Praktijkgericht onderzoek in de (paramedische) zorg - Wouters

PRAKTIJK GERICHT ONDERZOEK IN DE (PARA MEDISCHE) ZORG

EVELINE WOUTERS YVONNE VAN ZAALEN JANNA BRUIJNING

u i t g e v e r ij

c

c o u t i n h o

Praktijkgericht onderzoek in de (paramedische) zorg

Praktijkgericht onderzoek in de (paramedische) zorg

Eveline Wouters Yvonne van Zaalen Janna Bruijning

Derde, herziene druk

bussum 2021

www.coutinho.nl/popz3 Je kunt aan de slag met online studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat onder andere uit kennisclips, interviews, voorbeelden van verschillende soorten onderzoeken en opdrachten voor het beoordelen van onderzoeksliteratuur.

© 2012/2021 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden.

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mecha nisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toege staan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk ver schuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor de readerregeling kan men zich wenden tot Stichting UvO (Uitgeversorganisatie voor Onderwijslicenties, www.stichting-uvo.nl). Voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in knipselkranten dient men contact op te nemen met Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, www.stichting-pro.nl).

Eerste druk 2012 Derde, herziene druk 2021

Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl

Omslag: Ronald Boiten, Amersfoort Beeld omslag: © Shutterstock Opmaak binnenwerk: az grafisch serviceburo bv, Den Haag

Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Perso nen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. De personen op de foto’s komen niet in de tekst voor en hebben geen relatie met hetgeen in de tekst wordt beschreven, tenzij het anders vermeld is.

ISBN: 978 90 469 0782 5 NUR: 882

Ten geleide

In de gezondheidszorg is een omslag gaande waarbij er meer nadruk komt te liggen op het functioneren van mensen in het dagelijks leven. Paramedische zorg is bij uitstek gericht op dit functioneren in de dagelijkse omgeving, en het belang ervan neemt dus toe. Onderzoek kan helpen om deze zorg verder te ontwikkelen. Net zoals andere medische en verpleegkundige zorgverleners dienen paramedici daarom goed in onderzoek opgeleid te worden. Daaraan levert dit boek een grote bijdrage. De auteurs kiezen daarbij voor een praktijkgerichte insteek: hoe kan men met onderzoek in de praktijk de zorg verder ontwikkelen en verbeteren? Ze laten zien hoe onderzoek kan helpen om antwoord te geven op vragen die de zorg verlener in de dagelijkse praktijk tegenkomt. Ook geven ze een gedegen beschrijving van wat onderzoek is en hoe men onderzoek doet. Daarbij gaat het zowel om het meer klassieke kwantitatieve en kwalitatieve onderzoek als om andere vormen van onderzoek, zoals actieonderzoek en ontwerpgericht onderzoek. Steeds vaker vragen de complexe zorgvragen van patiënten om een multidisciplinaire aanpak. Dit boek helpt om deze te baseren op een gedegen fundament van multidisciplinair onderzoek. Het boek is geschreven voor mensen die onderzoek alleen willen lezen, voor mensen die zelf onderzoek willen doen, en voor mensen die resultaten van onderzoek willen verspreiden en implementeren. Voor elk van deze doel groepen bevat dit boek nuttige informatie. Naast gedegen is het boek prak tisch: het bevat veel concrete aanwijzingen voor het doen van onderzoek. Gedurende de hele opleiding en ook lang daarna kan men hierin sugges ties en ideeën voor het kritisch lezen, opzetten of verspreiden van onderzoek en onderzoeksresultaten vinden. Het is een inspirerend boek om in te blade ren. Kortom, het is een boek met veel ambities. Na lezing was ik aangenaam ver rast dat het deze ambities ten volle waarmaakt. Het zal een belangrijke bij drage leveren aan het praktijkgericht onderzoek in de paramedische discipli nes en daarmee aan het functioneren van mensen in hun dagelijkse omgeving. Prof. dr. Joost Dekker hoogleraar Paramedische zorg, Amsterdam Universitair Medische Centra

Voorwoord

Met dit boek hopen we studenten uit de zorgpraktijk een handreiking te bie den die hen helpt enthousiast deel te nemen aan onderzoek en een leven lang hun onderzoekend vermogen te blijven ontwikkelen. Hoewel we ons nog steeds ook richten op paramedische studenten, is het boek uitgebreid met voorbeelden en designs uit een breder zorgveld. Naast de bekende kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksdesigns, hebben we het boek aangevuld met twee hoofdstukken speciaal gewijd aan actieonderzoek (hoofdstuk 8) en ontwerponderzoek (hoofdstuk 9), geschreven door specia listen. Hoofdstuk 8 is geschreven door Mieke Cardol, Marieke Groot en Karin Neijenhuis (Hogeschool Rotterdam) en hoofdstuk 9 door Job van ’t Veer (NHL Stenden Hogeschool). Ook de overige hoofdstukken zijn flink aangepast en waar nodig aangevuld. We hopen, nog meer dan in de vorige uitgaven, de praktijk te dienen met onderzoek dat bijdraagt aan onderbouwde vernieuwing en verbetering. Eindhoven en Utrecht, voorjaar 2021 Eveline Wouters, Yvonne van Zaalen en Janna Bruijning

Inhoud

Inleiding

15

Deel I

Kennismaking met praktijkgericht onderzoek

17

1

Onderzoekend vermogen

19 20 24 25 29 30

1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

Het onderzoeksspectrum

Inbedding van praktijkgericht onderzoek in het beroepsonderwijs Wat leer je van praktijkgericht onderzoek? Evidence-based practice in de zorg De vijf stappen van evidence-based practice 1.5.1 Stap 1: (Klinisch) probleem vertalen in een beantwoordbare vraag 1.5.2 Stap 2: Efficiënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal 1.5.3 Stap 3: Beoordelen van het gevonden bewijsmateriaal op relevantie, kwaliteit en toepasbaarheid 1.5.4 Stap 4: Toepassen van het resultaat in de praktijk 1.5.5 Stap 5: Regelmatig evalueren van proces en resultaat Evidence-based practice, practice-based evidence en praktijkgericht onderzoek

31

33

36 40 42 43 44 45 46 48 48 50 50 54 56

1.6

1.7

Samenvatting

2

Ethiek van onderzoek in de (paramedische) zorg

2.1 2.2

Historische achtergrond Ethische toetsing van onderzoek

2.2.1 Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen

2.2.2 Niet-WMO-plichtig onderzoek

2.2.3 Aanvullende wet- en regelgeving voor onderzoek

2.2.4 Gedragscodes

2.3

Het benaderen van deelnemers

2.4

Onderzoeksdata en persoonsgegevens veilig verzamelen en bewaren

62 65 67 71 73 75 77 79 82 82 83 83 83 88 89 94 94 97 98 99

2.5 2.6 2.7 2.8 2.9

Fraude en plagiaat

Intellectueel eigendom, publicatierechten en geheimhouding

Publiceren van onderzoek

Beoordelingscriteria voor ethische aspecten van onderzoek

Terug naar de casus

2.10 Samenvatting

3

Het kritisch lezen van onderzoeksliteratuur

3.1

Algemene kwaliteitscriteria

3.1.1 Vraagstelling en verantwoording onderzoeksopzet

3.1.2 Sterkte-zwakteanalyse 3.1.3 Toepasbaarheid Kwantitatief beschrijvend onderzoek

3.2 3.3

Kwantitatief interventieonderzoek en de randomised controlled trial (RCT)

3.3.1 Kwaliteitscriteria

3.3.2 Interpretatie van de resultaten Kwantitatief observationeel onderzoek

3.4

3.4.1 Cohortonderzoek (prospectief en retrospectief )

3.4.2 Patiënt-controleonderzoek

3.4.3 Kwaliteitscriteria

3.4.4 Interpretatie van de resultaten Diagnostisch onderzoek 3.5.1 Kwaliteitscriteria Kwalitatief onderzoek 3.6.1 Kwaliteitscriteria 3.5.2 Interpretatie van de resultaten 3.6.2 Interpretatie van de resultaten Systematisch literatuuronderzoek 3.8.1 Kwaliteitscriteria 3.8.2 Interpretatie van de resultaten Ontwerponderzoek

102 103 103 106 108 111 113 114 115 116 118 118

3.5

3.6

3.7 3.8

3.9

Samenvatting

Deel II De voorbereiding

119

4

Van vooronderzoek tot vraagstelling

121

4.1

Aan welke onderzoeksvraag wil je (een deel van) je leven wijden? De inhoud van een onderzoeksprojectplan

122 123 124 125 126 127 129 129 131 135 138 145 146 147 147 148 149 151 153 156 156 157 157

4.2

4.2.1 De titel 4.2.2 De inleiding

4.3 4.4 4.5

Het signaleren van een praktijkprobleem

Het verhelderen van de probleemstelling via vooronderzoek Zoeken naar relevante literatuur voor het vooronderzoek

4.5.1 Waar ga je zoeken? 4.5.2 Hoe ga je zoeken?

4.6

Het formuleren van de onderzoeksvraag 4.6.1 DDO-, PICO- en PICOT-strategie

4.6.2 Hoofd- en deelvragen

4.7

Samenvatting

5

De passende onderzoeksmethode (design)

5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9

Methode van het onderzoeksprojectplan Weergave methode in het projectplan

Keuze onderzoeksdesign Deelnemers en proefpersonen

Dataverzameling: (meet)instrumenten en procedures

Data-analyse

Tijdspad en begrote kosten Literatuurlijst en bijlagen

Samenvatting

Deel III Zelf onderzoek doen

159

6

Kwantitatief onderzoek

161 162 164 165 167 169 170

6.1 6.2

Wanneer en waarom doe je kwantitatief onderzoek?

Methoden/aanpak

6.2.1 Observatieschema 6.2.2 Vragenlijst/enquête 6.2.3 (Fysieke) metingen 6.2.4 Meetprotocol opstellen

6.3 6.4

Data verzamelen

171 172 172 174 176 178 178 182 183 183 184 185 186 187 187 187 189 189 191 194 196 197 199 201 201 202 203 204 204 205 206 208 209 209 210 212 213

Data verwerken/uitwerken

6.4.1 Betrouwbaarheid vaststellen 6.4.2 Data-analyse en statistiek 6.4.3 Van toets tot interpretatie 6.4.4 Software voor de data-analyse

6.5 6.6

Weergave en verantwoording van je bevindingen

Samenvatting

7

Kwalitatief onderzoek

7.1 7.2 7.3 7.4

Wanneer en waarom doe je kwalitatief onderzoek?

Kwalitatief onderzoek: interviews Kwalitatief onderzoek: focusgroepen

Andere vormen van kwalitatief onderzoek en combinaties van methoden Het uitvoeren van kwalitatief onderzoek 7.5.1 Nadere uitwerking van de methode 7.5.2 Nadere voorbereiding van de interviews

7.5

7.5.3 Interviews oefenen 7.5.4 Data verzamelen 7.5.5 Data uitwerken

7.5.6 Doorlezen van de transcripten 7.5.7 Data analyseren en coderen Weergave van de resultaten 

7.6 7.7

Samenvatting

8

Participatief actieonderzoek

8.1

Wat is participatief actieonderzoek? 8.1.1 Ontwikkeling van PAO 8.1.2 Unieke positie van PAO Uitvoering van PAO 8.2.1 Onderzoeksvragen 8.2.2 Fasen van onderzoek 8.2.3 Diversiteit in onderzoeksmethoden

8.2

8.2.4 Kwaliteit

8.3

Gelijkwaardigheid en gedeeld eigenaarschap

8.3.1 Onderzoekers 8.3.2 Praktijkpartners 8.3.3 Studenten

8.4

Resultaten delen

8.5

Ethische dilemma’s

215

8.5.1 Verschillen in macht of zeggenschap in de samenwerking 8.5.2 Het vervagen van de grenzen tussen onderzoeker en co-onderzoeker 8.5.3 Van wie zijn de resultaten en wie bepaalt wat telt als resultaat?

216

217

218 219 220 221 223 223 224 224 225 226 226 228 229 231 234 237 237 238 239 242 243 244 246 247 247 248 250 251 252 254 260

8.5.4 Hulpbronnen

8.6

Samenvatting

9

Ontwerponderzoek

9.1

De specifieke mindsets van de ontwerponderzoeker 9.1.1 Open en creatief kijken naar de probleemsituatie

9.1.2 Doe niets voor ons, zonder ons 9.1.3 Doen is het nieuwe denken 9.1.4 Oog voor de bredere (zorg)context

9.1.5 Valideren

9.2

Fasen van een ontwerpgericht onderzoek

9.2.1 Discover 9.2.2 Define 9.2.3 Develop 9.2.4 Deliver

9.3

Uitvoering van een ontwerponderzoek

9.3.1 Voorbereiding 9.3.2 Uitvoering

9.4 9.5

Het rapporteren van een ontwerpgericht onderzoek

Samenvatting

10

Literatuuronderzoek

10.1 Wanneer en waarom doe je een literatuuronderzoek?

10.2 Uitwerking van de methode 10.2.1 Waar ga je zoeken?

10.2.2 Hoe maak je een goede en efficiënte zoekstrategie? 10.2.3 Hoe ziet het selectieproces eruit? 10.2.4 Beoordelen van de studies op de kwaliteit

10.2.5 Data-extractie

10.2.6 Datasynthese en interpretatie

10.3 Weergave en verantwoording van je bevindingen

10.4 Samenvatting

Deel IV De presentatie

261

11

Impact op de maatschappij

263 264 266 267 268 269 271 280 283 283 284 285 286

11.1 Impact van de onderzoeksresultaten

11.2 Netwerkanalyse 11.3 Een passende titel  11.4 Schriftelijke presentatie

11.4.1 Hoe schrijf je een beleidsnota? 11.4.2 Hoe schrijf je een artikel of projectverslag?

11.4.3 Wetenschappelijke schrijfstijl

11.5 Mondelinge presentatie

11.5.1 Aansluiten bij het publiek

11.5.2 Inhoud en structuur van de presentatie 11.5.3 Het presenteren zelf: presentatietechnieken

11.6 Samenvatting

Tips voor het juist refereren aan bronnen

287

Literatuur

295

Register

303

Over de auteurs

315

Inleiding

Inleiding

Hoewel veel studenten na hun afstuderen geen onderzoekers worden, zullen ze in hun dagelijkse praktijk voor vragen komen te staan die op kortere of langere termijn om een antwoord vragen. Hiervoor is onderzoek nodig. Met dat onderzoek wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de pro fessionele praktijk. Onderzoekend vermogen kun je echter niet in een module ‘onderzoek doen’ tijdens je studie aanleren; dat moet je ontwikkelen. En voor ontwikkeling is tijd nodig. Praktijkgericht onderzoek in de (paramedische) zorg is een leidraad gedurende de hele opleiding. In dit boek krijg je als student geleidelijk de bouwstenen aangereikt voor je eigen onderzoek; daarnaast is het de bedoeling dat je leert onderzoek te waarderen en kritisch te lezen. Zo wordt onderzoek een onder deel van je dagelijkse praktijk en van je studie, en vormt het een ondersteu ning voor de verbetering van de praktijk van de toekomst. Het brengt verdie ping en nuancering aan in de keuzes die je in de praktijk maakt. Vragen stellen, kritisch zijn en evidencebased werken samen met andere beroeps groepen. Dat betekent ook kennis van meer en verschillende onderzoeks designs. Alle hoofdstukken volgen de student in de loop van zijn reis door de wereld van het onderzoek: van passieve kritische lezer tot actieve uitvoerder van onderzoek én overdrager van onderzoeksresultaten naar de praktijk. Aan deze zogenoemde impact is deel IV speciaal gewijd. Op deze manier is de cirkel rond: enerzijds vormt de praktijk de aanleiding voor het onderzoek, anderzijds worden er handvatten gegeven om de praktijk beter te laten profi teren van de uitkomsten. We hebben ook de opbouw van het boek daarop aangepast, zodat het zowel een student’s journey als een echte innovatiecyclus vormt. Opbouw van dit boek Wat dit boek beoogt, is jou als zorgstudent te begeleiden: vanaf student aan het begin van je studie tot praktijkwerker met een onderzoekend vermogen en de mogelijkheden iets ten gunste van de praktijk te veranderen. We hebben het boek ingedeeld in vier delen. In deel I gaan we in op het ‘waarom’ van onderzoek in de (paramedische) zorg en de waarde van evidence-based

15

Praktijkgericht onderzoek in de (paramedische) zorg

practice (hoofdstuk 1), op ethische aspecten van onderzoek (hoofdstuk 2) en het kritisch kunnen lezen van onderzoeksliteratuur (hoofdstuk 3). In deel II vindt de voorbereiding van je eigen onderzoek plaats: hoe je van een praktijk probleem op een goede onderzoeksvraag komt (hoofdstuk 4) en hoe je een projectplan schrijft (hoofdstuk 5). Daarna, in deel III, verdiepen we ons in hoe studenten onderzoek doen: we gaan stap voor stap in op de praktische zaken die je tegenkomt, tot en met de analyse en weergave van de resultaten. In hoofdstuk 6 bespreken we kwantitatieve designs, in hoofdstuk 7 kwalitatief onderzoek, in hoofdstuk 8 actieonderzoek, in hoofdstuk 9 ontwerponderzoek en in hoofdstuk 10 litera tuuronderzoek. Bij alle hoofdstukken van deel III gaan we uit van wat een student nodig heeft in zijn eigen praktijkonderzoek; waar dat relevant is, wordt verwezen naar verdiepende literatuur. In hoofdstuk 11 (deel IV) ten slotte besteden we aandacht aan de impact van onderzoek in de praktijk: wat betekent impact en welke presentatievormen en uitingen zijn er die daaraan bijdragen? Online studiemateriaal Op www.coutinho.nl/popz3 vind je online studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat onder andere uit kennisclips, interviews, voorbeelden van ver schillende soorten onderzoeken en opdrachten voor het beoordelen van onder zoeksliteratuur.

16

Deel I Kennismaking met praktijkgericht onderzoek

  1

Onderzoekend vermogen

Kinderen uit achterstandswijken vaker te dik Waar in de ene Amsterdamse buurt krap twee procent van de tienjarigen te dik is, heeft nog geen kilometer verderop bijna veertig procent overgewicht. ‘Die dikmakende omgeving is voor niemand goed, maar voor arme en laagopgeleide mensen is het een ramp.’ (…) Beide zijn het woonwijken aan een park. Er zijn een paar scholen, twee supermarkten en nog wat winkels. In Overtoomse Veld zijn vijf snackbars, in Willemspark zijn er vier, maar in Willemspark zijn er weer meer restaurantjes. De enorme verschillen in gewicht kunnen dus moeilijk alleen uit opzet en aanbod voortkomen. (…) Bron: Versprille & Brester (2017) Als je de krant openslaat of de televisie aanzet, word je geregeld geconfron teerd met een probleem dat te maken heeft met je eigen beroepspraktijk. Dat probleem roept – als het goed is – vragen bij je op. Bij het probleem van over gewicht in arme wijken waar veel laagopgeleide mensen wonen (zie kader), kun je bijvoorbeeld de vraag stellen: ‘Hoe komt het dat in Amsterdamse wijken met veel arme en laagopgeleide bewoners zoveel meer kinderen over gewicht hebben dan in Amsterdamse wijken met veel rijke en hoogopgeleide bewoners?’ Praktijkgericht onderzoek biedt je de mogelijkheid om problemen uit de praktijk (praktijkproblemen) gericht te onderzoeken en relevante oplossin gen voor de geconstateerde problemen aan te dragen. Daarvoor heb je een onderzoekende en reflectieve houding nodig. Door met een open en kriti sche blik te kijken naar de wereld om je heen, te signaleren wat beter kan, vragen te stellen, meer te willen weten en begrijpen, op zoek te gaan naar verklaringen en antwoorden, vanzelfsprekendheid ter discussie te stellen, zelf te willen bijdragen aan verbetering en vernieuwing, en kennis en ideeën te delen, blijf je jezelf een leven lang ontwikkelen en kun je bijdragen aan de innovatie van je beroep. Omgekeerd kan het doen van praktijkgericht onder zoek bijdragen aan het ontwikkelen van een onderzoekende houding.

19

1 Onderzoekend vermogen

1.1

Het onderzoeksspectrum Voordat we ingaan op de manier waarop je praktijkgericht onderzoek kunt doen, willen we stilstaan bij kenmerken van praktijkgericht onderzoek ten opzichte van meer theoriegericht onderzoek (ook wel fundamenteel onder zoek; zie tabel 1.1). De principes van theoriegericht en praktijkgericht onderzoek zijn gelijk. Bij beide soorten onderzoek word je geacht te voldoen aan de wetenschappe lijke criteria, waarbij de toegepaste onderzoeksmethoden en -technieken afhangen van wat gebruikelijk is in het specifieke onderzoeksveld. Ook zijn beide soorten onderzoek erop gericht kennis te genereren die overdraagbaar is naar andere contexten dan die zijn onderzocht. Er zijn echter wel enkele specifieke bijzondere kenmerken die goed passen bij praktijkgericht onder zoek. De Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek (2009) schrijft het volgende: Het praktijkgerichte onderzoek wordt omschreven als onderzoek dat is geworteld in de beroepspraktijk en bijdraagt aan de verbetering en innovatie van die beroepspraktijk. Dit vindt plaats door het genereren van kennis en inzichten, maar ook door het leveren van toepasbare producten en ontwerpen en concrete oplos singen voor praktijkproblemen. Daarbij is het onderzoek doorgaans multi-, inter- en/of transdisciplinair van aard en ingebed in een scala van interne en externe organisatorische verbanden, met behoud van de wetenschappelijke betrouwbaar heid en validiteit van het onderzoek zelf. Het onderzoek kent een nauwe relatie met het onderwijs via de bijdrage aan onderwijsactiviteiten, de professionalisering van docenten en curriculumvernieuwing. Doordat het onderzoek relevantie heeft voor – en impact op – de beroepspraktijk, het onderwijs en de bredere samen leving, vindt de verspreiding van de kennis via vele uiteenlopende kanalen en naar diverse doelgroepen plaats. De grens tussen theoriegericht en praktijkgericht onderzoek is niet scherp te trekken, maar er is wel een verschil in focus. Praktijkgericht onderzoek kan worden omschreven als onderzoek waarvan de onderzoeksvraag voortkomt uit de beroepspraktijk (het is in elk geval belangrijk dat praktijkproblemen in het beroepenveld (h)erkend worden en dat de onderzoekers in samenwerking met de praktijk werken aan het beantwoorden van de onderzoeksvraag) en waarvan de uitkomsten direct bij kunnen dragen aan die beroepspraktijk (bij voorbeeld in de vorm van nieuwe kennis, inzichten, richtlijnen, protocollen, interventies, meetinstrumenten en praktisch bruikbare, creatieve en innova tieve oplossingen (Forum, 2011)). Vanaf het begin is de onderzoeker samen met de praktijk verantwoorde lijk voor het onderzoeksproces en de resultaten van het onderzoek, zodat

20

1.1 Het onderzoeksspectrum

niet alleen wetenschappelijke kennis, maar ook kennis, ervaring en kunde van praktijkprofessionals en andere betrokkenen gecombineerd kunnen worden. Bovendien zijn de uitkomsten van het onderzoek daardoor makke lijker en sneller in de praktijk te gebruiken (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2013). Bij praktijkgericht onderzoek is er vaak sprake van transdisciplinaire en interprofessionele samenwerking . Dat wil zeggen, beroepsprofessionals en andere betrokkenen met verschillende achtergronden werken samen aan een gezamenlijke oplossing(srichting). Zo wordt er binnen praktijkgericht onder zoek in het gezondheids- en welzijnsdomein vaak samengewerkt tussen verschillende zorg- en welzijnsprofessionals, onderzoekers, docenten, produ centen van hulpmiddelen, leveranciers, beroepsverenigingen, burgers, patiënten en soms ook ouders of familieleden en mantelzorgers van patiën ten. Degenen die uiteindelijk belang hebben bij de onderzoeksresultaten, worden meegenomen in het onderzoeksproces en hebben daarin een duide lijke rol; het gaat dus om onderzoek in een netwerk voor en met andere relevante betrokkenen. Het onderzoek richt zich zeker niet alleen op het ont wikkelen van nieuwe kennis, maar juist ook op het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten in de hele praktijkketen. Bij theoriegericht onder zoek komen deze aspecten vaak minder sterk naar voren en is het ontwikke len van nieuwe theorieën (modelvorming) belangrijker.

Tabel 1.1 Spectrum van kenmerken van theoriegericht en praktijkgericht onderzoek

Theoriegericht onderzoek

Praktijkgericht onderzoek

Methodologisch grondig

Praktisch relevant

Focus in afweging

Gericht op weten/theorie, generaliseerbaarheid en nieuwe kennis (modelvorming)

Gericht op toepassingen en verbeteringen voor de context van de praktijk (kortcyclisch, praktisch bruikbare producten en methoden)

Oriëntatie

Valide, transparant, plausibel

Nuttig, participatief, innovatief

Kwaliteitseisen

Onderzoeken en analyseren

Adviseren en interveniëren

Werkwijzen

Landelijk (of mondiaal)

Regionaal (of specifieke context)

Reikwijdte

Wetenschappelijke publicaties en presentaties op congressen

Voortdurende doorwerking in onderzoek, onderwijs en praktijk/maatschappij, via verschillende vormen en producten Onderzoekers, docenten, praktijkprofessionals, burgers, patiënten(verenigingen), beleids makers, bedrijfsleven enzovoort (in cocreatie)

Kennisdeling en doorwerking

Onderzoekers, kennispartners

Betrokkenen

Universiteit en onderzoeks instituut

Hogeschool (en in toenemende mate mbo)

Kennisinstelling

21

1 Onderzoekend vermogen

Voorbeelden van theoriegericht en praktijkgericht onderzoek Theoriegericht onderzoek kan zich bijvoorbeeld bezighouden met onder zoek naar het ontstaan van immuniteit voor COVID-19 en de rol die afweer stoffen (als reactie op een doorgemaakte infectie) daarin spelen. Afweer tegen corona verdwijnt snel uit het bloed (…) Afweerstoffen tegen het nieuwe coronavirus verdwijnen al na een paar maanden uit het bloed. Dat roept vragen op over de haalbaarheid van groepsimmuniteit en de werking van vaccins. De afweer tegen het nieuwe coronavirus slijt snel. De antistoffen die mensen aanmaken als zij met het SARS-CoV-2 geïnfecteerd raken, zijn soms al binnen enkele maanden uit hun bloed verdwenen, waardoor de patiënten mogelijk opnieuw vatbaar zijn voor Covid-19. Dat blijkt uit een Brits onderzoek uitgevoerd onder 65 Covid-19-patiënten in het Londense ziekenhuis, Guy’s en St. Thomas’ Hospital. Het manuscript waarin de resultaten worden beschreven, kwam dit weekend online, maar is nog niet in een wetenschappelijk tijdschrift gepubliceerd. Het is voor het eerst dat de ontwikkeling van de immuniteit in Covid-19-­ patiënten gedurende langere tijd is bestudeerd. (…) Bron: Voormolen (2020) Praktijkgericht onderzoek kan bijvoorbeeld gericht zijn op hoe zorgprofessi onals deze mensen in een anderhalvemetersamenleving zorg kunnen aanbie den, bij hen thuis en op afstand. Blended fysiotherapie voor fysiek herstel van patiënten met COVID-19 Patiënten met COVID-19 gaan er fysiek flink op achteruit en kunnen kampen met een forse vermindering in spierkracht en conditieverlies. Een onderzoeksgroep van de Hoge school Utrecht ontwikkelt blended fysiotherapeutische zorg om deze patiënten te onder steunen in hun fysieke herstel. Bij blended fysiotherapie wordt een deel van de zorg op afstand aangeboden met behulp van eHealth. ‘Een aanzienlijk deel van de herstellende patiënten met COVID-19 heeft een hulpvraag waarvoor de fysiotherapeut de aangewezen zorgverlener is. (…) We zoeken naar manieren om die groep zo goed en zo snel mogelijk weer naar hun oude fysieke niveau te helpen. Wat is precies de hulpvraag en hoe kunnen fysiotherapeuten daar zorg voor aanbieden in hun praktijk, bij de patiënten thuis en op afstand? (…) We ontwikkelen in samenspraak met fysiotherapeuten, patiënten en eHealth-aanbieders, om te zorgen voor een goede afstemming tussen de behoeftes van gebruikers en de tech nische mogelijkheden van ontwikkelaars.’ (…) Bron: Hogeschool Utrecht (2020)

22

1.1 Het onderzoeksspectrum

De scheidslijn tussen de verschillende soorten onderzoek en hun kenmerken is echter dun. Het is bijvoorbeeld niet zo dat praktijkgericht onderzoek is voor behouden aan het hbo, dat het nooit landelijk (of zelfs internationaal) gericht is, geen nieuwe theorieën kan opleveren of dat de methodologie minder sterk is. Ook is het niet zo dat universiteiten zich niet bezighouden met doorwerking in de praktijk. Er zit een grote mate van overlap in beide soorten onderzoek. Binnen praktijkgericht onderzoek is er uiteraard ook een grote diversiteit in doel en aanpak. Sommige onderzoeksvragen hebben te maken met de directe beroepsuitoefening in de praktijk (beroepsinhoudelijke vragen), andere vragen zijn bijvoorbeeld meer gericht op de professionalisering van het beroep (beroepsgerelateerde vragen). ■ Welke oefentherapie heeft het meeste effect op de stabilisering van de spieren in de schoudergordel? ■ Welke test geeft een compleet beeld van de communicatieve mogelijkheden van een CVA-patiënt? ■ Welke leefstijladviezen zijn belangrijk voor (ouders van) kleuters met een grote kans op myopie (bijziendheid)? ■ Hoe ervaren zwangeren thuismonitoring via CTG (cardiotocografie) van de conditie van de baby? ■ Welke factoren spelen een rol bij het al dan niet opnemen van mensen met dementie in het verpleeghuis? ■ Op welke manier kan het ontwerp van een wearable (draagbaar instrument, zoals een polsband waarmee persoonlijke data kunnen worden verzameld via sensoren) worden verbeterd? ■ Welke kennis hebben ouders over mondverzorging bij peuters? ■ In hoeverre heeft het gebruik van de ICF-classificatie het professioneel handelen binnen de podotherapie beïnvloed? ■ Is toepassing van digitale uitleestechnologie kostenverlagend voor het vervaardigen van een onderbeenprothese? ■ In welke mate passen zorgprofessionals de principes van evidence-based practice (EBP) toe in hun dagelijks handelen? ■ Wat is nodig om het gebruik van eHealth bij hartfalen in de thuiszorgpraktijk te imple menteren? ■ Welke factoren zijn van invloed op het besluit van een verloskundige om een episio tomie (knip) te zetten tijdens de bevalling? ■ Hoe kan de leercurve voor het succesvol inbrengen van een infuus worden verbeterd? Voorbeelden van beroepsinhoudelijke vragen Voorbeelden van beroepsgerelateerde vragen

23

1 Onderzoekend vermogen

De insteek en de aanpak van praktijkgericht onderzoek hangen sterk af van de onderzoeksvraag (zie hoofdstuk 4). Daarnaast worden ‘producten’ die het onderzoek moet opleveren mede bepaald door de aard van de beroepspraktijk (Losse, 2018). Vakgebieden zijn immers van nature in meer of mindere mate gericht op verschillende producten en diensten: analyse (onder anderen labo ranten), het geven van advies (onder anderen communicatieadviseurs), het uitwerken van een ontwerp (onder anderen engineers), het maken van een fabricaat (onder anderen tandprothetici) en/of het uitvoeren van handelingen (onder anderen verpleegkundigen).

1.2

Inbedding van praktijkgericht onderzoek in het beroepsonderwijs

Sinds 1986 hebben hogescholen de wettelijke taak om praktijkgericht onder zoek te doen. In 1999 gaven hogescholen hun onderzoeksfunctie daadwerke lijk vorm door lectoraten en kenniskringen op te richten waarin docenten en onderzoekers (vaak in de vorm van docent-onderzoekers) praktijkgericht onderzoek doen. Inmiddels is het praktijkgericht onderzoek in het hbo stevig verankerd en sterk geprofessionaliseerd. Praktijkgericht onderzoek door lectoraten wordt breed gewaardeerd en projecten komen vaak tot stand in een gevarieerd en actief netwerk met het onderwijs en met allerlei andere belanghebbenden uit de beroepspraktijk. Om goed aan te kunnen sluiten bij de behoeften in de praktijk kent praktijkgericht onderzoek vaak een korte doorlooptijd. Lectoraten leveren door praktijkgericht onderzoek een belangrijke ver nieuwingsimpuls aan die beroepspraktijk én het onderwijs. Dit wordt mooi verbeeld in figuur 1.1, waarin deze drie onderdelen samenkomen in de drie hoek die leidt tot innovatie en praktijkverbetering.

Onderwijs

Innovatie en praktijkverbetering

Onderzoek

(Beroeps)praktijk

De driehoek onderwijs, onderzoek en (beroeps)praktijk leidt tot innovatie en praktijkverbetering

Figuur 1.1

24

1.3 Wat leer je van praktijkgericht onderzoek?

In navolging van de succesvolle introductie van lectoraten aan hogescholen ontstaat ook op het mbo steeds meer de behoefte om voor de eigen beroeps praktijk passende kennis te ontwikkelen en te delen. Sinds 2012 zijn de eerste practoraten opgericht om de wisselwerking tussen beroepsonderwijs en innovatie (zowel vakinhoudelijk als onderwijskundig) te versterken. De inhoud en insteek van de practoraten zijn verschillend, met een focus op ken nis delen en praktijkonderzoek (Platform Talent voor Technologie, z.d.). De MBO Raad (z.d.) ziet het uitvoeren van onderzoek als een middel om de gevolgen van het eigen handelen beter te beoordelen en (daardoor) ook de kwaliteit en professionaliteit van docenten als reflective practitioners te verhogen en up-to-date beroepsonderwijs te kunnen verzorgen aan de studenten. Er wordt op dit moment gewerkt aan het ontwikkelen van een onderzoekscultuur, het verstevigen van onderzoeksnetwerken (onder andere door samenwerking met lectoraten) en het verzamelen van gegevens, met vrijheid voor het gebruik van verschillende typen onderzoek en vernieu wende vormen van kennisontwikkeling die passen bij het mbo. Studenten worden steeds meer betrokken bij de activiteiten van practoraten. Wat leer je van praktijkgericht onderzoek? In 2009 verscheen de nota Kwaliteit als opdracht van de toenmalige HBO raad, waarin is aangegeven dat alle bachelorstudenten onderzoekend ver mogen moeten verwerven: ‘In onze moderne samenleving is het cruciaal dat hbo-bachelors over een onderzoekend vermogen beschikken dat leidt tot reflectie, tot evidence based practice, en tot innovatie.’ Dit draagt bij aan een betere uitoefening van het beroep waarvoor ze worden opgeleid. Volgens Andriessen (2016) bestaat dit onderzoekend vermogen uit drie onderdelen: ■ Een onderzoekende houding. Studenten zijn nieuwsgierig, bedachtzaam en kritisch, en zijn bereid informatie te delen. Ze moeten kunnen terug kijken op het eigen handelen in de beroepspraktijk, signaleren wat er beter kan, dit vanuit de kennisbasis proberen te verklaren en daarin ook uitgangspunten vinden om de aanpak te verbeteren. Het sleutelwoord is reflectie. ■ Onderzoeksresultaten van andere onderzoeken kunnen toepassen. Studen ten kunnen hun weg vinden in voor hun beroep relevante wetenschappe lijke en vakliteratuur en kunnen deze op waarde schatten en zich eigen maken. Dit is een voorwaarde om te kunnen handelen volgens de princi pes van evidence-based practice. ■ Onderzoek(sactiviteiten) kunnen doen. Dit hoeft niet altijd generaliseer bare nieuwe kennis op te leveren die toepasbaar is in en overdraagbaar naar andere contexten. Voor het onderzoek van studenten gelden voor de

1.3

25

1 Onderzoekend vermogen

dataverzameling en -analyse de kwaliteitseisen die in het beroep worden gebruikt. Studenten kunnen zo bijdragen aan het ontwikkelen van nieuwe handelingen en producten om de beroepspraktijk te innoveren. Een omgeving waarin praktijkgericht onderzoek wordt uitgevoerd, draagt bij aan een cultuur waarin reflectie en (aandacht voor) onderzoekend vermogen zich beter kunnen ontwikkelen. Bovendien participeren ((hbo-)bachelor- en master)studenten dikwijls in onderzoeksprojecten die worden uitgevoerd vanuit lectoraten. Kennis verdiepen, verbreden en delen Door deel te nemen aan praktijkgericht onderzoek verwerf je niet alleen onderzoekend vermogen, maar bereik je ook andere doelen voor je eigen ontwikkeling. Door een onderwerp te bestuderen krijg je meer kennis over het onderwerp ( kennisverdieping ). In het proces van praktijkgericht onder zoek word je bovendien geconfronteerd met aan het onderwerp gerelateerde aspecten waar je je mogelijk nog niet van bewust was ( kennisverbreding ). Kennisverdieping en -verbreding gebeuren vooral aan het begin van je onder zoek. In de uitvoering van een onderzoeksproject verbeter je bijvoorbeeld ook beroepsvaardigheden , zoals je persoonlijke gespreksvaardigheden, ethische handelen, of praktische diagnostische of therapeutische vaardig heden door de contacten met de proefpersonen. Tot slot leer je tijdens en na de afronding van je onderzoek de ontwikkelde kennis met andere professio nals te delen ( kennisdeling ). We geven ter illustratie meerdere voorbeelden van doelen die bereikt worden door het (participeren in) praktijkgericht onderzoek. Het volgende voorbeeld laat zien dat kennisverdieping belangrijk is om een echte expert te worden en vorm te geven aan je verdere professionele ontwik keling. Kennisverdieping Tijdens het bedenken van je onderzoeksonderwerp kun je je onderzoeksvraag verder ver helderen door je te verdiepen in de bestaande theorie. Binnen je onderzoek probeer je invulling te geven aan die nog ontbrekende kennis. Daarvoor lees je je flink in, waardoor je gaandeweg veel meer leert over het onderwerp dan je tot dan toe in de opleiding hebt geleerd. Je merkt bovendien dat je hier eigenlijk na je studie nog veel meer over wilt leren; je wilt een echte expert worden!

26

1.3 Wat leer je van praktijkgericht onderzoek?

Ook kun je tijdens een (interprofessionele) onderzoeks- of innovatieopdracht merken hoe kennisverbreding kan leiden tot een betere uitvoering van de eigen beroepspraktijk. Kennisverbreding Tijdens een afstudeeropdracht werken studenten mondzorgkunde, tandprothetiek en logopedie gezamenlijk aan vragen van zorgprofessionals in verpleeghuizen over de verzor ging van en adviezen aan bewoners die problemen ervaren met eten en mondverzorging. Door samen vanuit deze verschillende beroepsperspectieven aan de slag te gaan met deze vragen merken de studenten dat ze zelf ook beter weten wat ze aan elkaars expertise hebben en wanneer ze moeten samenwerken met andere disciplines bij de uitvoering van hun eigen beroep. Het volgende voorbeeld geeft aan hoe tijdens het onderzoeksproject niet alleen aan de onderzoeksvaardigheden gewerkt wordt, maar ook aan het ver beteren van de beroepsspecifieke vaardigheden. Meerdere vaardigheden ontwikkelen Het beoordelen van het afrollen van de voet tijdens het wandelen is voor podotherapie student Tijmen een lastige opgave. Bij het tentamen kwam tot zijn opluchting dit onder deel niet ter sprake, maar in zijn afstudeerproject moet hij met zijn medestudenten juist het afrollen van de voet van alle proefpersonen beoordelen. In de voorbereiding van het project maakt hij zich hier veel zorgen over. Hij bespreekt dit met zijn opdrachtgever. Deze legt hem uit dat een hoge interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (zie paragraaf 3.5.2) van groot belang is binnen het project. Er zal dus ook voldoende tijd voor ingeruimd worden om het beoordelen van het afrollen van de voet te oefenen en om de beoordeling door de verschillende student-onderzoekers op elkaar af te stemmen. Aan het eind van het project heeft Tijmen niet alleen zijn onderzoeksvaardigheden verder ontwikkeld, maar ook zijn vaardigheden bij het beoordelen van het afrollen van de voet.

Het volgende voorbeeld laat zien hoe je tijdens een onderzoeksproject niet alleen specifieke beroepsvaardigheden ontwikkelt, maar ook de theorie leert toe te passen.

27

1 Onderzoekend vermogen

Theorie en praktijk in een Vier logopediestudenten kiezen ervoor om tijdens hun afstudeerproject normgegevens te ver zamelen over de taalontwikkeling van peuters en kleuters. De opdrachtgever, een producent van testmaterialen, wil dat de studenten een test afnemen aan de hand van een vooraf opge steld protocol. Voorafgaand aan het project krijgen de studenten een cursus waarin zij leren hoe ze de test moeten afnemen, scoren en interpreteren. Voordat de studenten daadwerkelijk beginnen met het verzamelen van de testgegevens wordt geoefend. Halverwege het project is er een evaluatiemoment met de begeleider. De studenten vertellen dat zij steeds beter kunnen voorspellen hoe kinderen in een bepaalde leeftijd zullen reageren op de testitems. De stappen in de taalontwikkeling die ze tot nu toe uit theorieboeken hebben geleerd, worden werkelijk heid door het werken met de jonge kinderen. De studenten merken dat zij een kind met achterstanden of problemen in de ontwikkeling door hun ervaring nu veel beter herkennen.

Dankzij een praktijkonderzoek kun je een tijdens je studie opgebouwd beeld van wat normaal is soms bijstellen.

Steeds net een beetje anders Een groepje fysiotherapiestudenten meldt aan het eind van hun project: ‘We hebben uit de boeken geleerd hoe een schouder eruitziet. Tijdens ons project hebben we gemerkt dat “de ideale schouder” steeds net een beetje anders is.’

Het volgende voorbeeld illustreert dat je tijdens een eigen onderzoek – en zeker binnen je afstudeerproject – over een bepaald onderwerp soms meer weet dan je docent en dat je dus bijdraagt aan het up-to-date houden van onderwijs en innovatie van de beroepspraktijk. Door kennisdeling breid je je eigen en elkaars expertise uit. Kennisdeling Hoewel Yasmine en Irene zenuwachtig waren om hun afstudeerproject over de ervaringen van patiënten tijdens een oedeembehandeling te presenteren, vonden ze het erg leuk om te merken dat de uitgenodigde professionals uit de praktijk blij waren met de adviezen die uit het onderzoek voortkwamen. Ze merkten aan de hand van de vragen dat ze goed boven de stof stonden en op sommige punten ook meer wisten dan de docent. Toen de docent aangaf de bevindingen mee te nemen in haar onderwijs, waren ze heel trots. Ook leerden ze zelf nog van de presentaties van hun medestudenten.

28

1.4 Evidence-based practice in de zorg

Alle competenties die je bij het doen van praktijkgericht onderzoek opdoet, neem je mee in je professionele carrière. In je toekomstige werk als zorg professional zul je vaker resultaten van onderzoek bestuderen en implemente ren in je eigen werk, kritisch naar je eigen handelen kijken en via praktijkonder zoek je eigen zorg evalueren. Mogelijk zul je ook deelnemen aan onderzoek van andere onderzoekers, of besluiten meer over onderzoek te willen leren om een eigen praktijkgericht onderzoek op te zetten. Al deze varianten dragen ertoe bij dat je je leven lang zult blijven leren en jezelf zult blijven ontwikkelen. Dit is een belangrijk kenmerk van een goede professional. Evidence-based practice in de zorg Het deelnemen aan (praktijkgericht) onderzoek draagt bij aan het ontwikke len van onderzoekend vermogen en dat helpt je om je beroep goed uit te kunnen voeren. Bovendien is praktijkgericht onderzoek nodig om de kwali teit van de zorg te verbeteren en de beroepspraktijk te innoveren. Het is echter niet alleen belangrijk dat je leert en ervaart wat er bij praktijkgericht onderzoek komt kijken, maar ook hoe je relevante bevindingen van onder zoek moet integreren in je dagelijkse beroepspraktijk. Dit is waar het begrip ‘ evidence -based practice ’ ( EBP ) over gaat. Er zijn veel verschillende definities van EBP. In lijn met Offringa, Verhoef en Munten (2016, p. 21) houden we deze omschrijving aan: Evidence-based practice is het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal (bewijs en evidence) om beslissingen te nemen met individuele cliënten (en/of hun naasten) over goede of gewenste zorg of behandeling. De praktijk van evidence-based practice impliceert het integreren van individuele kennis en ervaring van de behandelaar en de individuele waarden en ervaringskennis van de cliënt met het beste bewijsmateriaal. Als je goed naar deze definitie kijkt, zie je drie aspecten terugkomen bij het nemen van een beslissing, waarbij altijd rekening gehouden moet worden met de context waarin het besluitvormingsproces zich bevindt. De drie ele menten van EBP zijn: ■ evidence: het (huidige) beste beschikbare bewijs ( evidence is niet hetzelfde als proof ; pas als een aanwijzing zo sterk is dat er nauwelijks twijfel bestaat over de juistheid, komt evidence in de buurt van bewijs (Offringa, Assen delft & Scholten, 2008)); ■ de waarde(n) en voorkeuren van de individuele patiënt of cliënt (en/of zijn naasten); ■ de kennis en ervaring (klinische expertise) van de zorgprofessional.

1.4

29

1 Onderzoekend vermogen

beste beschikbare bewijs

context

EBP (gezamen lijk beslissen)

kennis en ervaring zorg professional

waarde(n) en voorkeuren patiënt

De drie elementen van evidence-based practice (EBP)

Figuur 1.2

Handelen volgens EBP betekent dat je gebruikmaakt van het beste beschik bare bewijs om beslissingen in je professionele handelen met (individuele) cliënten op te baseren. Maar minstens zo belangrijk is hoe dit wordt geïnte greerd met je eigen klinische expertise als zorgprofessional én de persoon lijke wensen van de patiënt of andere betrokkenen. Deze elementen bepalen samen de beslissing over de inhoud van de zorg, rekening houdend met de specifieke context (zie figuur 1.2).

1.5

De vijf stappen van evidence-based practice

De methodiek van EBP bestaat uit het (systematisch) toepassen van vijf stappen. 1 (klinisch) probleem vertalen in een beantwoordbare vraag; 2 efficiënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal; 3 beoordelen van het gevonden bewijsmateriaal op relevantie, kwaliteit en toepasbaarheid; 4 toepassen van het resultaat in de praktijk (gezamenlijk beslissen op basis van de drie elementen uit figuur 1.2); 5 regelmatig evalueren van het proces en het resultaat. Deze stappen blijven elkaar continu opvolgen en worden daarom vaak in een cirkelvorm afgebeeld (zie figuur 1.3). Door te handelen volgens EBP reflec teer je continu op je gemaakte keuzes en je handelen, waardoor je je leven lang blijft leren. Door dit proces met collega’s te delen draag je bovendien niet alleen bij aan het up-to-date houden van je eigen kennis en vaardigheden, maar ook aan het verbeteren van de beroepspraktijk.

30

1.5 De vijf stappen van evidence-based practice

(regelmatig) evalueren

vraag formuleren

toepassen in de praktijk (gezamenlijk beslissen o.b.v. drie elementen)

zoekstrategie maken

beoordelen bewijsmateriaal

De cyclus van evidence-based practice

Figuur 1.3

We lichten de afzonderlijke stappen hierna een voor een toe.

1.5.1

Stap 1: (Klinisch) probleem vertalen in een beantwoordbare vraag

Om een antwoord te vinden voor je probleem uit de praktijk moet je het (klinisch) probleem allereerst verhelderen en daarna omzetten in een beantwoordbare vraag . Deze vragen kunnen over allerlei onderdelen van een zorgtraject gaan. Bijvoorbeeld over de ervaring van patiënten tijdens een bindweefselbehandeling, over diagnostische tests om parodontitis (tand vleesontsteking) te diagnosticeren of over de effectiviteit van leefstijladviezen bij klachten van droge ogen. De vragen kunnen een algemene insteek hebben, bijvoorbeeld: ‘Welke fysiotherapeutische interventies zijn er mogelijk bij mensen met knieartrose?’. Ze kunnen echter ook gericht zijn op de zorg of behandeling van een patiënt waar je op dat moment een vraag over hebt. Deze vragen zijn vaak wat specifieker van aard en hebben meer context. Dit betekent vaak dat er meer dilemma’s naar voren komen bij het beantwoorden van de vraag. Het uitzoeken van een dergelijke vraag draagt dan ook sterk bij aan het verbeteren van de zorg in de praktijk.

31

1 Onderzoekend vermogen

Helder verhaal voor Simon Eind augustus, twee weken voor de uitgerekende datum, braken de vliezen bij mijn zwangere collega. Ze had wat twijfel over het al dan niet helder zijn van het vruchtwater. Het was haar eerste zwangerschap en dus had zij nog geen ervaring met vruchtwater. En bovendien was het midden in de nacht. Wat te doen? Voor alle zekerheid heeft ze toen toch maar het spoednummer van de verloskundige gebeld. Toen ze haar beschreef hoe het vruchtwater eruitzag, twijfelde deze ook en wilde ze komen kijken. Mijn collega had echter een veel beter idee: ze maakte een foto van het vruchtwater (zo gedaan immers) en wilde deze whatsappen. (…) Met een kleine omweg was de mooie afloop van dit verhaal dat het vruchtwater helder was en er dus geen foetale nood was. Mijn collega heeft rustig thuis kunnen bevallen van Simon. Moraal van dit verhaal: wij maken in de zorg nog veel te weinig gebruik van de mogelijk heden die we privé allang gewoon vinden. Een kwestie van mindset! Bron: Wouters (2013) In ‘Helder verhaal voor Simon’ wordt een alledaagse oplossing gevonden voor een tijdrovende activiteit van de verloskundige (klinisch probleem). Je kunt je afvragen of de kwaliteit van zo’n beeldopname toereikend is voor een juist oordeel. Indien de beoordeling van het vruchtwater op deze manier niet goed mogelijk is, kan dat een verkeerde beslissing tot gevolg hebben, wat kan leiden tot onnodige onrust, maar ook tot een onveilige situatie tijdens de thuisbevalling. Om een volgende keer bij een vergelijkbare situatie een wel overwogen besluit te kunnen nemen ga je als onderdeel van de EBP-cyclus ‘op onderzoek’ naar ‘evidence’. Belangrijk is dat je dan eerst zorgvuldig nadenkt over wat nu precies de doelstelling is en nagaat op welke exacte vraag je in dit geval precies antwoord wilt hebben (afbakenen van je vraagstelling ). Een algemener doel kan zijn dat je inzicht wilt geven in de beschikbare diagnostiek rondom dit onderwerp. Een vraag zou kunnen zijn: ‘Welke diagnostische tests zijn beschikbaar om de helderheid van vruchtwater te beoordelen tijdens een thuisbevalling?’ Een wat specifieker doel kan gericht zijn op het vinden van een antwoord voor de casus die aanleiding gaf tot de vraag. In dit geval zou de vraagstelling kunnen zijn: ‘In hoeverre leveren beeldopnamen van het vruchtwater die zijn gemaakt en verzonden via een smartphone voldoende informatie voor de verloskundige om een betrouwbare en juiste indicatie te maken voor al dan niet ingrijpen?’ Het is zaak om alle relevante elementen die bij het beantwoorden van de vraag van belang zijn, mee te nemen in de vraag. In paragraaf 4.6 wordt uitgebreid besproken welke aanpak en hulp middelen kunnen helpen om een helder afgebakende vraag op te stellen.

32

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker