Kritisch denken & schrijven 2e druk - Francisca Jungslager, Wilma Maljaars

1 Opstellen van de centrale vraag en deelvragen

Bij het opstellen van dergelijke deelvragen moet je voor ogen houden dat zij pre cies die informatie moeten opleveren die je nodig hebt om tot een antwoord op je centrale vraag te komen. Dat luistert nauw. Stel geen deelvraag op die tot over bodige informatie leidt: de plaats van Multatuli in de literatuurgeschiedenis, zijn oeuvre en zijn leven zijn hier niet relevant. Je deelvraag mag ook niet tekortschie ten door te weinig informatie te leveren of door hiaten of blinde vlekken te creë ren. Daarnaast moeten deelvragen op een logische manier op elkaar voortbouwen en moet de laatste deelvraag gericht zijn op de afweging van de argumenten. Vanuit de deelvragen is het handig om een tekstschema te maken: een globale indeling van je tekst met hoofdstuk- en paragraaftitels. Zo’n schema geeft houvast, ook al zul je het naarmate je onderzoek vordert nog verder moeten verfijnen. Wanneer de student uit het voorbeeld hiervoor zich heeft verdiept in relevante theorieën over het genre satire, kan hij de indeling verfijnen. Deelvraag 1 is gericht op een duidelijke afbakening van het genre. Gaandeweg wordt die afbakening ge splitst in doel en functie (1.1) en de kenmerken (1.2). De deelvragen leiden welis waar naar de kern van de hoofdstukken, maar die hoofdstukken kunnen in de loop van het proces nog verder onderverdeeld worden. Dit levert het hiernavolgende tekstschema op, dat je zou kunnen zien als de voorlopige inhoudsopgave.

Inleiding 1 Satire: doel, functie en kenmerken 1.1 Doel en functie van satire 1.2 Kenmerken van satire 2 Kenmerken van Max Havelaar 2.1 Inhoudelijke kenmerken van Max Havelaar 2.2 Stijlkenmerken van Max Havelaar 3 Max Havelaar als satire?

3.1 Kenmerken die satire-duiding ondersteunen 3.2 Kenmerken die de satire-duiding ondergraven 4 Afweging: in hoeverre is Max Havelaar als satire te duiden? Conclusie

Door een tekstschema te maken, zie je welke informatie je op welke wijze over de tekst moet verdelen. Je ziet ook in één oogopslag of de informatie gelijkmatig over de hoofdstukken en paragrafen wordt verdeeld. Bij een relatief korte tekst van ongeveer drieduizend woorden is het aantal deelvragen beperkt en zal het mogelijk zijn aan de hand van ongeveer drie deelvragen tot een antwoord te ko men. Dat wil zeggen dat een dergelijke tekst ook drie hoofdstukken of paragra fen zal krijgen, los van de inleiding en de conclusie. Bij een tekst van die lengte spreken we in de regel over paragrafen (bijvoorbeeld: paragraaf 1) en subpara-

28

Made with FlippingBook Digital Publishing Software