Kritisch denken & schrijven 2e druk - Francisca Jungslager, Wilma Maljaars

1.4 Deelvragen opstellen

1 Uit de beschrijvingen van Janson’s History of Art is misschien af te leiden dat de schilderkunst tijdens de Barok gekenmerkt wordt door extreem realisme, dramatische effecten, clair-obscur, veel emotie, veel vaart/beweging, berekende dieptewerking en onzichtbare lichtbronnen. In de rococotijd ligt de nadruk op elegantie, luchtigheid/frivoliteit, lossere vormen, het lieflijke karakter der din gen, asymmetrie en een nog zwierigere bewegende lijn. Schilderingen vormden één geheel met de architectuur, het stucwerk en de meubilering. Deelvragen die dan voor de hand liggen zijn: • Wat zijn de indelingsprincipes van stijlperioden en specifiek voor Barok en Rococo? • Wat zijn de kenmerken van Barok? • Wat zijn de kenmerken van Rococo? • Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen Barok en Rococo? • Is er voldoende grond voor een onderscheid tussen beide? Inleiding 1 Indelingsprincipes 2 Kenmerken Barok 2.1 Periodisering 2.2 Intentie 2.3 Thematiek 2.4 Enscenering 2.5 Clair-obscur: manipulatie van licht en donker 2.6 Vormen: zwierigheid en symmetrie 3 Kenmerken Rococo 3.1 Periodisering 3.2 Intentie 3.3 Thematiek 3.4 Enscenering 3.5 Clair-obscur: manipulatie van licht en donker 3.6 Vormen: zwierigheid en symmetrie 4 Verschillen en overeenkomsten tussen Barok en Rococo 5 Afweging: is er voldoende grond voor een onderscheid tussen Barok en Ro coco? Conclusie Op basis van die vragen wordt het volgende tekstschema gemaakt, dat nog voor verbetering vatbaar is. Ga zelf eens na wat er nog beter kan.

31

Made with FlippingBook Digital Publishing Software