25% toegenomen.
1.3
Participatie, kwaliteit van bestaan en gezondheid
Bij gezondheid gaat het om meer dan om een eenzijdige focus op ‘gezondheid’ en het ‘afwezig zijn van ziekte’. Het gaat eigenlijk om quality of life (Buntinx & Scha lock, 2010). In dit boek spreken wij over ‘kwaliteit van bestaan’. Quality of life is bedacht door Schalock met het doel factoren, domeinen en indicatoren te ontwik kelen waarmee we zichtbaar kunnen maken welke kwaliteit we aan iemands leven kunnen toekennen en op welke manier professionals kunnen helpen die kwaliteit
26
Made with FlippingBook - Online Brochure Maker