Impact op afstand - Brigit Kolen

BRIGIT KOLEN

impact op afstand

ONLINE LESGEVEN

IN HET HOGER ONDERWIJS

u i t g e v e r ij

c

c o u t i n h o

Impact op afstand

Vandaag ben ik gaan lopen

En waar ik loop, is van nu af aan een weg

– Acda & De Munnik, 2004

Impact op afstand Online lesgeven in het hoger onderwijs

Brigit Kolen

c u i t g e v e r ij

c o u t i n h o

bussum 2020

© 2020 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden.

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elek tronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zon der voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toe gestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (www.reprorecht. nl). Voor de readerregeling kan men zich wenden tot Stichting UvO (Uitgevers organisatie voor Onderwijslicenties, www.stichting-uvo.nl). Voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in knipselkranten dient men contact op te nemen met Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisa tie, www.stichting-pro.nl).

Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl

Omslag: Neo & Co, Velp

Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. De personen op de foto’s komen niet in de tekst voor en hebben geen relatie met hetgeen in de tekst wordt beschreven, tenzij het anders vermeld is.

ISBN: 978 90 469 0776 4 NUR: 143

Voorwoord

Op donderdag 12 maart 2020 meldden de Vereniging van Universiteiten en de Vereniging Hogescholen dat er, in elk geval voor de rest van die maand maart, geen fysiek onderwijs meer aangeboden zou worden vanwege het coronavirus (Nu.nl, 2020). Al snel werd duidelijk dat onderwijsinstellingen zeker tot de zomerstop dicht zouden blijven en dat het onderwijs in het vol gende schooljaar nog (deels) online zou plaatsvinden. Deze omschakeling vraagt om grote flexibiliteit van studenten en docenten, voor wie het inzet ten van online leermiddelen vaak meer ‘iets voor erbij’ was. Door tijdsdruk, onbekendheid met de mogelijkheden of een gebrek aan inspiratie bleef een diepgaandere integratie in de onderwijspraktijk vaak uit. Het coronavirus heeft wat dat betreft een kleine revolutie in het onderwijs teweeggebracht. Veel hbo’s en universiteiten besloten al snel dat ze ook ‘na het virus’ niet meer terug wilden naar hoe het was. Onderwijs zal voortaan in elk geval gedeelte lijk online plaatsvinden. Dat vraagt om nieuwe kennis en vaardigheden. Impact op afstand tracht eerste hulp te bieden bij het ontwikkelen van on line onderwijs. Een gids met praktische tips, werkvormen en voorbeelden, zowel in dit boek als op de bijbehorende website. Uitgangspunt hierbij is hoger onderwijs dat grotendeels online wordt aangeboden. Het is namelijk eenvoudiger om van online terug naar offline te gaan dan andersom. Dit boek was er niet gekomen zonder de hulp en het vertrouwen van een aantal mensen, die ik daarvoor graag wil bedanken. Dafni Alverti, uitgever bij Coutinho, gaf mij de kans dit boek te schrijven. Marijn Meijer, Eelke Verhagen en Willem van Koppen zorgden voor de redactie. Dank ook aan mijn werkgever, Fontys Academy for Creative Industries, die mij de moge lijkheid gaf dit boek in korte tijd te schrijven. Daarnaast wil ik graag mijn dank uitspreken aan Astrid Fokkema, Jolanda Horsten, Jenny Martens-van Gijsel en Barbara Spieringhs, voor hun support en vertrouwen. Philip Corsius, voor zijn kennis over podcasts en zijn hulp bij al het andere. Mijn nichtje Lieve Maes, die pas in september 2021 gaat stude ren maar nu al een duidelijke mening heeft over goed online onderwijs. En ten slotte Boris Cobelens, mijn lief, die al jaren zo geduldig luistert naar mijn

monologen over onderwijsontwikkeling dat hij inmiddels actief met me mee kan denken wanneer ik weer eens aan het brainstormen ben.

Om zo inclusief mogelijk te zijn, is dit boek genderneutraal geschreven.

Ik wens eenieder die voor de uitdaging van online onderwijs staat, veel energie en inspiratie toe. En houvast, met behulp van dit boek.

Brigit Kolen Gemert, oktober 2020

Inhoud

Inleiding

11

Deel 1 VOOR JE BEGINT

17

1 Eerste hulp bij online onderwijs

19 19 23 29 30 31 32 35 36 37

1.1 Tips voor de thuiswerkende docent

1.2 Achter ’t scherm in overhemd en joggingbroek: nettiquette

1.3 Privacy voor en achter de schermen 1.3.1 Persoonsgegevens en software

1.3.2 Camera’s en privacy

1.4 Auteursrechtelijk beschermd materiaal beschikbaar maken

2 Dealen met de doelgroep: generatie Z

2.1 Wie is generatie Z?

2.2 De invloed van influencers

2.3 In de klas 38 2.3.1 Verbinding, openheid en authenticiteit in het onderwijs 39 2.3.2 Studiemateriaal 40 2.4 Motivatie en leereffectiviteit 40 2.4.1 Intrinsieke en extrinsieke motivatie 41 2.4.2 Effectieve en minder effectieve leerders 42

Deel 2 DE JUISTE TOOL VOOR HET JUISTE DOEL

45

3 Informatie overbrengen

47 47 48 49 51 52 53 57 57 58

3.1 Kennisclips

3.1.1 Duur en structuur 3.1.2 Beeld en geluid 3.1.3 De inhoud vormgeven 3.1.4 Interactie oproepen

3.1.5 Tools om zelf kennisclips te maken 3.1.6 Maken, opnemen of zoeken?

3.2 Podcasts

3.3 Infographics en hand-outs

4 Informatie verwerken

61

5 Interactie oproepen

67

Deel 3 EEN BLENDED LESPROGRAMMA

73

6 De voorbereiding: de leeromgeving en het lesplan

75 75 77 81 82 85 85 86 86 89 91 93 93 95 97 98

6.1 De online omgeving inrichten 6.2 Leeruitkomsten en lesinhoud

6.3 Lesplan

6.4 Inspiratie voor werkvormen

7 De opstart: structuur en contact

7.1 Je lesstart structureren 7.2 Contact maken en houden

7.2.1 Contact met de docent

7.2.2 Contact met en binnen de groep

7.2.3 Contact houden

7.3 Inspiratie voor werkvormen

7.3.1 Energizers 7.3.2 IJsbrekers 7.3.3 Opfrissers

7.3.4 Nettiquette en conflicthantering

8 Kern van de les: informatieverwerking en feedback

101 101 103 105 109 111 112 114 125 125 125

8.1 Informatieverwerking faciliteren 8.2 Inspiratie voor verwerkingsopdrachten

8.3 Feedback

8.3.1 Peerfeedback

8.4 Tips voor goede feedback

8.4.1 Een voorbeeld: feedback in de praktijk

8.5 Inspiratie voor feedbackwerkvormen

9 Lesafsluiting: verwachtingsmanagement en check-out

9.1 Het leseinde inrichten 9.2 Inspiratie voor werkvormen

10 Toetsing

129 129 132

10.1 Overwegingen bij toetsen op afstand 10.2 Inspiratie voor toetsvormen

Bijlage 1 Synchroon of asynchroon? Bijlage 2 Welke tool bij welk doel? Bijlage 3 Mag ik deze app gebruiken?

140 142 144

Aanbevolen literatuur

145

Literatuurlijst

147

Register

151

Inleiding

Nog niet zo heel lang geleden was het gebruik van online middelen bij het les geven optioneel en vooral heel hip. ICT in het hoger onderwijs is op zich niets nieuws – instituten werken met online omgevingen als N@tschool, Black board en SharePoint, en ook het merendeel van de docenten is bekend met online tools als Socrative en Kahoot. Maar digitale hulpmiddelen waren tot voor kort vooral leuk ‘voor erbij’; ze werden veelal gebruikt door docenten die energie hadden om naast hun reguliere werkzaamheden nieuwe dingen uit te proberen. De coronacrisis bracht hier echter verandering in; ineens moest iedereen ‘om’. Bij de een gaat dat soepeler dan bij de ander. Sommige docen ten raken de weg kwijt in het enorme aanbod van online tools, en sommige studenten hebben moeite het overzicht te bewaren in een omgeving die min der structuur biedt dan lessen die gevolgd worden in een bakstenen gebouw. Online lesgeven is zwaar, maar biedt ook heel veel nieuwe mogelijkhe den. Met de immer hoge werkdruk, die ook in online onderwijs niet min der wordt, is het goed om te weten hoe je met minimale inzet maximale effecten kunt bereiken. In gesprekken over de switch naar online onderwijs met docenten in het hbo kwamen onder andere de volgende vragen naar boven: waar begin je? Hoe zorg je ervoor dat de student de juiste begelei ding krijgt? Hoe houd je je studenten in beeld, ook wanneer ze hun camera hebben uitgeschakeld? En welk middel zet je wanneer in? Dit boek is er voor docenten die op zoek zijn naar praktische handvatten om hun onderwijs te digitaliseren, of ze nu vertrouwd zijnmet de nieuwste snufjes of juist helemaal niet. Het is er voor docenten die interactie met studenten wil len faciliteren tijdens hun online bijeenkomsten, en die zoeken naar manieren om hun studenten structuur te bieden in afstandsonderwijs. De tips die hier worden gegeven, zijn verzameld uit de literatuur en de praktijk. Online onderwijs: voordelen en valkuilen Het onderwijs was ook voor de ‘online revolutie’ al volop in beweging. We zijn allang afgestapt van de oude filosofie dat leren gelijkstaat aan repro duceren. Leren is zelf doen, zelf ontdekken en zelf creëren. Studenten ver wachten ook dat ze aan het werk gaan met de theorie en dat digitale mo gelijkheden in het onderwijs worden benut. De tijd van zitten en luisteren is voorbij. Goed online onderwijs moet daar dus naadloos op aansluiten.

11

Impact op afstand

Dat kan spannend zijn, want studenten aan het werk zetten terwijl je niet kunt rondlopen om hun werk te bekijken is lastig. Er zijn echter gelukkig genoeg werkvormen en middelen waarmee je de voortgang van studenten zichtbaar kunt maken en waarmee je hen uitnodigt om bezig te blijven, ook als ze zich even aan het toeziend oog van de camera hebben onttrokken. Dit boek beschrijft er meer dan vijftig. Online onderwijs biedt veel mogelijkheden en is extra aantrekkelijk in tijden waarin samenkomen in een collegezaal of klaslokaal door ruimtege brek en andere complicerende factoren steeds lastiger wordt. Je hebt er geen fysieke locatie voor nodig – studenten loggen in vanuit huis. Geen files, geen vertraagde treinen, niet meer op elkaar gepropt zitten in een benauw de lesruimte. Studenten hebben de kans om op zelfgekozen tijdstippen en in hun eigen tempo aan hun studie te werken, en als docent heb je gemak kelijker een-op-eencontact met studenten die zich in een klaslokaal wellicht bekeken zouden voelen. Je bent misschien minder strak gebonden aan les roosters en kunt je programma zodanig inrichten dat studenten tijd krijgen om feedback te verwerken, en zo hun leereffectiviteit kunnen vergroten. Bovendien is het materiaal dat je maakt voor online onderwijs meestal een voudig herbruikbaar. O, en thuis heb je vaak de beste koffie. Maar online onderwijs is ook: meer eenzaamheid, minder makkelijk in teractie, minder letterlijk zicht op de studenten en minder laagdrempelig contact voor vragen of feedback. Kennismaken als je elkaar niet lijfelijk kunt zien, is toch anders. En niet iedereen heeft een goede werkomgeving thuis. Dat kan variëren van een slechte stoel of computer tot gebrek aan een plek waar iemand zich kan afzonderen van anderen, wat de concentratie schaadt. En dan heb ik het nog niet over degenen die thuis niet veilig zijn. Dit boek heeft helaas niet voor al deze problemen een oplossing, maar bevat wel aan wijzingen ommet enkele vraagstukken rondomonline onderwijs om te gaan. Begripsverkenning: blended learning De toegenomen digitale mogelijkheden brengen uitdagingen met zich mee, maar bieden tegelijkertijd ongekende kansen. Studenten wordt steeds meer geleerd om zelf op zoek te gaan naar informatie, en de lesstof die hun wordt aangeboden kan tegenwoordig velerlei vormen aannemen. Een leslokaal is niet meer altijd een voorwaarde om studenten een uitdagende leeromge ving te bieden. Op het moment dat online en offline onderwijs elkaar aanvullen, en lessen niet eenvoudigweg worden verplaatst van het ene naar het andere medium, is er sprake van blended learning . Bij blended learning wordt een deel van het

12

Inleiding

onderwijs tijd- en plaatsonafhankelijk gegeven en hebben studenten zelf eni ge controle over het moment waarop en de snelheid waarmee ze informatie in zich opnemen. De fysieke lesbijeenkomsten borduren hier dan op voort, en online en offline vormen een geïntegreerd geheel (Maxwell, 2016). Een van de bekendste vormen van blended learning is flipping the class room , waarbij de instructie volledig online plaatsvindt en studenten tijdens de fysieke les verdergaan met verwerkingsopdrachten. Tijdens die fysie ke les fungeert de docent dan als coach. De variant van blended learning waarbij het gehele onderwijs op afstand en dus online plaatsvindt, heet of ficieel enriched virtual learning . Hoewel blended learning volgens de offici ële definitie vraagt om een brick and mortar classroom voor fysieke lessen (Maxwell, 2016), wordt de term in dit boek voor het hele spectrum van afstandsonderwijs gebruikt. Het idee hierbij is dat lesmateriaal op verschil lende manieren, via verschillende media wordt aangeboden, en dat de (on line) face-to-facecontacten hierop voortborduren. Ik ga ervan uit dat je als docent zelf het best weet welke elementen in fysiek onderwijs thuishoren en wat je online kunt doen. TIP Er kan meer online dan je denkt, en als je weet welke tools je kunt inzetten, wordt het vanzelf makkelijker om op afstand net zoveel impact te hebben als in een fysieke les. Blended learning kent in feite drie varianten: face-to-faceonderwijs, online synchroon onderwijs en online asynchroon onderwijs. Face-to-face- of fysiek onderwijs is met name geschikt voor leeractiviteiten gericht op psychomo torische vaardigheden, of op vaardigheden waarbij specialistisch materiaal nodig is, zoals een lab. Ook netwerken is makkelijker als je elkaar ‘in het echt’ ziet. Face-to-faceonderwijs leent zich bij uitstek voor het creëren van sociale cohesie. Het toepassen van kennis en het bespreken van de resultaten daar van in groepen of met de docent gebeuren bij voorkeur online synchroon, net als het gezamenlijk creëren van content. Voor intervisie en coaching is synchroon onderwijs eveneens geschikt. Ligt de focus op kennis begrijpen of onthouden, laat de student dan aan de slag gaan via asynchrone werkvormen: buiten de les en zonder ‘live’ toezicht van de docent. In bijlage 1 achter in dit boek vind je een stroomschema dat je helpt om de variant te kiezen die voor jou het geschiktst is: synchroon (online of fysiek) of asynchroon onderwijs. Naast deze varianten kan er ook nog sprake zijn van hybride of simultaan onderwijs. De lessen vinden dan zowel fysiek als online plaats. Vaak is dan een deel van de studenten op de leslocatie en volgt een deel de bijeenkomst

13

Impact op afstand

online. De grote uitdaging hierbij is om de studenten die online meedoen, ook bij de les te betrekken. Omdat dit boek hier verder niet op ingaat, vol gen hier enkele tips om hybride onderwijs in goede banen te leiden: ˝ Zorg dat de docent op de leslocatie ook online goed verstaanbaar is, bijvoorbeeld door een microfoon te dragen. ˝ Geef les met twee docenten, waarbij de een de studenten op locatie be geleidt en de ander de chat beheert voor interactie met de studenten die online meedoen. Een student kan deze laatste rol ook op zich nemen. ˝ Kies werkvormen waarbij met groepen wordt gewerkt; maak groepen waarin de online en offline studenten met elkaar samenwerken. ˝ Gebruik tools die voor interactie zorgen, zoals je bij een volledige les op afstand ook zou doen. Zie voor inspiratie hoofdstuk 5. ˝ Kies werkvormen waarbij bijvoorbeeld een student op locatie feedback krijgt of een handeling demonstreert. De studenten op afstand kijken mee en leren van de gegeven feedback. Leeswijzer Impact op afstand richt zich op het deel van het onderwijs dat op afstand kan plaatsvinden en gaat hierbij uit van een systeem met synchrone, online bijeenkomsten op vaste tijden, al dan niet met hybride of simultaan onder wijs. Hier is voor gekozen omdat de meeste instellingen die afstandson derwijs bieden, nog wel gebruikmaken van een traditioneel lesrooster. Zo wordt ook gegarandeerd dat de studenten de hoeveelheid contacturen krij gen die zijn voorgeschreven in het Onderwijs- en Examenreglement van de opleiding. En mocht er toch weer een switch komen naar offline onderwijs, dan zijn online lessen eenvoudig herbruikbaar in een fysieke setting. An dersom is die omslag vaak niet zo makkelijk. Hogescholen en universiteiten hebben verschillende digitale omgevingen in gebruik om het onderwijs te faciliteren. Microsoft Teams, Google Class room en Canvas zijn hiervan voorbeelden. Daarnaast wordt er gecommu niceerd via onder andere Slack, e-mail en Skype. Gun jezelf de tijd om de mogelijkheden van deze omgevingen te leren kennen. Dit boek gaat verder niet in op hoe deze omgevingen precies werken. Ze worden soms wel aan gehaald ter illustratie. Dit boek bestaat uit drie delen. Je kunt die in de aangeboden volgorde lezen, of meteen doorbladeren naar het onderwerp waarin je nu vooral ge ïnteresseerd bent. De delen staan wat dat betreft op zichzelf; er wordt waar nodig verwezen naar andere hoofdstukken.

14

Inleiding

I Voor je begint Om succesvol te kunnen beginnen met online onderwijs is het handig als je op de hoogte bent van enkele zaken waar je mee te maken krijgt. Hoofd stuk 1 biedt je daarbij eerste hulp: waar moet je aan denken als het gaat om online etiquette (oftewel: nettiquette), welke privacyregels gelden er voor online applicaties, en wat is belangrijk om te weten als je lesmateriaal wilt delen met studenten? Het tweede hoofdstuk richt zich op de menselijke kant: wie is de student van nu en wat betekent dit voor de inrichting van het onderwijs? En wat voor invloed heeft afstandsonderwijs op de motivatie van studenten? II De juiste tool voor het juiste doel Het tweede deel behandelt een breed spectrum aan tools of applicaties die je in een blended lesprogramma kunt inzetten. Hoofdstuk 3 richt zich op manieren om informatie over te brengen, hoofdstuk 4 geeft opties om stu denten informatie te laten verwerken, en in hoofdstuk 5 vind je inspiratie om interactie op te roepen. III Een blended lesprogramma Met kennis van tools ben je er nog niet helemaal; het gaat juist om de inte gratie in je lesprogramma. Het derde deel neemt je daarom stapsgewijs mee door de vragen die je jezelf moet stellen om onderwijs blended te maken, en geeft daarnaast per lesfase werkvormen die je helpen bij het creëren van impact op afstand. De hoofdstukken 6 tot en met 10 bespreken respectie velijk de lesvoorbereiding, lesstart, kern van de les, lesafsluiting en toetsing. Hoofdstuk 8 behandelt tevens het onderwerp feedback, een belangrijk as pect van onderwijs. Voor wie na het lezen van dit boek nog behoefte heeft aan meer informa tie en inspiratie, is achterin een lijst met aanbevolen literatuur opgenomen. Online studiemateriaal Op www.coutinho.nl/impactopafstand vind je het online studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat uit: ˝ een toolregister waarin de applicaties uit dit boek en enkele andere op ties kort worden besproken, inclusief hyperlinks naar de betreffende site; ˝ enkele uitgewerkte voorbeelden van visuals en kennisclips; ˝ enkele formulieren die bij werkvormen kunnen worden ingezet.

15

DEEL 1 VOOR JE BEGINT

Voor je van start gaat met het ontwikkelen van je online lessen, is het goed om bekend te zijn met enkele uitdagingen waar je bij online onderwijs mee te maken krijgt. Daarover gaat het eerste hoofdstuk: waarmee moet je rekening houden als het aankomt op online communicatie en privacy? Hoofdstuk 2 legt kort uit wie de student van nu eigenlijk is en wat dit betekent voor de vorm geving van het onderwijs. Dit hoofdstuk gaat ook kort in op de effecten van afstandsonderwijs op motivatie – en op hoe je daar mee omgaat.

1

Eerste hulp bij online onderwijs

Online onderwijs is meer dan het ‘oude’ onderwijs via een scherm geven. Waar het op een leslocatie nog wel lukt om een half uurtje uitleg te geven voor je studenten aan het werk zet, is zo lang puur ‘zenden’ vanachter je computer loodzwaar, en studenten houden hun aandacht er ook niet zo lang bij. In een klaslokaal of collegezaal is het al een hele strijd om hun aandacht te vangen, die ze verdelen tussen medestudenten, hun laptop, hun telefoon en het digi bord. In hun eigen omgeving komen daar nog talloze factoren bij, en is het bovendien nog makkelijker om buiten het zicht van de docent te multitasken: studenten doen dit buiten beeld, of zetten simpelweg de camera uit. Bovendien is zo lang zenden helemaal niet leuk en past het niet meer in de huidige visie op onderwijs. De studenten aan het werk zetten en rondlopen om direct feedback te geven, is echter ook niet mogelijk bij online lesgeven. Gelukkig zijn er genoeg oplossingen te vinden die online lessen kunnen veranderen van energievreters in energiegevers. Tips voor tools en applica ties vind je in deel II; werkvormen per lesfase staan beschreven in deel III. Dit hoofdstuk biedt eerste hulp bij online onderwijs: hoe houd je het thuis werken een beetje overzichtelijk, en hoe houd je laagdrempelig contact met collega’s op afstand (paragraaf 1.1)? Online gedragsregels worden bespro ken in paragraaf 1.2. Paragraaf 1.3 gaat in op privacy voor en achter de schermen. Wat je moet weten over auteursrecht als je materiaal met je stu Even een open deur: lesgeven vanuit huis heeft voor- en nadelen. Geen reis tijd – en dus geen vertraging, file of gedoe met regenpakken – en meer tijd met je gezin zijn prettige bijkomstigheden. Maar de balans tussen werk en privé vertroebelt, je maakt algauw langere dagen dan je gewend bent, of je komt juist minder aan werken toe omdat er thuis te veel storende factoren zijn. Ook het gebrek aan beweging is een veelgehoorde klacht – je verplaatst je niet meer van ruimte naar ruimte, maar zit de hele dag achter hetzelfde scherm. Bovendien zit je vaak onnatuurlijk stil om maar met je gezicht in denten wilt delen, komt in paragraaf 1.4 aan bod. 1.1 Tips voor de thuiswerkende docent

19

1 • Eerste hulp bij online onderwijs

beeld te blijven, terwijl je bij een fysieke bijeenkomst nog eens kunt gaan verzitten of rondlopen. Hierna volgen wat algemene tips die je helpen om het thuiswerken werkbaar te houden. Zorg voor een rustige werkplek Geef je les vanuit huis, dan is het fijn als je ergens kunt werken waar je niet of althans zo min mogelijk wordt gestoord. Natuurlijk kan het voor een glimlach zorgen als je kroost tijdens een les om aandacht komt vragen of de staart van je kat plotseling in beeld verschijnt. Maar uiteindelijk moet je wel de lesstof overdragen, en het is fijn als dit met zo min mogelijk ruis gebeurt. Ga naar buiten Hoe verleidelijk ook, begin niet op de tijd dat je normaal van huis zou gaan en ga niet door tot het moment waarop je normaal weer binnen zou stap pen. Of, ook verleidelijk, blijf niet dat uur dat je nu niet hoeft te reizen ’s morgens langer in bed liggen. Gebruik je reistijd om in beweging te ko men: maak een ochtendwandeling of ga een stuk fietsen. De frisse lucht maakt je hoofd leeg en de beweging voorkomt dat je fysieke klachten ont wikkelt. Ook aan het einde van de dag kan een ommetje helpen je hoofd leeg te maken voor je weer focust op je privéleven. Daglicht is goed voor je! Baken je schermtijd af Houd je agenda in de gaten. In drukke tijden (en wanneer is werken in het onderwijs niet druk?) beweeg je vaak van les naar meeting naar volgende les. In online onderwijs betekent dit dat je van de ene bijeenkomst in de andere rolt, zonder dat je van je stoel bent gekomen. En online lesgeven en vergaderen is zwaarder dan face-to-face-interactie. Dit komt onder andere doordat het lastiger is om non-verbale signalen te interpreteren wanneer een deel van het lichaam buiten beeld blijft (Waringa & Bors, 2020). Boven dien voel je je bekeken door de camera die aanstaat én zit je continu naar jezelf te kijken. Vertragingen en ruis in de verbinding zorgen ervoor dat het extra moeite kost om de boodschap te ontcijferen. En er is een psycholo gisch effect: het líjkt met beeldbellen alsof we samen zijn, maar ons lijf heeft door dat dit niet het geval is. Dat kost energie (Jiang, 2020). Uiteraard gaat je lesrooster of het contact met studenten door, maar bij con tact met collega’s kun je wel proberen vooraf te bepalen of synchroon over leg noodzakelijk is. En als je ziet dat een overleg dat laatste lege half uurtje in je agenda die dag opslokt, zeg dan gerust nee en stel een alternatief voor.

20

1.1 • Tips voor de thuiswerkende docent

Het is verraderlijk eenvoudig om ‘even’ een online meeting in te plannen, want je bent toch thuis en dus beschikbaar. Maar als dat betekent dat je aan het einde van de dag non-stop hebt zitten videobellen, dan put je jezelf uit. Plan ook wat ruimte tussen je meetings, indien mogelijk. Gebruik die paar minuten om even een glas water te halen of een rondje door je huis te lopen. Zo blijf je in beweging en voorkom je spanningsklachten en stijfheid. Zet die rustmomenten in je agenda, als reminder om ook echt even een adem pauze in te lassen. Wees benaderbaar Zet jezelf op ‘beschikbaar’ in de online omgeving, zodat je collega’s en stu denten weten dat ze je kunnen benaderen. Wanneer je thuiswerkt, zie je elkaar niet bij de koffieautomaat. Bel elkaar dus af en toe ook eens voor een praatje, zoals je op het werk ook zou vragen naar elkaars weekend. Als het niet uitkomt, merk je dat vanzelf. Zorg voor een neutrale achtergrond Studenten vinden het doorgaans leuk om een glimp op te vangen van het privéleven van een docent. Je kunt erop rekenen dat ze bestuderen welke boeken in de boekenkast achter je staan, of wat er verder maar in beeld is. Wees je ervan bewust dat dit gebeurt en baken dus zorgvuldig af wat studenten wel en niet zien. Een digitale achtergrond is hiervoor een goede oplossing, maar als die onverhoopt wegvalt, wil je niet dat studenten letter lijk je vuile was zien liggen. Je hebt voor een digitale achtergrond wel een computer nodig die sterk genoeg is om deze feature te ondersteunen. Houd contact met elkaar Zoek online én offline contact. Denk aan een pubquiz, een Secret santa (een soort lootjes trekken waarbij je anoniem cadeautjes uitwisselt, wat je fei telijk het hele jaar door kunt organiseren) en een best-practice-estafette, waarbij steeds weer iemand wordt uitgekozen om een positieve ervaring met een online werkvorm te delen met het team. Houd er rekening mee dat ook online borrels als meetings aanvoelen, omdat het via beeldbellen ge beurt (Jiang, 2020). Beperk ze dus of maak ze vrijblijvend. Ontmoet elkaar fysiek waar en wanneer dat mogelijk is. Dat geeft energie!

21

1 • Eerste hulp bij online onderwijs

Check je camera; check ’m nog eens Het komt helaas voor dat een lesopname doorloopt terwijl de docent in kwestie denkt dat die was gestopt. Onbewust gefilmd worden, is onprettig. Maar het wordt pas echt pijnlijk als je bijvoorbeeld met een collega napraat over zaken die niet voor studentenoren zijn bestemd. Dat is informatie waarvan je niet wilt dat die uitlekt, zeker niet als die privacygevoelig is. Maak er dus een gewoonte van om te controleren of de schermopname is gestopt en of je camera en microfoon uitgeschakeld zijn. Wil je online na praten, overweeg dan een nieuwe meeting te starten. Zo weet je zeker dat de verbinding niet meer openstaat voor ongewenst publiek. Breng in kaart met welke online platforms je studenten al temaken hebben Ga na op welke wijze studenten informatie krijgen in afstandsonderwijs.

Beantwoord hiervoor de volgende vragen: ˝ Welke mailprovider wordt gebruikt? ˝ Waar staan het lesrooster en het lesmateriaal? ˝ Waar kunnen ze zich inschrijven voor vakken en toetsen? ˝ Welke digitale leeromgeving wordt gebruikt? ˝ Met welke applicatie leveren ze toetsopdrachten in? ˝ In welke online omgeving maken ze synchrone toetsen? ˝ Waar vinden ze informatie over de opleiding?

Als je op elke vraag een ander antwoord geeft, dan weet je dus dat de stu dent al op zeven plekken informatie kan vinden. Met elke online applicatie die je inzet buiten deze lijst, komt er weer een informatiebron bij. Houd hier rekening mee als je een nieuwe applicatie wilt introduceren bij de student. Ken de leeromgeving vanuit studentenperspectief Welke online omgeving of tool je ook inzet, het is aan te raden om de ge bruikte software ook te leren kennen vanuit studentenperspectief. Gebruik een tweede device om als student deel te nemen aan bijvoorbeeld een les of quiz. Of vraag een collega om je te helpen. Op deze wijze raak je vertrouwd met de programma’s die je gebruikt en kun je sneller opstarten en studenten beter begeleiden. Het helpt je bovendien om te bepalen of een gekozen tool daadwerkelijk de juiste is in een bepaalde context. Voor meer informatie over welke tool past bij welk doel, zie deel II. Een ander voordeel is dat je op deze manier sneller doorkrijgt wanneer de digitale leeromgeving een melding uitstuurt, bijvoorbeeld een uitnodiging

22

1.2 • Achter ’t scherm in overhemd en joggingbroek: nettiquette

voor een bijeenkomst of wanneer iemand een bericht heeft geplaatst. Een veelgehoorde klacht is dat studenten overspoeld worden met notificaties en door de bomen het bos niet meer zien. Troubleshoot Met werken in een digitale omgeving ben je afhankelijk van een stabiele in ternetverbinding. En internet hapert soms. Dit zorgt voor ruis in de meet ing, of zelfs voor een geheel verbroken verbinding. Heb in deze gevallen geduld en zorg ervoor dat je de ander op een andere manier kunt bereiken. Sla de telefoonnummers van aanspreekpunten van de groep of je gespreks partners op en houd deze bij de hand voor dit soort gevallen. Zorg bij toet sing voor een protocol dat bepaalt wat er moet gebeuren als de toets door een technisch mankement niet door kan gaan. Blijf vooral rustig. Lukt het echt niet? Overweeg dan een ander medium te gebruiken of maak een nieu we afspraak. En zorg dat lesmateriaal tijdig beschikbaar is voor studenten die de les niet live hebben kunnen volgen. 1.2 Achter ’t scherm inoverhemd en joggingbroek: nettiquette Wie kent niet de grappige filmpjes van mensen die na een videovergadering de camera vergeten uit te zetten, weglopen van de computer en al die tijd in hun boxershort blijken te hebben gezeten? Je wilt een dergelijke situa tie natuurlijk voorkomen. Je hoeft misschien niet in driedelig pak voor de camera te verschijnen, maar er zijn voor docenten en studenten wel goede afspraken te maken over online gedrag, oftewel: nettiquette. Het is het fijnst als alle docenten van een opleiding dezelfde afspraken han teren over bijvoorbeeld aanwezigheid, gedrag en kleding. Het kan helpen om een overzicht te maken van de afspraken voor jouw opleiding of vak. Je kunt dit eenvoudig doen via bijvoorbeeld Canva (zie paragraaf 3.3). In zo’n overzicht kun je de afspraken opnemen over binnenkomst en afscheid, kle ding, de omgang met vragen en andere zaken die voor jouw opleiding of vak belangrijk zijn. Deel deze afspraken en wijs studenten erop, zodat je de regels niet steeds hoeft te herhalen. Houd hierover ook contact met collega’s, zodat iedereen deze afspraken blijft volgen. Een voorbeeld van een dergelijk overzicht vind je op de website. De paragrafen hierna zetten uiteen aan welke gedragsregels je kunt denken bij synchroon afstandsonderwijs.

23

1 • Eerste hulp bij online onderwijs

Kleding Trek kleding aan die je op de onderwijsinstelling ook zou dragen. Spreek met je studenten af dat zij dit ook doen, zeker als je merkt dat ze in ochtend jas aanschuiven of iets anders aanhebben waarin ze niet naar de campus zouden komen. Je kleden alsof je naar een fysieke bijeenkomst gaat is professioneel en het nodigt uit tot een actieve werkhouding. Ook voor studenten zal dit helpen om de balans tussen studie en ontspanning beter te bewaren. Bovendien kan het voor jou als docent behoorlijk ongemakkelijk zijn als een student in ongeschikte of ongepaste kleding voor de camera verschijnt. Mocht dit gebeuren, spreek die studenten hierop dan na afloop van de bij eenkomst een-op-een aan. Dit is een veiligere vorm van communicatie dan wanneer je het ten overstaan van de hele groep doet. Fysieke werkhouding Het is voor studenten misschien verleidelijk om in te loggen vanuit bed, en sommige studentenkamers zijn zo klein dat dit ook de enige plek is waar ze kunnen zitten. Maar zelfs dan is er nog een verschil tussen liggend en luierend inloggen en een actievere houding aannemen. Ook al heb je niet altijd zicht op je studenten, het kan helpen om ze er hal verwege de les of na de pauze aan te herinneren dat een actieve houding zorgt voor een beter leerklimaat. Vraag studenten rechtop te gaan zitten en niet met hun hoofd ergens tegenaan te leunen. Door (fysiek) activerende werkvormen in de lessen te gebruiken, nodig je ze ook uit om in beweging te blijven. Voor inspiratie, zie de werkvormen bij hoofdstuk 7 en 8. Communicatie en gedrag Via het beeldscherm of in schriftelijke communicatie is het lastiger om subtiele en non-verbale signalen te doorzien. Studenten weten dit ook; zij kunnen vast en zeker voorbeelden noemen van whatsappdiscussies die uit de hand liepen door wat achteraf een verkeerd begrepen bericht bleek. Be spreek met je studenten wat je van hen verwacht in hun online communica tie en gedrag. Herhaal dit als je merkt dat de afspraken verslappen. Overleg ook met collega’s – het is voor studenten wel zo duidelijk als iedereen onge veer dezelfde aanpak hanteert.

24

1.2 • Achter ’t scherm in overhemd en joggingbroek: nettiquette

Binnenkomen Spreekmet studenten af hoe ze binnenkomen: camera enmicrofoon aan of uit? Misschien heeft jouwonderwijsinstelling hier al afspraken over gemaakt. Fijn is in elk geval om studenten te vragen ‘in te checken’, bijvoorbeeld door te groeten via de chat of met de camera aan even gedag te zeggen. Afhankelijk van het beleid van je instelling kun je ook afsprekenmet studenten dat ze zich afmelden als ze er niet bij kunnen zijn, of je van tevoren inlichten als ze later komen. Zorg er zelf voor dat je al online bent voordat de les begint, zodat je ieder een kunt begroeten die binnenkomt (Leraar24, 2020). Zo voelt de student zich gezien, en dat verlaagt het gevoel van anonimiteit. Ideeën voor check ins, energizers en ijsbrekers om je les mee te starten vind je in hoofdstuk 7. Weggaan Studenten ‘verdwijnen’ soms gedurende de les. En als de camera niet aanstaat, heb je dat vaak niet eens door. Door naast een vast ritueel bij binnenkomst ook standaard een afsluiting in te zetten, weet je wie er nog zijn en worden studenten gestimuleerd om te blijven tot het einde van de bijeenkomst. Als een reactie uitblijft, is dan snel duidelijk dat iemand halverwege is afgehaakt. In paragraaf 8.2 en 8.5 staan werkvormen die op interactieve wijze bijdra gen aan verwerking van de stof, en in hoofdstuk 9 vind je tips die je helpen om zicht te houden op de aanwezigheid tegen het einde van de les. Kondig wel aan het begin aan dat je van plan bent na te gaan wie er aan het einde nog is – dit kan studenten motiveren om te blijven. Hoofdstuk 4 en 5 geven een overzicht van middelen die je tijdens de les kunt inzetten om het werk van studenten op afstand zichtbaar te maken, ook met de camera uit. Schriftelijke communicatie Wees in online schriftelijke communicatie voorzichtig met uitroeptekens, hoofdletters en humor. Heb respect voor en geduld met elkaar (Achieve Virtual, z.d.). Wen je aan om eerst te toetsen of je het bericht goed begre pen hebt voor je erop ingaat. Spreek af dat je studenten dit ook doen. En waar het op social media eenvoudig is om woorden af te korten zodat je ‘ff antwoord kunt geven’, is het goed er een gewoonte van te maken om in de digitale leeromgeving altijd zakelijk te schrijven (Achieve Virtual, z.d.). Ook in het toekomstige werkveld zullen studenten te maken hebben met digitale communicatie. Het is dus goed om ze daar tijdens de opleiding ook al in te coachen.

25

1 • Eerste hulp bij online onderwijs

Spoor studenten ook aan om de antwoorden die ze elkaar geven verder uit te bouwen en waar mogelijk te verwijzen naar de relevante literatuur of studiestof. Zorg ervoor dat ze niet zomaar ideeën van anderen delen zonder de bron te noemen (Achieve Virtual, z.d.). Dit prikkelt ze om hun kennis te koppelen aan de theorie. Als docent kun je hierin als coach fungeren. Ook wat betreft de toonzetting is online communicatie een uitdaging. Op social media is het makkelijk en verleidelijk om te reageren vanuit je onderbuik. De zogenoemde ‘toetsenbordridders’ reageren heftig op be richten, zonder nuance en soms zelfs ronduit beledigend naar anderen toe. De anonimiteit zorgt ervoor dat mensen zich minder geremd voelen. Afstandsonderwijs is heel wat minder anoniem, en studenten zullen ook na een onhandige uitbarsting nog met hun groep en hun docent verder moe ten. Spreek elkaar daarom aan op problematisch gedrag en hanteer de vol gende vraag als vuistregel: zou je het in een fysiek gesprek ook zo kunnen zeggen? In paragraaf 7.3.4 vind je twee werkvormen die studenten helpen met conflicthantering en nettiquette. Camera’s en microfoons Spreek af of je liever hebt dat studenten hun camera’s tijdens je instructie in of uitschakelen. Hetzelfde geldt voor microfoons. Als host van een meeting kun je vaak eenvoudig de microfoons van anderen aan- en uitzetten. Zorg er dus voor dat je deze rechten niet per ongeluk aan studenten geeft – dat kan zorgen voor onwelkome onderbrekingen. Denk er wel aan dat als ca mera’s en microfoons uitgeschakeld zijn, je letterlijk het zicht op je studen ten kwijt bent. Dit kan tijdens het geven van instructie een beetje eenzaam voelen. Een aanvullend argument om studenten uit te nodigen hun camera aan te zetten, is dat zij op zoek zijn naar interactie in online onderwijs. Het inschakelen van de camera’s kan hieraan bijdragen. Studenten die liever niet in beeld komen omdat ze hun privéomgeving niet met anderen willen delen, kunnen zelf een achtergrond instellen. Ze heb ben daarvoor wel een voldoende krachtige laptop nodig. Inloggen vanaf een rustige plek Onderwijs op afstand volgen biedt oplossingen, maar ook verleidingen. Studenten loggen niet alleen vanuit hun huis of kamer in, maar ook in de auto, in de bus of tijdens een wandeling in het park. Dergelijke settings dragen natuurlijk niet bij aan een effectieve leeromgeving. Bespreek met

26

1.2 • Achter ’t scherm in overhemd en joggingbroek: nettiquette

je studenten wat je acceptabel vindt. Zeker bij (inter)actieve online bijeen komsten is het wenselijk dat studenten zich in een geschikte werkomgeving bevinden. Zij moeten dan immers in staat zijn om antwoord te geven op vragen en om actief aan opdrachten te werken. En over de veiligheid van inloggen terwijl je aan het autorijden bent, zal ik maar zwijgen. Een vraag stellen tijdens de les Je wilt graag dat studenten hun vragen stellen tijdens de online bijeenkomst, maar met een grote groep wil je tegelijkertijd voorkomen dat mensen door elkaar heen praten. Niemand is dan nog te verstaan. Digitale omgevingen als Teams bieden de mogelijkheid om digitaal je hand op te steken. Daar naast is er bij elke meeting een chatfunctie beschikbaar. Spreek met je studenten een prettige werkwijze af. Het kan vermoeiend zijn om tijdens een intensieve les ook de chat in de gaten te houden. Je ziet ook niet goed wat studenten doen als je je scherm deelt om een presentatie te geven. Hierna volgen enkele opties om met vragen om te gaan: ˝ Vraag studenten om digitaal hun hand op te steken als ze een vraag heb ben. Vraag ze om niet verbaal in te breken in je les. Check dus regelma tig of er digitale handen omhoog staan. ˝ Laat vragen die even kunnen wachten, stellen in de chat. Plan vaste mo menten in waarop je op die vragen ingaat. ˝ Nodig studenten uit om op elkaars vragen te reageren in de chat; wie weet helpen ze elkaar zo verder. In het laatste geval is het wel wenselijk dat er toezicht is op de chat, om te voorkomen dat de studenten afwijken van het onderwerp. Je kunt er bij voorbeeld voor kiezen je online les samen met een vakcollega te geven. De een houdt dan de chat bij, terwijl de ander de instructie doet. Voeg je hiervoor twee groepen samen, dan creëer je ruimte om meer studenten tegelijkertijd te helpen. Als de studenten in kleinere groepen uiteengaan, in break-outgroepen of kanalen, kunnen jij en je collega ‘langsgaan’ voor begeleiding. Een andere optie is om een of meer studenten de rol van mo derator te geven. Studenten kunnen onderling bepalen wie die rol op zich neemt, of je kunt per les een aantal mensen aanwijzen. Storende studenten tijdens de les Het kan voorkomen dat studenten storend gedrag vertonen tijdens de les. Zeker als online onderwijs volgen nieuw voor hen is, zullen zij – net als

27

1 • Eerste hulp bij online onderwijs

iedereen – even op alle knoppen willen drukken en met de mogelijkheden willen spelen. Houd hierbij één van de regels van de nettiquette in je achter hoofd: heb geduld. Ga de dialoog aan met je studenten en maak afspraken over wat voor gedrag je van ze verwacht. Is een student echt een stoorfactor, onthoud dan de naam en ga na afloop van de les in gesprek. Doe dit bij voorkeur telefonisch of via beeldbellen. Door een student aan te spreken, geef je diegene het signaal dat storend gedrag wordt opgemerkt, ook al zit iemand ‘anoniem’ achter een scherm. Iemand kan een bijeenkomst ook onbewust verstoren. Een microfoon vangt bijvoorbeeld muziek op, of een gesprek dat in de naastgelegen ruimte plaatsvindt. Mocht dit gebeuren, vraag de student in kwestie dan de micro foon even uit te zetten, of zet zelf alle microfoons uit. Een vraag stellen buiten de les Laat studenten weten hoe ze buiten de lessen om hun vragen kunnen stel len, bijvoorbeeld per e-mail of via WhatsApp. Dat is laagdrempelig: een student die in de klas geen vraag durft te stellen, durft dat misschien wel via de mail of het chatprogramma. Zonde is wel dat studenten zo niet van elkaars vragen kunnen leren. Spreek ook met je studenten af wanneer je op deze vragen reageert. In tij den van snelle social media verwachten studenten instant gratification ; ze zijn gewend op hun wenken te worden bediend (Ahlers & Boender, 2019), ook als ze hun vraag op vrijdagavond stellen. Gebruik de digitale leeromgeving om discussies op te starten. Door een aantal ‘masterposts’ te maken met thema’s waar studenten op kunnen rea geren met hun vragen, creëer je orde. Denk aan rooster, toetsing, lesinhoud en studiestof. Moedig studenten aan om hun vraag op de juiste plaats te stellen en op elkaar te reageren. Maak afspraken over hoe studenten een vraag stellen in de digitale leerom geving. Moeten ze je bijvoorbeeld taggen, zodat je een melding krijgt? Of kijk je zelf op vaste tijden naar deze discussies om de vragen te beantwoor den? Kies een methode die bij jou past. Ook hier geldt: bespreek met je collega’s hoe zij het aanpakken. Als iedereen een andere methode hanteert, kan dit voor studenten erg verwarrend zijn.

28

1.3 • Privacy voor en achter de schermen

Werkt jouw instelling met afzonderlijke klassen, overweeg dan om per mo dule een gezamenlijke discussieplek te organiseren waartoe alle studenten toegang hebben. Vragen over bijvoorbeeld de toets zijn voor alle groepen relevant. En het helpt jou en je collega’s om gezamenlijk op te trekken, zodat alle studenten op dezelfde wijze worden begeleid richting de toets. Een student mag uit privacyoverwegingen het gebruik van media weigeren als die niet door de onderwijsinstelling zelf worden gefaciliteerd. Geef jij graag reactie viaWhatsApp maar heeft en wil een student deze app niet, dan moet je een alternatief van de eigen onderwijsinstelling bieden dat wel aan de richtlijnen voldoet. Meer over privacy vind je in paragraaf 1.3. Feedback op thuisopdrachten In het verlengde van reageren op vragen ligt het geven van feedback. Ze ker bij afstandsonderwijs is het van groot belang om zicht te houden op het werk dat studenten produceren en op de vooruitgang die ze boeken. Hoofdstuk 8 gaat hier verder op in en beschrijft werkvormen die helpen bij het geven van feedback. Spreek met je studenten af wanneer je feedback op individuele producten geeft. Digitale leeromgevingen bieden vaak de mogelijkheid om een map te maken waartoe alleen de student in kwestie en de docent toegang hebben. Maar als je zelf steeds al die mappen langs moet gaan om te kijken of een student al iets heeft geüpload waar jij op kunt reageren, dan werk je niet erg efficiënt. Pak het dus anders aan: geef bijvoorbeeld aan wanneer je in die mappen kijkt, of spreek met je studenten af dat zij je een bericht sturen wanneer ze feedback willen. Werkvormen om studenten met feedback te laten werken, vind je in paragraaf 8.5. 1.3 Privacy voor en achter de schermen Online onderwijs is afhankelijk van digitale hulpmiddelen, en buiten de digita le leeromgeving worden die dan ook volop ingezet. In deel II vind je een selectie van tools die je helpen je online lessen in te richten. Vanwege de verschillende manieren waarop softwareleveranciers omgaan met persoonsgegevens kun je echter niet elke optie zomaar inzetten. En ook met het oog op het gebruik van camera’s is kennis van privacyregels van belang. Onderwijsinstellingen hebben zelf veelal uitleg beschikbaar over welke programma’s je wel en niet mag gebrui ken; de toegestane programma’s worden ‘gewhitelist’. Toch is het goed om ook zelf op de hoogte te zijn van de wetgeving rondomhet gebruik van persoonsge gevens, want dan kun jemakkelijker besluiten of een interessante tool inzetbaar is of niet. Deze paragraaf gaat daarom kort in op de privacywetgeving.

29

1 • Eerste hulp bij online onderwijs

1.3.1 Persoonsgegevens en software Sinds 25mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing. Hierin zijn de belangrijkste regels voor de omgang met per soonsgegevens in Nederland vastgelegd (Autoriteit Persoonsgegevens, z.d.). Zo bepaalt deze privacywetgeving dat onderwijsinstellingen bij beeldbellen verantwoordelijk zijn voor de verwerking van persoonsgegevens. Ze moeten daarom hoge eisen stellen aan de leveranciers van die systemen. In maart 2020 kwam het zeer populaire gratis beeldbelprogramma Zoom in opspraak, omdat niet geheel duidelijk was wat er precies met de opgeslagen gegevens gebeurde. Zo werden data gedeeld met Facebook (Van der Louw, 2020) en berichtte Forbes dat je privéchats van anderen kon inzien nadat de vergadering was afgelopen. Verschillende onderwijsinstellingen verboden daarom het gebruik ervan. Zoom heeft de voorwaarden aangepast, maar dit voorval leert ons hoe voorzichtig we moeten zijn met gratis software. Hoe kun je checkenwelke applicaties je wel en niet mag gebruiken? Omapps te toetsen gebruik je de appchecker vanKennisnet (Kennisnet, z.d.). Voor applica ties die werken via eenwebsite kun je dit controlerenmet de Privacy-quickscan op lesopafstand.nl. Deze quickscan toetst een groot aantal bekende tools op vijf punten, die je zelf ook kunt nalopen om een online hulpmiddel te evalueren: 1 Verwerking persoonsgegevens studenten. Hoef je niet in te loggen of een account aan te maken? Dan gebruikt de site geen persoonsgegevens. 2 Ondertekening privacyconvenant. Dit convenant is een goede basis voor afspraken over het gebruik van persoonsgegevens. Ondertekening bete kent dat de leverancier de modelverwerkersovereenkomst gebruikt. Op de website privacyconvenant.nl kun je zien wie het convenant al heeft ondertekend. 3 Afsluiten verwerkersovereenkomst. Onderwijsinstellingen zijn verant woordelijk voor de persoonsgegevens van studenten en moeten daarom verwerkersovereenkomsten sluiten voor de applicaties die zij willen in zetten waarin deze gegevens worden verwerkt. Dit gaat dus om toepas singen waarvoor een account aangemaakt moet worden. Is er geen ver werkersovereenkomst? Gebruik de applicatie dan alleen als je er geen account voor hoeft aan te maken. 4 Verwerking van data in de Europese Economische Ruimte. Volgens de AVG mogen persoonsgegevens alleen naar derde landen worden door gegeven als die een passend beschermingsniveau voor persoonsgegevens hanteren. Dat zijn landen in de EER en een aantal vertrouwde landen.

30

1.3 • Privacy voor en achter de schermen

5 Data delen met derden voor commerciële doeleinden. Sommige applica ties geven in hun gebruiksvoorwaarden aan dat ze gegevens delen met derde partijen voor commerciële doeleinden. Het is niet wenselijk dit met studentgegevens te doen. Gebruik bij voorkeur alleen software waarvoor jouw instelling een overeen komst heeft afgesloten, die op de lijst van goedgekeurde applicaties staat óf waar de student geen account hoeft te hebben om van de dienst gebruik te kunnen maken. Bij andere applicaties mogen studenten weigeren deze te gebruiken. Je moet hun dan een alternatief bieden, en een eventuele beoor deling mag hierdoor niet beïnvloed worden. Ten slotte nog enkele andere aandachtspunten voor het gebruik van tools: ˝ Zorg dat je lesmateriaal niet alléén beschikbaar is op tools waarvoor studenten een account moeten aanmaken als er geen verwerkersover eenkomst is. Als zij dit niet willen en er is geen alternatief, ontzeg je hun onderwijs, en dat mag niet (Digitale HU, z.d.). ˝ Ga bij accountvrije software na of namen herleidbaar blijven of dat ge gevens worden opgeslagen. Als dat het geval is, mag je de software niet alsnog gebruiken. ˝ Zijn je studenten jonger dan 16? Dan moeten ouders of voogden toe stemming geven voor het gebruiken van apps die persoonsgegevens verzamelen. ˝ Twijfel je? Gebruik de tool dan niet. Er is vast een alternatief te vinden dat wél voldoet aan de strenge wetgeving die in heel Europa geldt. En ont houd: voor veel gratis online diensten betaal je uiteindelijk met je privacy. Dus: welke app mag je gebruiken? Check de whitelist van je onderwijsinstel ling of volg het stroomschema in bijlage 3 om je te helpen bij deze beslissing. 1.3.2 Camera’s en privacy Het privacyvraagstuk komt ook bij cameragebruik kijken. Je kunt je studen ten namelijk niet verplichten hun camera in te schakelen, wat het lastiger kan maken om ze op afstand bij de les te houden. Ook mag je niet zomaar lessen opnemen waarbij studenten in beeld zijn. Daarvoor moeten ze ex pliciet toestemming geven, of je geeft ze de optie om hun camera en micro foon uit te zetten. Dan mag opnemen wel, maar zij mogen ervoor kiezen ‘onzichtbaar’ te blijven zolang de opname loopt.

31

Made with FlippingBook Publishing Software