Angela van der Burg-Bairati & Thomas Luyten - opSTAP Italiaans
opSTAP
Angela van der Burg-Bairati & Thomas Luyten
opSTAP Italiaans
uno 1
2 due
opSTAP Italiaans
Angela van der Burg-Bairati Thomas Luyten
Zesde, herziene druk
c u i t g e v e r ij
c o u t i n h o
bussum 2018
tre 3
www.coutinho.nl/opstapitaliaans6 Je kunt aan de slag met het online studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat uit audio, digitale oefeningen en antwoorden bij oefeningen uit het boek.
© 1993/2018 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden.
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem ming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldig de vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemle zingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wen den tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).
Eerste druk 1993, Zesde, herziene druk 2018
Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl
Omslag: Linda van Putten, Maartensdijk Foto’s omslag: © shutterstock.com Illustraties binnenwerk: zie www.coutinho.nl/opstapitaliaans6
Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. De personen op de foto’s komen niet in de tekst voor en hebben geen relatie met hetgeen in de tekst wordt beschreven, tenzij het anders vermeld is.
ISBN 978 90 469 0618 7 NUR 741
4 quattro
Voorwoord
opSTAP Italiaans viert bij het verschijnen van deze druk een jubileum: al 25 jaar lang leren mensen met deze cursus de beginselen van het Italiaans! Bij het schrij ven in 1993 was het uitgangspunt dat het een beknopte introductie moest wor den, maar wel een échte cursus. Beknopt, zodat mensen die op stap wilden gaan naar Italië in een paar maanden de beginselen van het Italiaans onder de knie konden hebben. En een echte cursus, omdat we niet een verzameling losse zin nen wilden aanbieden, maar de cursisten wilden leren zelf zinnen te formuleren. Zo zou het bovendien een opstap zijn naar uitgebreidere cursussen en leergan gen. Dat de cursus hiermee in een behoefte voorzag, blijkt uit het feit dat we toe zijn aan de zesde, herziene uitgave. Het uitgangspunt van opStap Italiaans is steeds hetzelfde gebleven. Aan het eind van de rit heb je voldoende inzicht in de structuur van het Italiaans om zelf zin nen te formuleren en ken je genoeg woorden om je te redden in alledaagse si tuaties. Ook weet je het een en ander over de cultuur en de gewoontes van de Italianen, want het Italiaans komt pas echt tot leven als je een beetje bekend bent met la dolce vita ! Nieuw in deze zesde druk is dat de grammatica- en woordenschatoefeningen vooral te vinden zijn op de website bij dit boek. Deze oefeningen zijn geschikt om alleen te maken. De oefeningen in het boek zijn bedoeld om samen te oefe nen met de nieuw geleerde taal. Je doet ze met een docent of medecursist in de les of, in het geval van zelfstudie, met iemand die (al wat) Italiaans spreekt.
Veel plezier met de cursus!
Angela van der Burg-Bairati en Thomas Luyten zomer 2018
cinque 5
Online studiemateriaal
Op www.coutinho.nl/opstapitaliaans6 vind je het online studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat uit: ■ luistermateriaal ■ digitale oefeningen ■ antwoorden bij oefeningen uit het boek
6 sei
Inhoud
11
Handleiding
1
A, B, C
13
■■ het alfabet ■■ de uitspraak
L’alfabeto
13 14 17
La pronuncia Oefeningen
2
Piacere!
18
■■ begroeten en gedag zeggen ■■ jezelf voorstellen en iemand anders voorstellen ■■ vragen wie iemand is ■■ vragen waar iemand vandaan komt ■■ woorden spellen
Cultura Dialoghi
18 21
Grammatica: 1 De werkwoorden essere en essere di
23 23 23 24 24 26 26
2 De ontkenning
3 Bepaalde lidwoorden enkelvoud
4 Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden enkelvoud
Vocabolario Si dice così Oefeningen
3
Come stai?
28
■■ vertellen hoe het met je gaat ■■ vragen hoe het met iemand gaat ■■ vragen wat iemands beroep is ■■ praten over het weer
sette 7
Cultura Dialoghi
28 29
Grammatica: 1 De tegenwoordige tijd van de regelmatige werkwoorden 2 De tegenwoordige tijd van de onregelmatige werkwoorden andare , avere , fare en stare
32
33 33 33 34 36 36
3 Het onbepaalde lidwoord
4 Voorzetsels
Vocabolario Si dice così Oefeningen
4
Hai voglia di …?
39
■■ aangeven van en vragen naar de tijd en vertrek-/aankomst-/openings-/sluitingstijden ■■ praten over de dagen/maanden/seizoenen ■■ iemand uitnodigen / iets voorstellen ■■ een uitnodiging accepteren of afwijzen ■■ bedanken
Cultura Dialoghi
39 41
Grammatica: 1 Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden meervoud
44 45 46 46 47 50 51
2 Bepaalde lidwoorden meervoud 3 Samengestelde lidwoorden
4 De tegenwoordige tijd van de onregelmatige werkwoorden dare , bere , sapere , uscire en venire
Vocabolario Si dice così Oefeningen
5
Pronto?!
54
■■ een telefoongesprek voeren ■■ een kamer reserveren ■■ een adres, e-mail en telefoonnummer vragen/opgeven ■■ vragen of er wifi is ■■ praten over familie en leeftijden
8 otto
Cultura Dialoghi
54 56
Grammatica: 1 De absoluut overtreffende trap
59 60
2 Het gerundium
3 De tegenwoordige tijd van de modale hulpwerkwoorden dovere , potere en volere
61 61 62 64 65
4 Bezittelijke voornaamwoorden
Vocabolario Si dice così Oefeningen
6
Buon viaggio!
67
■■ inlichtingen vragen over het openbaar vervoer ■■ een scooter of een ander vervoermiddel huren ■■ de weg vragen en de weg wijzen ■■ vragen naar het toilet
Cultura Dialoghi
67 68
Grammatica: 1 De gebiedende wijs
72
2 De gebiedende wijs van de onregelmatige werkwoorden andare , avere , dare , dire , essere , fare , stare en venire 3 Onbeklemtoonde persoonlijke voornaamwoorden
73 74 76 79 79
Vocabolario Si dice così Oefeningen
7
Buon appetito!
83
■■ vragen wat iemand wil drinken/eten ■■ iets bestellen in een caf é /restaurant ■■ smaken en voorkeuren uitdrukken ■■ afrekenen ■■ iemand trakteren
nove 9
Cultura Dialoghi
83 85
Grammatica: 1 Beklemtoonde persoonlijke voornaamwoorden
89 90 90 91 91 93 93
2 Het werkwoord piacere 3 Delende lidwoorden
4 De onpersoonlijke vorm met si
Vocabolario Si dice così Oefeningen
8
Hai visto la mia lista della spesa?
97
■■ boodschappen doen ■■ winkelen ■■ afdingen ■■ zeggen dat je iets vergeten/verloren/gevonden hebt
Cultura Dialoghi
97 99
Grammatica: 1 De voltooid tegenwoordige tijd
103 104 105 105 106 110 111
2 De voltooid tegenwoordige tijd met avere 3 De voltooid tegenwoordige tijd met essere
4 Bijzondere meervoudsvormen
Vocabolario Si dice così Oefeningen
115
Oefeningen voor cursist B
119
Grammaticaoverzicht
135
Woordenlijst Italiaans-Nederlands
147
Woordenlijst Nederlands-Italiaans
10 dieci
Handleiding
opSTAP Italiaans bestaat uit dit boek en een website: www.coutinho.nl/opstapitaliaans6
De cursus bevat acht hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk maak je kennis met het alfabet en de uitspraakregels. De zeven hoofdstukken die daarop volgen, hebben allemaal dezelfde opbouw. Ze beginnen met cultura : informatie over het land en de inwoners die aansluit bij de onderwerpen van dat hoofdstuk. Dan volgen er dialoghi (dialogen) waarin alledaagse onderwerpen aan bod komen: kennismaken, de weg vragen, boodschappen doen, iets bestellen, een kamer re serveren, enzovoort. Deze dialogen kun je beluisteren op de website. Hierna volgt een korte uitleg van de grammatica die in de dialogen aan bod is gekomen. De woordenschat bij de dialogen wordt aangeboden in het onderdeel vocabolario . Op de website staan oefeningen waarmee je deze grammatica en woordenschat kunt leren gebruiken. Die oefeningen kun je individueel, zelfstan dig doen. Vervolgens vind je in het onderdeel si dice così (zo zeg je dat) een aantal bouw steenzinnen: handige zinnen die de basis vormen van een dialoog. Het is handig om deze zinnen uit je hoofd te leren. Zo leer je ze gebruiken zonder erbij na te denken en kun je er al snel mee variëren. Dat stelt je in staat om heel snel ge sprekjes te voeren in het Italiaans. Aan het eind van elk hoofdstuk staan oefeningen die focussen op communica tieve vaardigheden. Deze oefeningen doe je in de les met een medecursist of, in geval van zelfstudie, met iemand die de taal al beheerst. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een toepasselijk Italiaans spreekwoord of gezegde. Achter in het boek staat alle grammatica in een logische volgorde bij elkaar in een grammaticaoverzicht ; daar kun je gemakkelijk in terugzoeken. Je vindt daar ook woordenlijsten Italiaans-Nederlands en Nederlands-Italiaans met alle woor den die in opSTAP Italiaans voorkomen.
Naar het materiaal op www.coutinho.nl/opstapitaliaans6 wordt verwezen met deze pictogrammen:
audio op de website
digitale oefeningen op de website
undici 11
12 dodici
1 A, B, C
In dit hoofdstuk leer je: ■■ het alfabet ■■ de uitspraak
L’alfabeto
a
[aa] [bie]
enne
[enne]
a b
n o p q
bi ci di
o
[o]
[tsjie]
pi
[pie] [koe] [erre] [esse]
c
[die]
qu
d
e
[e]
erre esse
e
r s t
effe
[effe] [dzjie] [acca]
f
gi
ti u
[tie] [oe]
g h
acca
u v
i
[ie]
vu
[woe]
i j
i lunga cappa
[ie lunga]
doppia vu [doppia woe]
w
[kappa]
ics
[ieks]
k
x y z
elle
[elle]
ipsilon
[iepsilon]
l
emme
[emme]
zeta
[dzeta]
m
De letters J, K, W, X en Y komen alleen in leenwoorden voor.
tredici 13
La pronuncia In het algemeen levert de uitspraak van het Italiaans niet al te veel problemen op voor Nederlandstaligen.
■■ Klinkers
[uitspraak] zoals in voorbeeld
vertaling
[aa] vader [e] bed [ee] beter
a e
albero
boom mooi avond
bello sera
[ie] iets
i
importante
belangrijk
[o] zon [oo] zoon [oe] moed
o
poco orologio
weinig horloge
u
mucca
koe
■■ Tweeklanken en drieklanken De klinkers in Italiaanse tweeklanken en drieklanken worden ieder afzonderlijk uitgesproken.
[a-e-re-o] [E-u-ro-pa]
aereo
vliegtuig Europa
Europa
[a-u-to-ma-ti-co]
automatico
automatisch
[bu-i-o] [vu-o-i] [mi-e-i] [su-o-i]
buio vuoi miei suoi
donker jij wilt
mijn
zijn
14 quattordici
■■ Medeklinkers
[uitspraak] zoals in
voorbeeld
vertaling centrum intercom
c + e of i
[tsj] tsjech
ce ntro ci tofono ca sa Ch ianti co da cu ltura cl assico cr edito ge lato gi ovane
c + andere letters [k] cacao
huis chianti file cultuur klassiek krediet
g + e of i
[dzj] John
ijsje jong
g + andere letters [g] garçon
ga mba gh iotto go nna gr adino gu ardaroba
been gulzig rok trede garderobe
wordt niet uitgesproken
h ai h obby
h
jij hebt hobby zonen biljart
[lj] biljart
fi gli bi gli ardo ba gn o gn occhi qu ando ac qu a
gli
[nj] Spanje
gn
badkamer/toilet gnocchi
[koe] koe
qu
wanneer water
wordt rollend uitgesproken
r ada r R oma sce lta pe sce
r
radar Rome
sc + e of i
[sj] sjaal
keuze vis sjaal verlaten trap afgieten sorry rug
sci arpa la sci are sca la sco lare scu sa sch iena
sc + andere letters [sk] pittoresk
quindici 15
[uitspraak] zoals in
voorbeeld
vertaling
s + klinker aan het begin van het woord
[s] soep
sa le se dia si gnora so lo su bito
zout stoel mevrouw alleen onmiddellijk pech uitgeven team loskoppelen huis misselijkheid
[s] speer
sf ortuna sp endere sq uadra st accare
s + f/p/q/t
s tussen klinkers
[z] lezen
ca s a nau s ea
s + alle andere letters
[z] zon
s bucciare s draio s gelare s litta s mettere s nodare s regolato v acanza v enire v icino v oto
schillen ligstoel ontdooien slee stoppen losmaken ontregeld vakantie komen buurman stem
benadert de Nederlandse [w]
v
[ts] of [dz]
z ia [tsia] z ona [dzona]
z
tante zone
■■ Dubbele medeklinkers De uitspraak van dubbele medeklinkers heeft meer nadruk en wordt langer aan gehouden. Er moet een duidelijk verschil te horen zijn tussen bijvoorbeeld sete (dorst) en sette (zeven) , papa (paus) en pappa (pap) . ■■ De klemtoon De klemtoon valt over het algemeen op de voorlaatste lettergreep, maar er zijn veel uitzonderingen, die je gaandeweg zult leren. Als de klemtoon op de laatste lettergreep valt, wordt dat aangegeven door een accent, zoals in: verità (waar heid) , caffè (koffie/café) , sì (ja) , può (hij/zij kan, u kunt) , più (meer/plus) .
16 sedici
■■ De intonatie Het Italiaans kent in vraagzinnen geen inversie zoals het Nederlands: ‘Ben jij …?’ in plaats van ‘Jij bent …’. Wel is aan de intonatie te horen wanneer het om een vraagzin gaat (de toon gaat omhoog).
Oefening 1 Luister naar de woorden op de website. Zeg ieder woord hardop na.
Oefening 2 Lees de volgende woorden hardop voor:
esercizio, Michelangelo, cinema, europea, sciare, uscita, così, puoi, scialle, arancione, stivale, aglio, quattro, ghiaccio, sciopero, panettone, cosa, guai, buonanotte, chilo, anche, cassetto, vigna, olio, Gina, mezzo, giustizia, biglietto, chicco, bianco, pesce, può Oefening 3 Werk in tweetallen. Cursist A gebruikt de woorden hieronder, cursist B ge bruikt de woorden op p. 115. Lees de woorden voor. Je medecursist schrijft ze op. Kijk ze samen na en zoek bij een foutje uit of het woord verkeerd was voorgelezen of verkeerd opge schreven.
Cursist A: chiuso, cena, sciarpa, scongelare, Paolo, miei, ciao, novità
Oefening 4 Werk samen. Zoek met behulp van een woordenboek of een vertaalapp de letterlijke vertaling van de uitdrukking hieronder. Bedenk daarna wat de bete kenis zou kunnen zijn. Ken je in een andere taal spreekwoorden of uitdrukkin gen die hetzelfde betekenen? Controleer je antwoorden op de website.
E ora veniamo al sodo!
OEFENINGEN
diciassette 17
2 Piacere!
In dit hoofdstuk leer je: ■■ begroeten en gedag zeggen ■■ jezelf voorstellen en iemand anders voorstellen ■■ vragen wie iemand is ■■ vragen waar iemand vandaan komt ■■ woorden spellen
Cultura Samen met de kleuren van de tricolore (de driekleurige Italiaanse vlag) , wordt azzurro (hemelsblauw) gebruikt als de Italiaanse nationale kleur. Dit dateert van 1366, toen Amedeo VI di Savoia een grote hemelsblauwe vlag gebruikte tijdens de kruistocht van paus Urbanus V. Tegenwoordig is het de kleur van Italiaanse sportteams, die dan ook gli azzurri (de blauwen) genoemd worden. Wees ook niet verbaasd als je biertje op een Italiaans terrasje Nastro Azzurro heet, als je
18 diciotto
met een trein reist die Freccia Azzurra heet en als je nog vaak het liedje ‘Azzurro’ van Adriano Celentano hoort. Bovendien zul je deze kleur, die zo typerend is voor de Italiaanse hemel en het zeewater, tegenkomen in allerlei woorden en namen, zoals Porto Azzurro, Grotta Azzurra en Villaggio Azzurro.
Italianen zullen elkaar niet snel tutoyeren en gebruiken vaak de beleefdheids vorm. Ze zeggen wel altijd ‘jij’ tegen alle familieleden.
Mannen die elkaar kennen, kussen elkaar ook bij het begroeten. Let wel op: Itali anen geven maar twee kussen. Blijf dus niet met je wang wachten voor een derde kus! Italianen gebruiken namen van steden om aan te geven hoe een woord geschre ven wordt. Het is handig om het volgende spellingsalfabet te leren (heel prak tisch voor letters die makkelijk door elkaar te halen zijn, bijvoorbeeld de M en de N).
Ancona Bologna
acca/hotel
qu/quarto
A B C D
H
Q
Imola
Roma Siena
I
R
Como
Livorno
L
S
Domodossola
M Milano
Torino/Taranto Urbino/Udine
T U V
Empoli Firenze Genova
Napoli
E F
N O
Otranto
Venezia Zurigo
Palermo/Pisa
G
P
Z
Voor de volgende letters, die alleen in leenwoorden voorkomen, bestaan meer dere varianten in het spellingsalfabet. Vaak is het ook duidelijk genoeg om ze alleen ‘bij letter’ te noemen ( i lunga , cappa , doppia vu , ics , ipsilon ).
jolly kiwi
W Washington
York
J
Y
xilofono
K
X
diciannove 19
Zurigo
Udine
Como
Domodossola
Venezia
Milano
Torino
Bologna
Genova
Imola
Firenze
Pisa
Urbino
Ancona
Livorno
Empoli
Siena
ROMA
Napoli
Taranto
Otranto
Palermo
20 venti
Dialoghi
■■ Ciao! Bella festa, eh?
■■ Hallo! Leuk feestje, hè?
1
–– Sì, proprio bella.
–– Ja, echt leuk.
■■ Io sono Angela. E tu?
■■ Ik ben Angela. En jij?
–– Sono Thomas. ■■ Sei americano? –– No, sono belga. ■■ Ah, di dove sei?
–– Ik ben Thomas.
■■ Ben je Amerikaan? –– Nee, ik ben Belg.
■■ Ah, waar kom je vandaan? –– Ik kom uit Lommel. En jij?
–– Sono di Lommel. E tu?
■■ Io sono di Milano.
■■ Ik kom uit Milaan.
Ciao, sono Marco. Sono italiano. Sono di Venezia.
Hallo, ik ben Marco. Ik ben Italiaan. Ik kom uit Venetië. ■■ Goedemorgen, ik ben mevrouw Bairati. Ik ben Italiaanse, ik kom uit Milaan. –– Ah, aangenaam mevrouw Bairati. Ik ben Mark Dietmar. Ik ben Duitser en ik kom uit Berlijn. En dit is Anne. Zij komt ook uit Berlijn.
2
■■ Buongiorno, sono la signora Bairati. Sono italiana, sono di Milano.
3
–– Ah, piacere signora Bairati. Io sono Mark Dietmar. Sono tedesco e sono di Berlino. E questa è Anne. Anche lei è di Berlino.
■■ Sei Angela?
■■ Ben jij Angela?
4
–– No, non sono Angela, sono Elke.
–– Nee, ik ben niet Angela, ik ben Elke.
■■ Sei italiana?
■■ Ben je Italiaanse?
–– No, non sono italiana, sono olandese.
–– Nee, ik ben geen Italiaanse, ik ben Nederlandse.
■■ Di dove sei?
■■ Waar kom je vandaan? –– Ik kom uit Utrecht.
–– Sono di Utrecht.
■■ Lei è il signor Luyten?
■■ Bent u meneer Luyten?
5
–– No, non sono il signor Luyten, io sono il signor Ángel.
–– Nee, ik ben niet meneer Luyten, ik ben meneer Ángel.
■■ Di dov’è?
■■ Waar komt u vandaan?
–– Sono di San Sebastian, sono spagnolo.
–– Ik kom uit San Sebastian, ik ben Spanjaard.
ventuno 21
■■ Buonasera. Sono Eric de Vries, e Lei chi è?
■■ Goedenavond. Ik ben Eric de Vries, en wie bent u?
6
–– Sono Angela Bairati.
–– Ik ben Angela Bairati. ■■ Komt u uit Turijn? –– Nee, ik kom uit Milaan.
■■ È di Torino?
–– No, sono di Milano.
■■ Ciao, io sono Angela e tu chi sei?
■■ Hallo, ik ben Angela en wie ben jij?
7
–– Io sono Janneke. ■■ Chi sei, scusa?
–– Ik ben Janneke. ■■ Sorry, wie ben je?
–– Janneke.
–– Janneke.
■■ Come si scrive? Mi puoi fare lo spelling? –– I lunga, A di Ancona, N di Napoli, N di Napoli, E di Empoli, kappa, E di Empoli.
■■ Hoe schrijf je dat? Kun je het voor me spellen? –– J, A van Ancona, N van Napoli, N van Napoli, E van Empoli, K, E van Empoli. –– Pardon? Kunt u dat even voor me spellen? ■■ L van Livorno, U van Udine, i-grec, T van Torino, E van Empoli, N van Napoli. ■■ Dit is meneer Luyten.
■■ Questo è il signor Luyten. –– Come, scusi? Mi può fare lo spelling?
8
■■ L di Livorno, U di Udine, i greca, T di Torino, E di Empoli, N di Napoli.
22 ventidue
1 De werkwoorden essere en essere di
essere
essere di
zijn
komen uit ik kom uit jij komt uit
(io) (tu)
sono
sono di
ik ben jij bent
sei
sei di
(lui, lei, Lei) è
è di
hij/zij is, u bent
hij/zij/u komt uit wij komen uit jullie komen uit zij komen uit
(noi) (voi) (loro)
siamo
siamo di siete di sono di
wij zijn
siete sono
jullie zijn
zij zijn
In het Italiaans worden de persoonlijke voornaamwoorden meestal weggela ten en alleen gebruikt om de persoon extra duidelijk te benadrukken.
2 De ontkenning
No betekent nee en non betekent niet of geen . Non wordt vóór het werkwoord geplaatst.
Angela non è olandese, è italiana.
Angela is geen Nederlandse, zij is Italiaanse. Nee, ik ben niet Angela, ik ben Chiara. Nee, ik kom niet uit Padua, ik kom uit Milaan.
No , non sono Angela, sono Chiara. No , non sono di Padova, sono di Milano.
3 Bepaalde lidwoorden enkelvoud
mannelijk il
il signore l’occhio
de heer het oog het hotel de suiker
voor een klinker
l’
voor h voor z
l’hotel
lo zucchero
lo
voor s + medeklinker lo spagnolo
het Spaans
vrouwelijk la
la signora l’arancia l’hostess
de mevrouw de sinaasappel de stewardess
voor een klinker
l’
voor h
ventitré 23
4 Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden enkelvoud
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -o zijn meestal mannelijk. Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -a zijn meestal vrouwelijk. Er zijn ook naamwoorden die eindigen op een -e . Deze zijn meestal mannelijk, maar kunnen ook vrouwelijk zijn. Dit moet je per geval leren. Het bijvoeglijk naamwoord volgt het geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en getal (enkelvoud of meervoud) van het bijbehorende zelfstandig naamwoord.
mannelijk -o
il giorn o Angel o è italian o . L’alberg o è bell o .
de dag Angelo is Italiaan. Het hotel is mooi.
il signor e Questo bambino è olandes e .
-e
de heer Dit kind is Nederlands.
vrouwelijk -a
la signor a Angel a è italian a . La fest a è bell a .
de mevrouw Angela is Italiaanse. Het feest is mooi. de sleutel Dit kind is Nederlandse.
la chiav e Questa bambina è olandes e .
-e
Vocabolario
Groeten il saluto
de groet
ciao
hallo/dag (jij-vorm) dag/goedemorgen
buongiorno buonasera buonanotte arrivederLa arrivederci
goedenavond
goedenacht/welterusten
tot ziens (beleefdheidsvorm enkelvoud)
tot ziens (jij-vorm en beleefdheidsvorm meervoud)
24 ventiquattro
Titels en aanspreekvormen il signore
meneer
la signora
mevrouw
la signorina il professore il dottore l’ingegnere
juffrouw (wordt in Italië nog wel gebruikt)
professor
doctor
ingenieur
De e aan het eind van signore , dottore , professore en ingegnere vervalt als het woord gevolgd wordt door een eigennaam.
E questo signore, chi è?
En wie is deze meneer? Dit is meneer Luyten.
È il signor Luyten.
Il professor Luini è di Piacenza.
Professor Luini komt uit Piacenza.
Vóór signore , signora en signorina wordt het lidwoord weggelaten als de per soon een bekende is of als hij/zij rechtstreeks wordt aangesproken:
Buonanotte, signora Bairati. E Lei, signor Luyten, di dov’è?
Goedenacht, mevrouw Bairati.
En waar komt u vandaan, meneer Luyten?
Nationaliteiten la nazionalità
de nationaliteit
americano/americana
Amerikaan/Amerikaanse
belga (m en v)
Belg/Belgische Chinees/Chinese Fransman/Franse Japanner/Japanse Italiaan/Italiaanse Engelsman/Engelse
cinese
francese
giapponese
italiano/italiana
inglese
olandese
Nederlander/Nederlandse
spagnolo/spagnola tedesco/tedesca
Spanjaard/Spaanse
Duitser/Duitse
venticinque 25
Si dice così Si dice così. Ciao, io sono …
Zo zeg je dat. Hallo, ik ben …
Piacere Chi sei?
Aangenaam Wie ben je?
Chi è?
Wie bent u? Wie is hij/zij? Waar kom je vandaan? Waar komt u/hij/zij vandaan?
Di dove sei? Di dov’è? Sono di …
Ik kom uit …
Questo/Questa è …
Dit is …
Scusa Scusi
Sorry (jij-vorm)
Pardon/Sorry (beleefdheidsvorm)
Come si scrive?
Hoe schrijf je dat?
Mi puoi / Mi può fare lo spelling?
Kun je / kunt u het voor me spellen?
Oefening 1 Geef antwoord op de volgende vragen met een volledige zin.
1 Chi sei? 2 Come si scrive Domodossola?
3 Sei inglese? 4 Di dove sei?
Oefening 2 Gebruik de volgende gegevens om je voor te stellen.
1 Paolo Rossi, Venetië, Italiaan 2 Gerda Vermeulen, Leiden, Nederlandse 3 Paul Van der Hoeven, Brugge, Belg
Oefening 3 Je bent op een feest en ontmoet verschillende mensen. Stel steeds enkele vragen ter kennismaking. Oefening 4 Vraag een medecursist wie hij/zij is en waar hij/zij vandaan komt. Vraag ook of hij/zij Frans is. Vertel de informatie daarna aan een andere medecursist.
OEFENINGEN 26 ventisei
Oefening 5 Werk in tweetallen. Voer de volgende gesprekken. Cursist A gebruikt de informa tie hieronder, cursist B die op p. 115.
Cursist A: ’s Avonds op een formele bijeenkomst: Begroet degene die naast je zit.
De ander groet terug en vraagt wie je bent.
Vertel dat je meneer/mevrouw Bairati bent. De ander stelt zich voor. Reageer beleefd en vraag waar hij/zij vandaan komt. De ander geeft antwoord. Vraag of hij/zij die naam voor je kan spellen. De ander spelt de naam. Herhaal de naam en bedank hem/haar. ’s Middags op een terrasje: Je vriend(in) komt aanlopen en begroet je. Groet terug. Je vriend(in) ziet een vrouw zitten en vraagt of dat Laura is. Zeg dat het niet Laura is, maar Martina Alvarez. Je vriend(in) vraagt hoe je Alvarez schrijft. Spel de naam: A-L-V-A-R-E-Z. Je vriend(in) vraagt of ze Italiaans is. Vertel dat ze Spaans is en uit Valencia komt.
Oefening 6 Werk in tweetallen. Je bent in Italië. Wat zeg je als je:
1 vroeg in de morgen je buurman tegenkomt? 2 het kind van een kennis wilt groeten? 3 ’s avonds een verkoper in een winkel begroet? 4 laat in de avond afscheid neemt van een vriend?
Oefening 7 Werk samen. Zoek met behulp van een woordenboek of een vertaalapp de letterlijke vertaling van het spreekwoord hieronder. Bedenk daarna wat de be tekenis zou kunnen zijn. Ken je in een andere taal spreekwoorden of uitdruk kingen die hetzelfde betekenen? Controleer je antwoorden op de website.
Chi ben comincia è a metà dell’opera.
OEFENINGEN
ventisette 27
Made with FlippingBook - Online magazine maker