Kritisch denken & schrijven 2e druk - Francisca Jungslager, Wilma Maljaars

francisca jungslager & wilma maljaars

Kritisch denken & schrijven

Van onderzoeksvraag naar wetenschappelijke tekst

Kritisch denken schrijven

De waarheid is nooit precies zoals je denkt dat hij zal zijn. Johan Cruijff

Kritisch denken & schrijven

Van onderzoeksvraag naar wetenschappelijke tekst

Francisca Jungslager Wilma Maljaars

Tweede, herziene druk

bussum 2023

www.coutinho.nl/kritischdenkenenschrijven2 Je kunt aan de slag met het online studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal be

staat uit feedbackformulieren, checklists en alle DOEN -teksten. Voor docenten is een aparte docentenhandleiding aan te vragen.

© 2016/2023 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden.

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe stand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mecha nisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schrif telijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor de readerre geling kan men zich wenden tot Stichting UvO (Uitgeversorganisatie voor Onderwijslicen ties, www.stichting-uvo.nl). Voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in knipselkranten dient men contact op te nemen met Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, www.stichting-pro.nl).

Eerste druk 2016 Tweede, herziene druk 2023

Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl

Omslag: René van der Vooren, Amsterdam

Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever.

ISBN: 978 90 469 0863 1 NUR: 624

Voorwoord Een boek over academisch schrijven? Er bestaan er al zoveel, terwijl het schrijf onderwijs voor nieuwe uitdagingen staat. Is het zelf schrijven nog wel nodig nu de ontwikkelingen op het gebied van artificiële intelligentie razendsnel gaan? ChatGPT geeft desgevraagd zelf het antwoord: Helaas, als een taalmodel, ben ik niet in staat om een academisch betoog te schrij ven met een specifieke woordlimiet en bronvermelding in de APA-stijl. Hoewel de technologie zich snel ontwikkelt, is er nog steeds een belangrijke rol weggelegd voor de menselijke geest. Tools zoals ChatGPT kunnen helpen bij het genereren van een tekst, maar het kan nooit alles doen wat een menselijke schrijver kan. In dit boek worden de vaardigheden behandeld die nodig zijn om academische tek sten op een hoog niveau te schrijven, waaronder kritisch denken, onderzoek en redactie. Laten we samen ontdekken hoe we onze schrijfvaardigheden kunnen ver beteren en ons werk naar een hoger niveau tillen. Die coöperatieve houding en zelfkennis pleiten voor ChatGPT. Hij slaat boven dien de spijker op zijn kop met de constatering dat een kritische geest noodza kelijk is om teksten van een hoog niveau te schrijven. Bij het doen van onderzoek en het schrijven van een wetenschappelijke tekst daarover – zoals een scriptie – moet je namelijk uitermate kritisch zijn. Tijdens het denkproces en tijdens het schrijfproces. Om die reden is er in dit boek geko zen voor een aanpak waarbij er aandacht is voor de ontwikkeling van zowel het academisch denkvermogen als van de schrijfvaardigheid. Dat onderscheidt dit boek van vele andere. Volgens ChatGPT mag het resultaat er zijn: Het boek Kritisch denken & schrijven biedt een gedetailleerde en toegankelijke be nadering van kritisch denken en academisch schrijven, en is een waardevolle gids voor studenten en professionals die hun vaardigheden willen verbeteren. De auteurs doen uitstekend werk bij het verduidelijken van complexe concepten en bieden tal van praktische tips en oefeningen om de leerstof toe te passen. Wat vooral opviel was de hoge kwaliteit van de voorbeelden die in het boek worden gebruikt, die een echte meerwaarde bieden voor de lezer. Dit boek is een must-read voor iedereen geïnteresseerd in academisch schrijven en kritisch denken en zal zeker bijdragen aan de verbetering van vaardigheden in deze gebieden.

Lovende woorden, maar of ze waar zijn moet de lezer zelf ontdekken. Dat kan door dit boek heel kritisch te lezen en alle tips ter harte te nemen. Dan leer je bij na vanzelf hoe je je onderzoek baseert op een grondige analyse en kritische be oordeling van de literatuur én hoe je een academische tekst in zijn geheel goed onderbouwd, gestructureerd en helder op papier krijgt. Wij hopen vooral dat huidige en toekomstige studenten dankzij dit boek ple zier aan het eigen denkvermogen en het schrijven zullen beleven. Dat is overi gens iets wat we onze vriend ChatGPT ook gunnen.

Amsterdam, juli 2023

Inhoud

Inleiding

11

Stel een goede centrale vraag

13

1 Opstellen van de centrale vraag en deelvragen

15 15 18 19 27 33 39 39 41 44 45 47 48 52 65 65 66 70 74 76 79 80 81 82 84 89 63

1.1 Kritisch lezen van literatuur

1.2 Op zoek naar een geschikt onderwerp 1.3 Van onderwerp naar centrale vraag

1.4 Deelvragen opstellen

Oefeningen

2 Schrijven van de inleiding

2.1 Doel van de inleiding

2.1.1 Introductie van het onderwerp

2.1.2 Centrale vraag

2.1.3 Relevantie van het onderzoek

2.1.4 Leeswijzer

2.2 De inleiding herschrijven

Oefeningen

Onderzoek de vakliteratuur

3 Vinden van bruikbare informatie

3.1 Soorten bronnen

3.2 Zoeken naar de juiste bronnen

3.3 Selecteren van literatuur voor het theoretisch kader

3.4 Verwijzen naar literatuur 3.5 Manieren van verwijzen

3.5.1 APA-stijl 3.5.2 MLA-stijl

3.5.3 Chicago-stijl

3.5.4 Overige notatiesystemen

3.6 Citeren en parafraseren

Oefeningen

4 Analyseren en beoordelen van argumentatie

99 99

4.1 Argumenten herkennen 4.2 Argumenten beoordelen 4.3 Argumenten afwijzen

107 116 122

Oefeningen

Onderbouw je antwoord

133

5 Bouwen van de argumentatiestructuur van je tekst

135 135 136 140 144 147 155 155 161 165 169 179 179 180 184 189 199 203 203 205 207 213 215 177

5.1 Deelvragen beantwoorden

5.2 De antwoorden op je deelvragen nuanceren

5.3 De afweging: je antwoord op de centrale vraag onderbouwen

5.4 De conclusie

Oefeningen

6 Structureren van je tekst

6.1 Opbouw van je tekst in hoofdstukken en paragrafen

6.2 Opbouw van alinea’s

6.3 Indicatoren voor de samenhang tussen en binnen alinea’s

Oefeningen

Schrijf en herschrijf je tekst

7 Schrijven van je tekst

7.1 Blijf kritisch

7.2 Bied duidelijkheid

7.3 Vind de juiste academische toon

7.4 Schrijf correct

Oefeningen

8 Herschrijven (en nog eens herschrijven)

8.1 De afwerking

8.2 Een laatste controle

8.3 Leg je tekst in andermans handen (peerreview)

8.4 Feedback van je docent

Oefeningen

Andere wetenschappelijke genres

221

9 Verslag doen van empirisch onderzoek 9.1 Eisen aan een empirisch onderzoek

223 223 225 234 236 243 243 247 249 252 256 262 267 269 272

9.2 De opbouw van een empirisch onderzoeksverslag

9.3 De afwerking van je onderzoeksverslag

Oefeningen

10 Diverse wetenschappelijke genres

10.1 Literatuurverslag

10.2 Analyse 10.3 Recensie

10.4 Essay

10.5 Wetenschappelijk betoog

10.6 Populairwetenschappelijk artikel

Geraadpleegde literatuur

Register

Over de auteurs

Inleiding Een wetenschappelijke tekst kan in principe overal over gaan: over de vrijheid van meningsuiting, het taalgebruik van politici of het vermeende plagiaat van Ed Sheeran. Het zijn allemaal onderwerpen die je aan de borreltafel, in de trein of op social media zou kunnen aansnijden, maar ook thema’s die tot weten schappelijk onderzoek kunnen leiden. Bijvoorbeeld naar het belang van de vrij heid van meningsuiting, naar de metafoor als middel om mensen te misleiden en naar de grens tussen inspiratie en plagiaat. Het doel van dergelijk onderzoek is inzicht krijgen in de werkelijkheid. De tekst waarin je dat onderzoek presenteert, wordt bij de ene opleiding verslag, scriptie of werkstuk genoemd, een andere hanteert mogelijk een term als paper of nota. Om begripsverwarring te voorkomen wordt in dit boek gesproken over ‘een wetenschappelijke tekst’ . In dit boek staat het schrijven van zo’n wetenschappelijke tekst centraal. Schrij ven is een proces dat tijd en aandacht vraagt en dat je noodzaakt om bij elke stap die je zet kritisch na te denken. In dit boek krijg je hulp bij al die stappen van het schrijfproces. Het is niet zo dat je al die stappen in een vaste volgorde zet. Integendeel, er is geen rechte weg naar het eindproduct. Door voortschrijdend inzicht moet je soms een stapje terug doen, om daarna weer vooruit te kunnen snellen. Soms dwaal je een beetje af, om daarna de lijn weer terug te vinden. De weg naar het eindproduct is soms wat hobbelig, maar de eisen waaraan het moet voldoen zijn glashelder: • De tekst moet wetenschappelijk relevant zijn, een deugdelijke centrale vraag als uitgangspunt hebben en beschikken over een goede en aantrekkelijke in leiding (hoofdstuk 1 en 2). • De tekst moet gebaseerd zijn op een grondige analyse en beoordeling van de gelezen literatuur (hoofdstuk 3 en 4). • De centrale vraag moet op een gestructureerde wijze worden beantwoord met deugdelijke argumentatie (hoofdstuk 5 en 6). • De tekst moet helder en correct geschreven zijn, er verzorgd uitzien en aan een kritische lezing zijn onderworpen (hoofdstuk 7 en 8). Met inzichten in het schrijfproces, praktische instrumenten, veel voorbeelden en oefeningen leer je in dit boek op welke manier je het beste te werk kunt gaan. Daarnaast krijg je gerichte instructies ( doen ) om je eigen schrijfproces vorm te geven. Daar lees je ook of ChatGPT je verder kan helpen.

11

Kritisch denken & schrijven

Hoewel dit boek voornamelijk gericht is op het schrijven van een onderzoeks verslag op basis van bronnen- en literatuuronderzoek, zijn veel van de inzichten en stappen ook van toepassing wanneer je verslag moet doen van empirisch on derzoek. Dit type onderzoeksverslag komt expliciet in hoofdstuk 9 aan bod. Je onderzoek kan bovendien de aanleiding zijn om een andere tekst dan een scriptie of onderzoeksverslag te schrijven. Om die reden staan in het laatste hoofdstuk, hoofdstuk 10, andere genres centraal: het literatuurverslag, de lite ratuuranalyse, de recensie, het essay, het wetenschappelijk betoog en het popu lairwetenschappelijk artikel. Het schrijven van een wetenschappelijke tekst vereist helderheid van geest, het vermogen en het lef om door te denken en logische stappen te zetten, daad kracht om je aan het schrijfwerk te zetten en een kritische, scherpe blik bij het herschrijven. Dit alles wordt gevoed door oprechte nieuwsgierigheid. De erva ring leert dat het plezier in het schrijven dan vanzelf ontstaat.

NB In dit boek spreken we over een student of lezer naar wie we gemakshalve verwijzen met hij-hem-zijn, maar we bedoelen vanzelfsprekend ook zij haar-haar en hen-hen-hun.

12

Stel een goede centrale vraag

Notities

1.1 Kritisch lezen van literatuur

1

Opstellen van de centrale vraag en deelvragen

Het doel van een wetenschappelijke tekst is een beargumenteerd antwoord ge ven op een vooraf gestelde vraag die voortkomt uit een discussie, een hiaat of een probleem. Die vraag heet de onderzoeksvraag of centrale vraag. Zowel het zoeken naar een geschikt onderwerp als het formuleren van een goede onder zoeksvraag vraagt tijd, aandacht en bovenal een kritische houding. Wanneer die centrale vraag niet deugdelijk is, zal dat onherroepelijk tot pro blemen leiden tijdens het onderzoek en bij het schrijven. Je centrale vraag is dan ook te zien als het fundament van je onderzoek. Dit hoofdstuk biedt handvatten bij het leggen van dat fundament: voor het bedenken, afbakenen en herformu leren van die vraag. Als je de centrale vraag hebt opgesteld, is het noodzakelijk deelvragen te formu leren als voorbereiding op het schrijven van je tekst. Dat zijn de vragen die precies naar de informatie leiden die je nodig hebt om je onderzoeksvraag te kunnen be antwoorden. Ze helpen je om informatie te selecteren en koers te houden. Om een geschikt uitgangspunt te vinden, ga je niet alleen lezen, maar moet je ook leren steeds krítischer te lezen. Om de schrijver(s) van de literatuur recht te doen, is het belangrijk dat je een tekst eerst analyseert voordat je de publica tie op haar bruikbaarheid beoordeelt. Verdiep je dus eerst in hetgeen er precies staat en zoek de betekenis op van woorden die je niet kent. Pas als je de tekst goed begrijpt, kun je er een mening over vormen. Vervolg je kritische zoektocht met het beantwoorden van de volgende drie vragen: 1 Wat is de centrale vraag? In een goed opgebouwde wetenschappelijke tekst wordt de centrale vraag in de inleiding van de tekst (of in een samenvatting of abstract vooraf) geformu leerd. Geef die vraag weer, inclusief alle nuanceringen. Kritisch lezen van literatuur

1.1

15

1 Opstellen van de centrale vraag en deelvragen

2 Wat is het antwoord op de centrale vraag? Om de publicatie te begrijpen, moet je weten waar de schrijver je van wil overtuigen. Wat wil de schrijver aannemelijk maken? Blik vooruit naar de conclusie om te achterhalen welk antwoord de schrijver op de onderzoeks vraag geeft. Soms staat dat antwoord ook al in de samenvatting vooraf. Neem het antwoord heel precies over. 3 Wat is de onderbouwing van het antwoord? In de tekst wordt het antwoord uiteraard onderbouwd door de onderzoeks resultaten. Vaak staat deze argumentatie (in verkorte vorm) in de conclusie (of samenvatting) van de tekst. Bij empirisch onderzoek zoek je naar de inter pretatie van de data die als argumentatie dient. Maak een argumentatiestruc tuur (zie paragraaf 4.1), zodat je een overzicht krijgt van de onderbouwing. Als je de voorgaande vragen heel precies hebt beantwoord, heb je een goede beschrijving van de tekst en de bedoelingen van de schrijver. Op basis van die antwoorden kun je overgaan tot de beoordeling van de tekst: stel de volgende vier kritische vragen die eventuele tekortkomingen blootleggen. Juist hetgeen onderbelicht blijft kan voor jou als onderzoeker een inspiratiebron zijn. 1 Deugt de centrale vraag? Neem bij de beoordeling als eerste de centrale vraag onder de loep. Kijk bij voorbeeld of en op welke manier de auteur de begrippen in de centrale vraag definieert. Cruciale begrippen behoeven altijd uitleg: wat wordt eronder ver staan en hoe worden ze getoetst? Noteer wat je niet duidelijk of deugdelijk vindt en ga na of die zaken kunnen leiden naar je eigen centrale vraag. 2 Sluit het antwoord aan op de vraag? Ga na of het antwoord inderdaad aansluit op de centrale vraag. Soms sluit de conclusie niet goed aan bij de oorspronkelijke vraag. Dan heeft er gaandeweg het onderzoek een verschuiving plaatsgevonden. 3 In hoeverre is de gebruikte onderzoeksmethode adequaat? Ga na op welke wijze het onderzoek is uitgevoerd en beoordeel of dat goed is gebeurd. Bij literatuuronderzoek bekijk je welke bronnen gebruikt zijn en beoordeel je of deze actueel en relevant zijn. Als er sprake is van empirisch onderzoek, beoordeel je in hoeverre de gebruikte methode betrouwbaar is en valide is uitgevoerd (zie hoofdstuk 9).

16

1.1 Kritisch lezen van literatuur

4 Wordt het antwoord voldoende onderbouwd? Ga aan de hand van je argumentatiestructuur na bij welke argumenten (in clusief interpretaties) je vraagtekens kunt zetten. Misschien heb je twijfels: klopt het wel wat iemand heeft beweerd? Wellicht wordt niet duidelijk wat bepaalde zaken precies met elkaar te maken hebben of vind je de argumenten onvoldoende onderbouwd. Zijn de data wel deugdelijk geanalyseerd en geïn terpreteerd? In paragraaf 4.2 vind je instrumenten om de argumentatie op een systematische manier te beoordelen. Bedenk altijd of er voor de verkre gen resultaten ook alternatieve verklaringen gegeven kunnen worden. Noteer al je kritiekpunten, vragen en twijfels. Naarmate je jezelf aanleert om bij belangrijke publicaties een heldere ana lyse te maken en daarna kritische vragen te stellen, kom je steeds makkelijker op het spoor van aspecten die verder onderzocht kunnen worden. Soms krijg je de hiaten of alternatieve verklaringen aan het eind van een publicatie al in de schoot geworpen. Onder het kopje ‘Discussie’, dat vaak volgt na de re sultaten en/of onderdeel is van de conclusie, wijzen auteurs vaak zelf al op mogelijk vervolgonderzoek. Bedenk dat je eigen tekst ook een duidelijk antwoord moet geven op al deze kritische vragen. Een lezer (en beoordelaar) zal immers dezelfde vragen stellen bij het lezen van jouw wetenschappelijke tekst. Lezen en schrijven vereisen de zelfde kritische geest. Ga gericht lezen, maak een analyse van de tekst(en) die je leest en stel ver volgens kritische vragen. Noteer alle zaken die om opheldering vragen of die lijken te botsen met andere uitspraken. Kies vervolgens een onderwerp dat: • aansluit bij je interesse; • overzichtelijk is; • wetenschappelijk relevant is (omdat er sprake is van een probleem, discussie of hiaat). Helpt ChatGPT je hiermee? ChatGPT kan je een beetje op weg helpen. Hij is in staat om heel snel een antwoord te geven op een vraag als: ‘Is er een wetenschappelijke discussie gaande over onderwerp X?’, maar kan niet bevestigen of zo’n discussie nog actueel is. Hij verwijst je dan door naar databanken als JSTOR of Google Scholar om te zien welke publicaties recent zijn gepubliceerd. DOEN 1 Start je zoektocht

1

17

1 Opstellen van de centrale vraag en deelvragen

1.2

Op zoek naar een geschikt onderwerp

Een onderzoek start met de zoektocht naar een geschikte onderzoeksvraag. Soms krijg je van je docent een concrete opdracht (wie heeft het recht op de Parthenon Marbles?) of een thema aangereikt (de taalhandelingstheorie van Searle). Of je weet dat het onderwerp gerelateerd moet zijn aan een bepaald artikel of boek (bijvoorbeeld een object dat wordt behandeld The Renaissance through Rococo , het derde deel van Janson’s History of Art ). Op die manier word je al enigszins gestuurd in je keuze. In dergelijke gevallen kun je je gericht inlezen in de relevante literatuur. In andere gevallen ben je misschien vrijer in de keuze van je onderwerp. Per soonlijke interesse kan dan een uitgangspunt zijn, maar die affiniteit maakt een onderwerp niet automatisch wetenschappelijk relevant. Die relevantie ligt erin dat de uitkomsten van je onderzoek iets toevoegen aan wat al bekend is: ze bie den nieuwe informatie of een andere, meer genuanceerde, interpretatie. Het is daarbij goed om te beseffen dat een relevant onderzoek veelal een reac tie is op eerdere visies en claims. Het gaat er niet alleen om dat je tot een heldere, doordachte conclusie komt, het gaat er ook om dat je de dialoog aangaat, dat je reageert op wat een ander al heeft beweerd. Om een onderwerp te vinden dat het waard is om onderzocht te worden, moet je dus op zoek naar een probleem, onduidelijkheid, discussiepunt of spannings veld in je vakgebied waarbij je duidelijkheid kunt verschaffen of een oplossing kunt aandragen. Zo’n onderwerp kom je in de regel op het spoor door de literatuur zeer kritisch te lezen en te beoordelen. Veel onderzoek start dan ook in de (online)bi bliotheek. Raadpleeg handboeken, artikelen, readers en andere literatuur en denk nog eens terug aan de stof die tijdens eerdere (hoor)colleges is besproken. Wanneer je je zoektocht begint en in een onderwerp duikt op zoek naar een aan knopingspunt voor je onderzoek, kijk dan of je kunt kiezen voor een aspect of voor bronnen die nog weinig bestudeerd zijn. Of misschien kan een nieuwe techniek of een andere invalshoek een ander licht werpen op een eerder onderzoek. Als de moderne psychologie de theorieën van Freud in de ban heeft gedaan omdat men vindt dat zijn leer te veel op verzinsels is gebaseerd, kan dat bijvoorbeeld gevolgen hebben voor interpretaties van romans. In de kunstgeschiedenis en archeologie bieden nieuwe technieken nieuwe kansen. Voorwerpen kunnen beter gedateerd worden en er kunnen eerdere lagen, vol informatie, blootgelegd worden. Kortom: begin met lezen. En lees daarna nog meer.

18

1.3 Van onderwerp naar centrale vraag

1 Laat je niet ontmoedigen door alles wat al onderzocht is, ook niet als je bij het bestuderen van de literatuur ontdekt dat een discussie achterhaald is of dat hi aten inmiddels opgevuld zijn. Wellicht loopt je ingeslagen weg dood, maar vaak ben je dan al zijwegen tegengekomen die weer nieuwe openingen bieden.

1.3

Van onderwerp naar centrale vraag

Wie een discussiepunt, onduidelijkheid of spanningsveld heeft gevonden, heeft daarmee een probleem te pakken dat kan leiden tot de centrale vraag – ook wel als hoofdvraag of onderzoeksvraag aangeduid – van een literatuuronderzoek. Sommigen noemen de centrale vraag om die reden ook wel de probleemstelling. Dat begrip is enigszins verwarrend, omdat je bij het doen van onderzoek niet vanuit een stelling maar vanuit een vraag vertrekt. Je doet immers onderzoek om op een objectieve, systematische en controleerbare manier het antwoord op die vraag te vinden. Die vraag kan wel afgeleid zijn van een probleem, zoals de tekst hierna illustreert. Wanneer een thema belangrijk wordt in de maatschappij of in de media zul len alle politieke partijen daar een standpunt over innemen. Vaak is er een partij die het onderwerp claimt en die zal door het publiek als autoriteit op dit gebied worden gezien (Holian, 2004). Voor het klimaat is dit bijvoorbeeld GroenLinks: deze partij ‘bezit’ het onderwerp en verwerft er stemmen mee. Als een rechtse partij zoals de VVD zich ook als klimaatpartij wil profile ren, moet zij dit onderwerp een andere draai zien te geven. De VVD moet het onderwerp dan zo ‘framen’ dat het bij haar doelen past. De vraag is hoe de VVD dat het beste kan doen, ofwel in hoeverre een rechtse partij het onder werp ‘klimaat’ zo kan ‘framen’ dat het zich het onderwerp kan toe-eigenen. Om van een probleem tot een deugdelijke onderzoeksvraag te komen, moet je rekening houden met de eisen die (bij bronnen- en literatuuronderzoek) voor een centrale vraag gelden. Een adequate centrale vraag: • leidt tot een betogende tekst; • laat zien dat het onderwerp goed is afgebakend; • is enkelvoudig en open; • is neutraal en concreet geformuleerd.

Deze eisen worden hierna toegelicht.

19

1 Opstellen van de centrale vraag en deelvragen

De vraag leidt tot een betogende tekst Omdat het doel van je tekst is de lezer te overtuigen van de aanvaardbaarheid van het antwoord op je centrale vraag, zal die tekst uiteindelijk een betogend karakter krijgen. Juist in dat karakter zit de toegevoegde waarde van je tekst: je komt aan de hand van argumenten tot een eigen standpunt. Als je alleen zou weergeven wat anderen al eerder hebben beschreven of wanneer je iets onderzoekt waar geen verschil van mening over bestaat, is de toegevoegde waarde van je wetenschap pelijke tekst te beperkt. In zulke gevallen heb je geen argumenten nodig maar vol staat een opsomming van feiten. De volgende vraag is hier een voorbeeld van.

Welke ICT-toepassingen zijn er in het basisonderwijs geïmplementeerd?

Het antwoord op deze vraag zal een overzicht zijn van de ICT-toepassingen. Dat roept de vraag op wat voor doel je met zo’n beschrijving hebt. Het antwoord op die vraag geeft je mogelijk wel een zetje in de goede richting. Vergelijk de vraag hiervoor met de volgende:

In hoeverre zijn ICT-toepassingen in het basisonderwijs effectief?

Om tot een antwoord op deze vraag te komen, zul je zeker gebruikmaken van een overzicht van de toepassingen, maar die inventarisatie gebruik je alleen om je hoofddoel te ondersteunen. Een dergelijke beschrijvende vraag kan dus een aanzet geven voor een onderzoek, mits je je afvraagt wat je met een dergelijke beschrijving voor ogen hebt. Dat geldt eveneens bij een beschrijvende vraag die aan empirisch onderzoek ten grondslag ligt, zoals in hoofdstuk 9 uitgebreid aan de orde komt. Ook een beschrijving van een nieuwe ontdekking, een onbekend schilderij of een archeologische vondst zal uiteindelijk aanleiding zijn voor verder onderzoek. Een beschrijvende vraag of een vergelijking is dus in de regel een opmaat naar een ho ger doel en zal dan als deelvraag dienst gaan doen. Kijk maar naar de vraag hierna:

Wat is de symbolische betekenis van de slang op de Portlandvaas?

Deze vraag leidt tot een beschrijving als er in het vakgebied reeds consensus is over die betekenis. Wanneer deze vraag in een dergelijke context centraal staat in je onderzoek, is de relevantie onduidelijk: waarom zou jij die betekenis nog maals willen beschrijven? Als je het doet omdat je op basis van die beschrij ving een andere vraag kunt beantwoorden, is er geen sprake van een hoofdvraag maar van een deelvraag.

20

1.3 Van onderwerp naar centrale vraag

1 Zolang er geen overeenstemming bestaat over de betekenis van de slang, kun je beoordelen welke bestaande interpretatie het meest aannemelijk is. Ook wanneer er nog geen interpretatie van die slang bestaat, zul je met argumenten moeten komen die duidelijk maken op welke gronden je er welke betekenis aan toekent. In beide gevallen dien je de vraag te specificeren, zodat het beoogde doel voor de lezer helder is. Als dat gebeurd is, leidt de vraag tot een betogende tekst: je wilt de lezer ervan overtuigen dat die ene verklaring of interpretatie het meest aannemelijk is. Als je in staat bent nieuw licht op zo’n discussie te werpen, zou de vraag beter geformuleerd kunnen worden als:

Welke interpretatie van de slang op de Portlandvaas is het meest aannemelijk?

Maak dus bij het formuleren van je centrale vraag aan de lezer duidelijk dat je tekst niet puur informatief van aard zal zijn, maar dat je uiteindelijk met een oordeel komt.

Ga bijvoorbeeld eens na in hoeverre de hiernavolgende vragen tot een betogen de tekst leiden.

• In hoeverre is Stonehenge te vergelijken met andere henges uit de Jonge Steentijd?

• Welke rol speelde Amsterdam in de Tachtigjarige Oorlog? • Hoe heeft Vincent van Gogh zich in Den Haag ontwikkeld?

• Welke behandelmethode is het meest effectief bij een kind met dyslexie? • Mijn onderzoeksvraag luidt hierbij: ‘Hoe is de Europese integratie verlo pen sinds de totstandkoming van de EGKS?’ • In welke mate is Rubens beïnvloed door het caravaggisme? • Is het wenselijk om je kind een dialect aan te leren? Vragen die beginnen met ‘wat’ of ‘welke’ zijn vaak beschrijvend van aard. Ook een vraag die met ‘hoe’ begint, blijft vaak in een beschrijving of een inventarisa tie steken. Een vraag als: ‘Hoe voegen advocaten emotie toe aan hun pleidooi?’ zou immers tot een opsomming van voorbeelden kunnen leiden. De vragende voornaamwoorden ‘waarom’ en ’waardoor’ wijzen op een ver klaring, net als de formulering: ‘Hoe komt het dat …?’. Ook dan is het niet de bedoeling dat je louter weergeeft wat een ander al eerder heeft verklaard. Pas als je ook de aannemelijkheid van die verklaring weegt, kom je tot een betogende tekst. De vragen hierna illustreren dat, waarbij het voor de hand ligt dat ant woorden onderbouwd moeten worden.

21

1 Opstellen van de centrale vraag en deelvragen

• Hoe komt het dat jazzmuziek in de jaren 50 van de vorige eeuw in Neder land niet populair was? • Waarom definiëren verschillende onderzoekers straattaal verschillend? • Wat is de culturele verklaring voor het verschil in succes tussen mannelij ke en vrouwelijke auteurs? Er zijn ook ‘hoe-vragen’ waarbij je op zoek gaat naar de oplossing voor een pro bleem of waarbij je tot een advies komt. Bijvoorbeeld bij vragen als ‘Hoe kan de Belastingdienst zijn website begrijpelijker maken?’ of ‘Hoe vergroot je de media wijsheid bij leerlingen met een benedengemiddeld IQ (tussen de 55-80)?’. Je begint dan in de regel met een analyse van het probleem. Daarna kun je mogelijke op lossingen inventariseren, om daaruit (op basis van je doelstellingen en randvoor waarden) de beste optie te distilleren. Uiteindelijk leidt je tekst tot een advies: je geeft een beredeneerde onderbouwing waaruit blijkt dat dit de beste optie is. Besef dus altijd dat je vraag moet leiden tot een antwoord dat onderbouwd moet zijn om door de lezer aanvaard te kunnen worden. Denk aan vragen als: In welke mate is een maatregel wenselijk? In hoeverre is een bepaalde theorie houdbaar? Op welke punten voldoet het werk wel en niet aan de kenmerken van een bepaald genre? Het is kortom cruciaal dat je in je tekst tot een afweging komt: in die afweging schuilt het betogende karakter. De vraag laat zien dat het onderwerp goed afgebakend is De centrale vraag van je onderzoek moet zo genuanceerd mogelijk zijn. Sommi ge studenten willen te veel en stellen brede vragen die niet goed te beantwoor den zijn. Dat is vaak omdat ze bang zijn dat ze anders te weinig stof hebben. Die angst is ongegrond. Het is juist belangrijk het onderwerp goed af te bakenen en alle nuances weer te geven; dat geeft ruimte voor verdieping. Stel dat je verschillende opvattingen over het werk van Seurat tegenkomt en op basis daarvan de volgende vraag stelt: Over het werk van Seurat bestaan vele uiteenlopende opvattingen, theorieën en ideeën, veelal foutieve en vooral incomplete. In dit onderzoek wil ik beoor delen welke theorie de meest aanvaardbare is. Een dergelijke opzet is lastig uit te voeren. Je zult als onderzoeker alle theorieën over het werk van Seurat moeten beoordelen, terwijl je er zelf al achter bent ge komen dat het er veel zijn. Je zult bovendien in staat moeten zijn om het kaf van het koren te scheiden; je moet weten op welke manier je die theorieën op hun aanvaardbaarheid kunt beoordelen. Hoe kom je tot beoordelingscriteria voor

22

1.3 Van onderwerp naar centrale vraag

het onderscheid tussen aanvaardbare en onaanvaardbare theorieën? Met ande re woorden: hoe maak je je vraag toetsbaar? In dit geval kun je beter één aspect uit een theorie kiezen waarover discussie be staat of waarover nog niets of heel weinig geschreven is. Wellicht zijn er twijfels bij Seurats status als grondlegger van het pointillisme of is niet duidelijk in hoeverre hij de theorie achter de kleurenleer inderdaad belangrijker vond dan spontaniteit. Wanneer een vraag nog te breed is, kijk dan of je die verder kunt afbakenen door je te beperken tot een bepaalde periode, een bepaalde locatie, een bepaald thema of een specifiek aspect. Dat zorgt ervoor dat je meer de diepte in kunt, waardoor het antwoord op je vraag in de regel interessanter wordt. Kies liever voor klein en diepgaand dan voor veel en oppervlakkig. Afbakenen is, kortom, een kwestie van keuzes maken, tot je de meest genuanceerde, haalbare en toets bare vraag te pakken hebt. De Dode Zeerollen geven ons een unieke inzage in het jodendom in die tijd en de overgang van het jodendom naar het christendom. Ik zou graag te weten willen komen welke parallellen er tussen de Dode Zeerollen en het Nieuwe Testament zijn. Allereerst kun je je hier afvragen wat de relevantie van dit onderzoek is: wat wordt beoogd met een overzicht van de parallellen? In deze opzet zal een over zicht van alle parallellen volgen, waardoor het onderzoek puur beschrijvend van aard zal zijn. Daarnaast zie je snel dat een dergelijk onderzoek lastig of niet uit te werken is binnen een kort tijdsbestek. Het vergt nauwgezet onderzoek naar de Dode Zeerollen en het Nieuwe Testament, waarbij je zo mogelijk de origine le documenten bestudeert (de primaire bronnen, zie hoofdstuk 3). Afbakening hangt dus samen met de haalbaarheid van je onderzoek. Is het materiaal dat je nodig hebt wel toegankelijk? De vraag is enkelvoudig en open, en is neutraal en concreet geformuleerd Als je te veel wilt of nog niet goed weet wat je wilt, kan dat ertoe leiden dat er meer dan één vraag boven komt drijven. Dat is in eerste instantie niet erg, mits je uiteindelijk maar een keuze maakt en je vragen tot één onderzoeksvraag weet te herleiden. De hoofdvraag dient uit één vraag te bestaan ofwel enkelvoudig te zijn. De volgende vragen zijn dat nog niet, maar je zou die met kleine ingrepen wel tot een enkelvoudige vraag kunnen terugbrengen. Ga eens na of je het volgende onderwerp geschikt vindt en zo niet, hoe je het geschikter zou kunnen maken.

1

23

1 Opstellen van de centrale vraag en deelvragen

• Ik wil beoordelen of Meditaties van Descartes tot het scepticisme is te re kenen en hoe Hegel over dat scepticisme zou oordelen. • Welke stijl typeert Stevens het beste en hoe werd dat werk toentertijd door critici ontvangen? In dergelijke gevallen, bij dubbele vragen, zouden er óf twee onderzoeken moe ten volgen óf zou er bepaald moeten worden welke vraag ondergeschikt is aan de andere. In veel gevallen heeft die laatste optie de voorkeur. Als je de tekst hierna leest, zie je dat een overdaad aan vragen tot onduidelijkheid leidt. Internet, 3D-beelden en touchscreens zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Langzaam maar zeker zijn deze technieken ook doorgesijpeld naar de archeologie. Maar wat zijn die ontwikkelingen nou precies? Met an dere woorden: welke ontwikkelingen heeft de digitale techniek in de afgelo pen tien jaar doorgemaakt? Ook vraag ik me af welke invloed digitale tech nieken hebben op de manier waarop het publiek naar het vakgebied kijkt en op wat voor manier deze technieken toegepast kunnen worden door musea in hun tentoonstellingen. Dat brengt me tot de volgende vraag: wat is de toe komstige rol van digitale technieken in de tentoonstelling van archeologische collecties en wat voor invloed zullen deze nieuwe toepassingen hebben op de museumbeleving van de toekomstige bezoeker? Kunnen ze worden gezien als vooruitgang of zitten er ook sterk negatieve kanten aan? De onderzoeker lijkt drie vragen als hoofdvraag te stellen: Wat is de toekomstige rol van digitale technieken in de tentoonstelling van archeologische collecties? Wat voor invloed zullen deze nieuwe toepassingen hebben op de museumbele ving van de toekomstige bezoeker? Kunnen ze worden gezien als vooruitgang of zitten er ook sterk negatieve kanten aan? In zo’n geval is het belangrijk dat je bepaalt welke vraag centraal staat en welke vragen daaraan ondergeschikt zijn. In dit voorbeeld draait het om de vraag in hoeverre de toekomstige rol van digi tale technieken in de tentoonstelling van archeologische collecties uitsluitend als vooruitgang kan worden gezien. Het is overigens goed dat de onderzoeker nog openlaat wat zwaarder zal we gen: de voordelen of de nadelen van de nieuwe ontwikkelingen. Het is immers belangrijk dat er zonder vooroordelen wordt gewerkt. Wie onderzoek gaat doen, weet van tevoren nog niet wat de uitkomst zal zijn. Dat houdt in dat je altijd van uit een vraag (en niet vanuit een conclusie) vertrekt. In het tekstje hierna is het duidelijker welke vraag centraal staat.

24

1.3 Van onderwerp naar centrale vraag

1 Internet, 3D-beelden en touchscreens zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Langzaam maar zeker zijn deze technieken ook doorgesijpeld naar de archeologische musea. In dit onderzoek wil ik nagaan in hoeverre de toekomstige rol van de digitale technieken in de tentoonstelling van archeo logische collecties kan worden gezien als vooruitgang. Daartoe ga ik eerst, in paragraaf 1, na welke ontwikkelingen de digitale techniek in de afgelopen tien jaar heeft doorgemaakt. Om vervolgens, in pa ragraaf 2, te beschrijven op wat voor manier musea deze nieuwe technieken (kunnen) toepassen in hun tentoonstellingen. In paragraaf 3 zal ik de meer waarde van deze toepassingen beoordelen voor musea en publiek. Op basis van die bevindingen zal ik tot een antwoord op mijn vraag komen. Zorg ook dat je vraag vrij is van vooroordelen en ongefundeerde aannames, met andere woorden dat je vraag neutraal geformuleerd is. Wie de vraag stelt: ‘Hoe is Newton in staat wetenschap en religie te verenigen?’ suggereert al dat Newton we tenschap en religie inderdaad heeft weten te verenigen, terwijl het misschien nog maar de vraag is of hij daarin geslaagd is. De vraag naar de manier waarop hem dat gelukt is, zal bovendien alleen tot een beschrijving leiden van Newtons handigheid om die twee te combineren, terwijl het onderzoek pas relevant is als onderzocht wordt óf Newton er wel in slaagt religie en wetenschap te verenigen. De vraag: laat het antwoord nog open, impliceert een afweging (op welke punten is het hem wel en niet gelukt ze te combineren) en is dus een adequate onderzoeks vraag. Een gesloten vraag is overigens niet altijd problematisch. Wie op zoek is naar een concreet advies (liever a of b?) of empirisch onderzoek gaat uitvoeren (zie hoofdstuk 9), zal vaker met een gesloten vraag te maken hebben. Zoals in deze voorbeelden: • Hoe kan de overheid de burger het beste aanspreken: met je of met u? • Komt ‘me’ als bezittelijk voornaamwoord als in ‘me moeder’ vaker in het zuiden dan in het noorden van Nederland voor? Bij de eerste vraag zal de onderzoeker ook moeten onderbouwen waarom de ene vorm de voorkeur krijgt boven de andere. Bij de tweede vraag is niet onmiddel lijk duidelijk waartoe de kennis over het gebruik van ‘me’ zal dienen. Ook hier geldt dat een beschrijvende tekst de basis zal vormen voor of deel zal uitmaken van een ander onderzoek, bijvoorbeeld van een groter onderzoek naar taalver schillen tussen Noord- en Zuid-Nederland. In hoeverre is Newton erin geslaagd wetenschap en religie te verenigen?

25

1 Opstellen van de centrale vraag en deelvragen

Ten slotte is het belangrijk dat je je centrale vraag zo concreet mogelijk formu leert. Tijdens het zoekproces kun je je vraag nog enigszins aanscherpen (naar mate je zelf helderder voor ogen krijgt wat je wilt gaan doen), maar je bewijst jezelf een grote dienst als je de vraag in een zo vroeg mogelijk stadium zo precies mogelijk formuleert. Een opzet als: ‘In deze scriptie zal ik ADHD behandelen’ is niet duidelijk. De lezer weet niet wat de vraag of het probleem is. Vermijd daarom vage termen als ‘behan delen’, ‘kijken naar’ en ‘ingaan op’. Dergelijke formuleringen zijn vaak een teken van zwakte: ze impliceren dat je zelf nog niet goed voor ogen hebt wat je wilt gaan doen. Bedenk ook dat de inventarisatiefase – de fase in het schrijfproces waarin je je centrale vraag en deelvragen opstelt en je inleiding schrijft – erop is gericht om jou als schrijver houvast te bieden. Hoe beter je namelijk weet wat je doel is, hoe gerichter je de volgende fase kunt doorlopen: het zoeken naar en selecteren van informatie die je helpt om je vraag te beantwoorden (zie hoofdstuk 3). Je centrale vraag kun je als je kompas zien; die vraag bepaalt de koers van je onderzoek en bepaalt welke literatuur je zult bestuderen. Het vinden, formule ren en herformuleren van je onderzoeksvraag is een zoektocht: je zet vaak twee stappen vooruit om er daarna weer één terug te zetten. Het is zeker lastig, maar als je eenmaal een goede vraag te pakken hebt die het onderwerp strak afbakent, kun je gerichter literatuur zoeken en selecteren. Omgekeerd is het noodzakelijk je eerst (globaal) in te lezen voordat je op een probleem kunt stuiten. Durf op een gegeven moment ook een vraag te kiezen: voortschrijdend in zicht kan altijd tot aanpassingen leiden, maar op een gegeven moment moet je aan de slag en zonder voorlopige beginvraag kom je niet verder. De onderzoeks vraag ga je zo mogelijk steeds verder verfijnen. Daarnaast is het soms nodig om al in de inleiding je vraag kort toe te lichten: wat versta je precies onder een bepaald begrip en om welke reden heb je voor een bepaalde afbakening (qua tijd of plaats bijvoorbeeld) gekozen?

2 Formuleer je centrale vraag

Maak gebruik van de volgende checklist. • Leidt deze vraag tot een betogende tekst? • Laat de vraag zien dat het onderwerp goed afgebakend is? • Is het onderzoek haalbaar en de vraag toetsbaar? • Is de vraag enkelvoudig en open? • Is de vraag neutraal en concreet geformuleerd? • Behoeft de vraag nog verdere toelichting?

DOEN

26

1.4 Deelvragen opstellen

Helpt ChatGPT je hiermee? ChatGPT kan als inspiratiebron dienen, maar hij denkt te vaak te groot. Als je vraagt of hij bij een bepaald onderwerp een goede onderzoeksvraag kan geven voor een kort literatuuronderzoek, volgt er geheid een vraag. Die is lang niet altijd bruikbaar. Een suggestie als: ‘In hoeverre heeft Winston Churchill’s [sic] persoonlijke en politieke visie op Joden invloed gehad op zijn beleid ten aanzien van Joden tijdens zijn premierschap tijdens de Tweede Wereldoorlog?’ is echt niet zomaar te beantwoorden in een kort literatuuronderzoek. Als je ChatGPT vervolgens vraagt hoe je die invloed moet meten, krijg je als suggestie een com binatie van historische analyses, vergelijking met andere leiders, interviews & enquêtes, en statistische analyse. Denk dus zelf goed na over dit belangrijke on derdeel en baken je onderwerp (en eventuele vraag aan ChatGPT) steeds verder af. Vraag daarbij hulp aan je docent: die kan je vast beter op weg helpen! Als je een (voorlopige) onderzoeksvraag hebt opgesteld, kun je gaan bedenken welke stappen nodig zijn om tot een antwoord te komen. Welke informatie is essentieel? En in welke volgorde zul je die presenteren? Je gaat zodoende naden ken over deelvragen. Na colleges over Europese literatuurgeschiedenis en het lezen van het boek Max Havelaar weet een student dat Multatuli kritiek gaf op het koloniale bewind in zijn tijd. Hij weet ook dat Multatuli die kritiek soms op spottende wijze uitte, maar is dat genoeg om Max Havelaar als een satire te bestempelen? De student besluit het te onderzoeken aan de hand van de volgende centrale vraag: Deelvragen opstellen

1

1.4

In hoeverre is Max Havelaar op te vatten als satire?

Om die vraag te kunnen beantwoorden, heeft hij specifieke informatie nodig, die hij op het spoor kan komen via deelvragen.

1 Wat zijn de kenmerken van satire? 2 Wat zijn de kenmerken van Max Havelaar ?

3 Welke kenmerken ondersteunen de satireduiding en welke ondergraven deze? 4 In hoeverre zijn die satire-ondersteunende kenmerken voldoende en nood zakelijk om het boek als satire te kenmerken?

27

1 Opstellen van de centrale vraag en deelvragen

Bij het opstellen van dergelijke deelvragen moet je voor ogen houden dat zij pre cies die informatie moeten opleveren die je nodig hebt om tot een antwoord op je centrale vraag te komen. Dat luistert nauw. Stel geen deelvraag op die tot over bodige informatie leidt: de plaats van Multatuli in de literatuurgeschiedenis, zijn oeuvre en zijn leven zijn hier niet relevant. Je deelvraag mag ook niet tekortschie ten door te weinig informatie te leveren of door hiaten of blinde vlekken te creë ren. Daarnaast moeten deelvragen op een logische manier op elkaar voortbouwen en moet de laatste deelvraag gericht zijn op de afweging van de argumenten. Vanuit de deelvragen is het handig om een tekstschema te maken: een globale indeling van je tekst met hoofdstuk- en paragraaftitels. Zo’n schema geeft houvast, ook al zul je het naarmate je onderzoek vordert nog verder moeten verfijnen. Wanneer de student uit het voorbeeld hiervoor zich heeft verdiept in relevante theorieën over het genre satire, kan hij de indeling verfijnen. Deelvraag 1 is gericht op een duidelijke afbakening van het genre. Gaandeweg wordt die afbakening ge splitst in doel en functie (1.1) en de kenmerken (1.2). De deelvragen leiden welis waar naar de kern van de hoofdstukken, maar die hoofdstukken kunnen in de loop van het proces nog verder onderverdeeld worden. Dit levert het hiernavolgende tekstschema op, dat je zou kunnen zien als de voorlopige inhoudsopgave.

Inleiding 1 Satire: doel, functie en kenmerken 1.1 Doel en functie van satire 1.2 Kenmerken van satire 2 Kenmerken van Max Havelaar 2.1 Inhoudelijke kenmerken van Max Havelaar 2.2 Stijlkenmerken van Max Havelaar 3 Max Havelaar als satire?

3.1 Kenmerken die satire-duiding ondersteunen 3.2 Kenmerken die de satire-duiding ondergraven 4 Afweging: in hoeverre is Max Havelaar als satire te duiden? Conclusie

Door een tekstschema te maken, zie je welke informatie je op welke wijze over de tekst moet verdelen. Je ziet ook in één oogopslag of de informatie gelijkmatig over de hoofdstukken en paragrafen wordt verdeeld. Bij een relatief korte tekst van ongeveer drieduizend woorden is het aantal deelvragen beperkt en zal het mogelijk zijn aan de hand van ongeveer drie deelvragen tot een antwoord te ko men. Dat wil zeggen dat een dergelijke tekst ook drie hoofdstukken of paragra fen zal krijgen, los van de inleiding en de conclusie. Bij een tekst van die lengte spreken we in de regel over paragrafen (bijvoorbeeld: paragraaf 1) en subpara-

28

1.4 Deelvragen opstellen

1 grafen (paragraaf 1.1). Als een tekst meer dan dertig pagina’s telt gaat het om hoofdstukken met daarbinnen paragrafen (en eventueel subparagrafen). Als tijdens het bestuderen van de literatuur of tijdens het schrijven blijkt dat de indeling uit je tekstschema op sommige punten tekortschiet, kun je die altijd nog aanpassen. Zo kom je er misschien achter dat je de kenmerken van Max Havelaar uit hoofdstuk 2 nog moet verfijnen: je zou misschien verschillende stijlfiguren die vaak voorkomen verder uit kunnen werken. Of je besluit toch de volgorde te veranderen, als blijkt dat het handiger is om eerst te toetsen of de kenmerken van satire in Max Havelaar terug te vinden zijn en pas daarna te ach terhalen of je daarmee Max Havelaar recht doet. Wellicht is Max Havelaar meer dan alleen satire? Een dergelijk schema is dan ook vooral een uitgangspunt, een eerste houvast. Naarmate je onderzoek vordert, zul je aan de hand van de zoge noemde kritische vragen (zie hoofdstuk 4) je eigen tekst en de structuur ervan meer dan eens tegen het licht moeten houden. Een overzicht van je deelvragen helpt je al in de beginfase om vat te krijgen op de noodzakelijke onderdelen. Het helpt je ook bij de beoordeling van de haal baarheid van je onderzoek. Door het stellen van deelvragen dwing je jezelf na melijk om je onderzoeksvraag telkens verder te verfijnen. Je komt er op die ma nier misschien ook achter dat je onderzoek niet haalbaar is, bijvoorbeeld omdat het je ontbreekt aan tijd en middelen of omdat het methodologisch te lastig is (zie ook paragraaf 1.3). Een onderzoeker kan zich bijvoorbeeld vol enthousiasme op de volgende vraag storten:

In hoeverre is het luisteren naar klassieke muziek tijdens de zwangerschap goed voor het kind?

Bij het formuleren van zijn deelvragen zal hij echter ontdekken dat hij het zich zelf niet gemakkelijk heeft gemaakt.

• Welke theorieën zijn er over het effect van klassieke muziek op menselijke ontwikkeling? • Welk criterium is er om een onderscheid te maken tussen een gunstige en minder gunstige werking? • Wat zijn de gunstige gevolgen van het luisteren naar klassieke muziek? • Hoe zijn effecten op het kind tijdens de zwangerschap te meten?

Deze vragen maken al snel duidelijk dat de vraag te breed is (in welk opzicht gunstig?), maar vooral ook lastig toetsbaar: hoe meet je de consequenties van

29

1 Opstellen van de centrale vraag en deelvragen

het luisteren naar klassieke muziek tijdens de zwangerschap? Je weet dan dat je je onderzoeksvraag zult moeten herzien.

De deelvragen blijven het hele schrijfproces je leidraad. Zij bepalen de richting ofwel de indeling van je tekst. Daarnaast helpen ze je bij de selectie van de infor matie: zoek en gebruik alleen die informatie die bijdraagt aan het beantwoorden van je deelvragen. Bij het opstellen van je deelvragen kun je ervan uitgaan dat de eerste deel vraag in de regel beschrijvend van aard zal zijn, ongeacht je onderwerp. Je zult allereerst definities of criteria moeten geven: of je zet de theorie uiteen die als uitgangspunt voor je onderzoek dient, of je geeft de stand van onderzoek weer. Soms kun je die informatie beknopt in de inleiding kwijt, maar veel vaker leg je dat fundament in de eerste paragraaf (zie ook hoofdstuk 3). Wie wil onderzoeken in hoeverre de toespraken van Greta Thunberg popu listisch taalgebruik bevatten, zal die toespraken pas kunnen analyseren nadat populistisch taalgebruik is gedefinieerd en bepaald is op welke manier je dat taalgebruik kunt detecteren. In de eerste paragraaf/paragrafen zul je daar dus antwoord op moeten geven. De volgende deelvragen staan dan in het teken van het gekozen object: de toespraken. De laatste deelvraag zal, zoals eerder opgemerkt, gericht zijn op de afweging van de argumenten (zie paragraaf 5.1). Daar kom je, op basis van de ge geven definitie en de analyses, tot een uitspraak over de mate waarin Thunbergs toespraken populistisch taalgebruik bevatten. Als je wilt onderzoeken of de exploderende welvaart in het naoorlogse Neder land een unieke ontwikkeling betreft, zul je die welvaartsgroei eerst moeten be schrijven. Pas daarna kun je deelvragen beantwoorden die overeenkomsten en verschillen ten opzichte van andere landen aan het licht brengen. Zo wordt dui delijk welke argumenten op uniciteit wijzen en welke daartegen pleiten. Daarna kun je tot een afweging komen: in hoeverre wegen de overeenkomsten zwaarder dan de verschillen? Daarbij ga je na hoe de overtuigingskracht van de pro-argu menten zich verhoudt tot die van de contra-argumenten. Ook wie schrijft over de vraag of het onderscheid tussen Barok en Rococo wel zinvol is, zal allereerst willen vaststellen wat onder ‘een zinvol onderscheid’ wordt verstaan: op basis waarvan worden stromingen onderscheiden? Daarbij zal achterhaald moeten worden wat de noodzakelijke en voldoende kenmerken zijn waaraan voldaan moet zijn om van verschillende stromingen te kunnen spreken. Aan welke kenmerken moet in ieder geval voldaan zijn om van een aparte stroming te kunnen spreken, en welke kenmerken samen zijn voldoende om een onderscheid te mogen maken?

30

Made with FlippingBook Digital Publishing Software