Jenny van der Ende - Snelle start in het hbo

Jenny van der Ende

SNELLE START

IN HET HBO

Taal- en studievaardigheden

u i t g e v e r ij

c

c o u t i n h o

Snelle start in het hbo

Give a man a fish and you feed him for a day. Teach a man how to fish and you feed him for a lifetime. (naar Anne Isabella Thackeray Ritchie, Mrs. Dymond , 1885)

Snelle start in het hbo Taal- en studievaardigheden

Jenny van der Ende

bussum 2017

www.coutinho.nl/snellestarthbo Je kunt aan de slag met het online studiemateriaal bij dit boek. Dit mate riaal bestaat uit de antwoorden bij enkele opdrachten uit hoofdstuk 9, 10, 11 en 12, de woordenlijst uit het boek, een interactieve begrippentrainer en een lijst met handige websites. Voor docenten is er een instructie beschik baar over het werken met het boek.

© 2017 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden.

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderin gen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opna men, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem ming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uit gave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).

Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl

Omslag: Coco Bookmedia, Amersfoort Afbeeldingen omslag en binnenwerk: Shutterstock.com, tenzij anders vermeld

Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te ach terhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever.

ISBN 978 90 469 0574 6 NUR 143

Voorwoord

In het hbo, het mbo en het voortgezet onderwijs werkt men aan een naadlo ze aansluiting tussen deze onderwijsvormen. Vaak blijkt onvoldoende ken nis van taal- en studievaardigheden een struikelblok. Het doel van dit boek is verschillende leerstrategieën aan te bieden zodat de student kan ontdekken welke strategieën voor hem het meest effectief zijn. Daarnaast wordt het ontwikkelen van een actieve en reflectieve studiehou ding besproken. En ten slotte komen er taal- en studievaardigheden aan de orde die bekend worden verondersteld, maar niet altijd bekend zijn. Mijn dank gaat uit naar Liza, Govert en Sasja voor de wijze adviezen die ze mij gaven. Dank aan mijn collega’s die delen van het boek van commentaar hebben voorzien en aan mijn studenten bij de Hogeschool Rotterdam die met het materiaal hebben gewerkt en hun ervaringen met mij deelden.

Ten slotte: in het boek wordt verwezen met hij . Uiteraard kan dit ook als zij gelezen worden.

Jenny van der Ende Berkel en Rodenrijs, mei 2017

Inhoud

Hoe kun je met dit boek werken? 9

1 Een snelle start 13 2 Motivatie 27 3 Plannen en doelen formuleren 33

4 Actief leren 41 5 Reflecteren 49 6 Leesstrategieën 55 7 Aantekeningen maken en de mindmap 67 8 Professioneel schrijven 79 9 Spelling 97 10 Interpunctie 115 11 Vijftien taalregels die je nodig hebt 123 12 Het lidwoord en de regels die erbij horen 135 13 Argumenteren: het betoog en de beschouwing 145 14 Professioneel presenteren 159 15 Tentamens maken 169 16 Onderzoek 177

17 Bronverwerking 193 18 Als het niet lukt 203

Bijlage: voorbeeld van een woordenlijst 209

Literatuur 217

Over de auteur 221

Hoe kun je met dit boek werken?

9

Hoe kun je met dit boek werken?

“Ik besloot dat ik alles kon” Loesje

Inhoud van dit hoofdstuk • Voor wie is dit boek? • Hoe zijn de hoofdstukken ingedeeld? • Hoe kun je de opdrachten uitvoeren?

Voor wie is dit boek? Als je start in het hbo worden er allerlei vaardigheden van je verwacht, bij voorbeeld professioneel schrijven en presenteren, weten hoe je met vak literatuur omgaat en efficiënt grote hoeveelheden stof leren voor een toets. Dit boek besteedt aandacht aan taalvaardigheden en studievaardigheden die je nodig hebt om snel en handig te studeren. Het belangrijkste is dat je goed voorbereid kunt starten. Je kunt dit boek zelfstandig doorwerken om je vaardigheden verder te ont wikkelen, maar het kan ook klassikaal gebruikt worden in een vooropleiding of in het eerste jaar van het hbo. • In elk hoofdstuk krijg je theorie, tips en opdrachten om te ontdekken hoe je de studie het best kunt aanpakken. • De opdrachten helpen je ontdekken welke vaardigheden je verder wilt ontwikkelen en welke vaardigheden je al voldoende beheerst. • Je kunt het boek ook gebruiken als naslagwerk, bijvoorbeeld als je tijdens het studeren ontdekt dat je wat extra hulp of informatie nodig hebt. Dan kun je die informatie snel opzoeken. Achter in dit boek vind je een voorbeeld van een woordenlijst. In deze lijst staan woorden die in dit boek gebruikt worden en hun betekenis. De woor denlijst kun je zelf aanvullen.

10

Hoe zijn de hoofdstukken ingedeeld? Het boek is verdeeld in hoofdstukken over studievaardigheid en hoofdstuk ken over taalvaardigheid. Elk hoofdstuk behandelt een andere vaardigheid, dus je kunt een deel van de hoofdstukken of alle hoofdstukken doornemen. Natuurlijk houden de vaardigheden wel verband met elkaar, dus als je de ene vaardigheid ontwikkelt, heeft dat invloed op andere vaardigheden. Elk hoofdstuk begint met een overzicht van de onderwerpen die aan bod komen, gevolgd door theorie, opdrachten, checklists en tips. Deze herken je aan de volgende icoontjes:

! þ

tips

checklist

opdracht die je alleen kunt maken

opdracht die je samen kunt maken

opdracht die je met meer mensen kunt maken

Hoe kun je de opdrachten uitvoeren? Bespreek de resultaten van je opdrachten met studiegenoten of docenten. De theorie, opdrachten, checklists en tips zijn in elke opleiding te gebruiken. Soms zullen er binnen een opleiding andere eisen worden gesteld, en dan moet je die natuurlijk volgen. Je kunt een verslag van de opdrachtenmaken, zodat je later nog eens kunt kijken hoe je de verschillende opdrachten hebt uitgevoerd en of je nieuwe vaardigheden hebt ontwikkeld. Voor de meeste studenten geldt dat studeren aan het hbo leuk is. Je ont moet mensen die dezelfde plannen hebben als jij. Je krijgt nieuwe vakken en nieuwe uitdagingen. Je hebt een mooie tijd. Bedenk wel dat het tijd kost om de vaardigheden die je nodig hebt te ontwikkelen. Gun jezelf die tijd. Ga op zoek naar wat voor jou de succesvolste manier is om te studeren.

11

Hoe kun je met dit boek werken?

Online studiemateriaal

Op www.coutinho.nl/snellestarthbo vind je het online studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat uit: • de antwoorden bij enkele opdrachten uit hoofdstuk 9, 10, 11 en 12; • de woordenlijst uit het boek als Wordbestand, zodat je deze gemakkelijk kunt downloaden en zelf kunt aanvullen; • een interactieve begrippentrainer; • een lijst met handige websites. Voor docenten is er een instructie beschikbaar over het werken met het boek.

12

1 Een snelle start

13

hoofdstuk 1 • Een snelle start

“Ga je mee verdwalen Ik weet de weg” Loesje

Inhoud van dit hoofdstuk • Wat verandert er? • Hoe is een hbo-studie georganiseerd? • Hoe ben jij als student? • Welke taal- en studievaardigheden heb je nodig? • Wat is jouw leerstijl? • Hoe goed ben jij in samenwerken? • Hoe kun je feedback geven en ontvangen?

Wat verandert er? Je hebt je keuze gemaakt, de studie gaat beginnen of misschien ben je al begonnen. Wat heb je de eerste weken nodig? Ten eerste natuurlijk leuke medestudenten, maar daarnaast vooral informatie.

Wat verwacht je van de nieuwe opleiding? Bespreek de volgende punten met een medestudent. – – Waarom heb je voor deze studie gekozen? – – Hoe verwacht je dat de eerste weken zullen verlopen? – – Hoe verwacht je dat je leven er de komende vier jaar zal uitzien? – – Welke verschillen verwacht je tussen je vooropleiding en het hbo? Maak een overzicht van de verschillen met behulp van de informatie in de tekst hierna. Misschien kun je er nog zaken aan toevoegen.

14

Hoe is een hbo-studie georganiseerd? In vier jaar word je voorbereid op het werken als beroepskracht, als profes sional op hbo-niveau. Een van de belangrijkste eisen die aan een toekom stig professional worden gesteld, is dat je zelfstandig kunt werken en dat je de verantwoordelijkheid neemt voor je handelen. Jij bent verantwoordelijk voor je eigen leerproces. Aanwezigheidsplicht In het middelbaar (beroeps)onderwijs was er nog sprake van leerplicht: als je er een keer niet was, dan werd er actie ondernomen door middel van te lefoontjes, brieven en gesprekken. In het hbo geldt de leerplicht niet meer, want je hebt inmiddels een mbo-diploma of een havo/vwo-diploma en daarmee bezit je de startkwalificatie. Nu zijn er studenten die denken: Hé, lekker een jaartje rustig aan doen. Dat kan ik nu eindelijk zelf bepalen, want ik betaal toch collegegeld? Die studenten hebben voor een deel gelijk, want dat mag je inderdaad zelf bepalen. Maar met het nieuwe stelsel voor studiefinanciering betekent dit terugbetalen. Daarnaast kost het de overheid geld: voor iedere student on geveer 6500 euro om de kosten te dekken (Algemene Rekenkamer, z.d.). Het gaat hier niet alleen om het salaris van de docenten, maar ook om dat van het ondersteunend personeel ‒ zoals de schoonmaker en de decaan ‒, om de gebouwen en om alle andere faciliteiten binnen de organisatie. Dus als je besluit om een jaartje niks te gaan doen, moet je je realiseren dat het een duur jaar zal zijn. Op het hbo is er soms wel een aanwezigheidsplicht, maar dat kan per oplei ding en per vak verschillen. Geen aanwezigheidsplicht betekent dat je niet verplicht bent de lessen te volgen, maar wegblijven is natuurlijk niet handig. Tijdens de colleges maak je je kennis en vaardigheden eigen die je nodig hebt voor je beroep. Vaak wordt de stof die je zelfstandig moet bestuderen uitgelegd of aangevuld met stof die terugkomt in de tentamens. Voor som mige trainingen, bijvoorbeeld gesprekstechnieken, is het wel verplicht om aanwezig te zijn. Je kunt die namelijk niet in je eentje thuis oefenen. Studiepunten Studeren in het hbo is dus een combinatie van colleges, trainingen en zelf standig werken. Hoeveel uur moet je zelfstandig leren? Een studiejaar van een hbo-opleiding bestaat uit 1680 uur. Als je tien weken vakantie neemt, kom je uit op een werkweek van 40 uur. Hoeveel uur je les krijgt, hangt af van de opleiding, maar de overheid heeft een minimum van 12 contacturen per week verplicht gesteld (Rijksoverheid, z.d.). Dat kan dus betekenen dat

15

hoofdstuk 1 • Een snelle start

je 28 uur per week zelfstandig moet studeren om tot het gevraagde aantal uren per week te komen. De tijd die je besteedt aan je studie wordt uitgedrukt in studiepunten, EC, ECT of ECTS (European Credits). Eén studiepunt staat voor 28 uur studeren: 1680 : 28 = 60. Je kunt dus maximaal 60 studiepunten per jaar halen. Aan het eind van het eerste jaar moet je een minimumaantal studiepunten hebben behaald om over te gaan naar het tweede jaar. Bij steeds meer studierich tingen is dat 60 punten (dus dan moet je alle punten hebben gehaald), bij andere studierichtingen ligt de grens tussen 43 en 60 punten. Als je aan het einde van het jaar niet voldoende punten hebt, mag je niet door naar het volgende jaar en moet je de opleiding verlaten. Je mag je dan een aantal jaar niet opnieuw inschrijven voor dezelfde opleiding bij dezelfde school. Propedeuse Als je de 60 punten hebt gehaald, heb je het begin van de opleiding afge rond. Je hebt je propedeuse gehaald en je krijgt het propedeutisch diplo ma. Je kunt nu tussentijds niet meer weggestuurd worden als je te weinig punten haalt, maar je loopt dan natuurlijk wel vertraging op. Bij sommige opleidingen heb je tot het einde van het tweede studiejaar de kans om je propedeuse te halen, maar steeds meer opleidingen verwachten dat je aan het eind van het eerste jaar je propedeuse hebt gehaald. Toetsen of tentamens Elk vak of elke module wordt afgesloten met een toets, die ook wel tenta men wordt genoemd. Dat kan een schriftelijk of een mondeling tentamen zijn, maar ook een presentatie, een portfolio, een assessment, een stage verslag of een projectverslag. Als je niet voldoet aan de beoordelingscrite ria, krijg je een onvoldoende. Meestal heb je in hetzelfde studiejaar recht op één herkansing. Als je de toets dan weer niet haalt, moet je wachten tot het volgende studiejaar voordat je kunt herkansen. Op deze manier kun je dus vertraging oplopen. Elke hogeschool heeft zijn eigen regels voor toetsing en herkansing. Het is handig om deze even door te lezen. Studiebeperking Als je dyslectisch bent of een andere studiebeperking hebt, neem dan zo snel mogelijk contact op met je studiebegeleider of de decaan. Er zijn aller lei regelingen waarmee je ondersteuning kunt aanvragen voor tijdens het studeren en bij de tentamens. Taalvaardigheid en rekenvaardigheid Er wordt een hoog niveau van taalvaardigheid gevraagd. Je gaat werken met professionele en wetenschappelijke teksten, je gaat papers schrijven en professionele presentaties houden. Je hebt een groot aantal nieuwe

16

woorden nodig. Voor veel opleidingen wordt ook extra rekenvaardigheid gevraagd. Heb je hier tijdens het introductiegesprek over gesproken? Ben je bereid om extra tijd en energie in taal en eventueel rekenen te steken? Je bent zelf verantwoordelijk Wat wordt er van jou verwacht als hbo-student? Het belangrijkste is dat je zelfstandig werkt en verantwoordelijkheid draagt voor je eigen werk. Dit betekent dat je jezelf moet motiveren om aan het werk te gaan. Je moet kunnen samenwerken met medestudenten en docenten. Je moet je eigen vaardigheden kritisch kunnen bekijken en doelen kunnen stellen waaraan je gaat werken. Daarnaast is het belangrijk om goed te kunnen plannen, zo dat je op tijd klaar bent met je werk én tijd voor jezelf overhoudt. Onderzoek wat voor jou de beste manier is om succesvol te studeren en ten slotte: zorg ervoor dat je plezier hebt in je studie. Vragen Het is belangrijk om de juiste keuze te maken en je goed voor te bereiden op de gekozen studie. Als je nog vragen hebt, ga dan op zoek naar antwoorden bij je studieloopbaancoach/-begeleider of decaan, de hogeschool of (toe komstige) medestudenten. En wat als het niet lukt? Het is altijd mogelijk dat je ergens tegenaan loopt. In hoofdstuk 18 kun je daar meer over lezen. Misschien zijn er privéomstandigheden die invloed hebben op je studie, vind je de studie niet leuk of gaat het gewoon niet. Praat erover met je studiegenoten, je studieloopbaancoach/-begeleider of een docent. Vaak hebben zij praktische oplossingen die je verder kunnen helpen. Je ontdekt dat je niet de enige bent met een probleem. Als je proble men groter zijn, moet je zo snel mogelijk hulp inroepen van een deskundige. Je hebt vrij toegang tot je decaan en je huisarts. Zij kunnen je advies geven of doorverwijzen. Blijf niet met problemen rondlopen. Hoe ben jij als student? Je weet nu hoe een aantal zaken geregeld is binnen het hoger onderwijs. Maar het belangrijkst ben jij als student.

Hoe ben jij als student? Bespreek de volgende punten met een medestudent. – – Hoe studeer jij?

– – Wat zijn je sterke kanten? – – Hoe ga je die gebruiken? – – Waar zitten je zwakke kanten?

17

hoofdstuk 1 • Een snelle start

– – Hoe ga je die versterken? – – Beschrijf een dag in je toekomstige leven als professional. – – Welke kennis en vaardigheden heb je daarvoor nodig?

Welke taal- en studievaardigheden heb je nodig? Binnen de opleiding ga je werken aan de kennis en vaardigheden die je over vier jaar als professional nodig hebt. Daarbij horen ook taal- en studievaar digheden, want in je beroep zullen taal en communicatie een belangrijke rol spelen en moet je kunnen inspelen op nieuwe situaties. Tijdens je studie heb je taal- en studievaardigheden nodig om effectief en efficiënt te stude ren. Dat wil zeggen dat je door op een handige manier te studeren het beste resultaat haalt. Daarnaast maken bepaalde vaardigheden het studeren leu ker, en dat is ook belangrijk.

Welke taal- en studievaardigheden heb je nodig? Bespreek de volgende punten met een medestudent. – – Bedenk tien taal- en studievaardigheden die je nodig hebt om succesvol te studeren. – – Zet ze op volgorde van belangrijkheid en leg uit waarom je deze volgorde hebt gekozen. – – Welke kwaliteiten beheers je al? – – Welke kwaliteiten hebben nog aandacht nodig?

Je hebt nu een globaal beeld van je kwaliteiten. Laten we eens inzoomen op de verschillende taal- en studievaardigheden.

Jouw taal- en studievaardigheden Welke vaardigheden beheers je voldoende en welke vaardigheden wil je nog verbeteren? Vul het schema in en maak je antwoord concreet met een voorbeeld.

18

Ik kan …

Voorbeeld

Kan ik

Kan iets beter

Kan ik nog wel meer leren

PERSOONLIJKE ONTWIKKELING 1 zelfstandig werken 2 verantwoordelijkheid dragen voor mijn werk 3 kritisch naar mezelf kijken 4 mezelf motiveren 5 mijn tijd goed gebruiken 6 mijn eigen doelen stellen 7 een planning maken en volgen 8 met tegenslag omgaan 9 creatief denken 10 de juiste omstandigheden creëren om op mijn manier te studeren 11 problemen oplossen 12 hulp zoeken als ik die nodig heb STUDIEVAARDIGHEID 1 samen met studiegenoten studeren 2 studieteksten lezen 3 informatie zoeken voor een opdracht 4 aantekeningen maken en gebruiken 5 leren van colleges 6 samenwerken met docenten 7 mondeling presenteren 8 een onderzoek opzetten 9 een referentiesysteem gebruiken, bijvoorbeeld APA

19

hoofdstuk 1 • Een snelle start

Ik kan …

Voorbeeld

Kan ik

Kan iets beter

Kan ik nog wel meer leren

10 tentamens maken 11 kritisch en analytisch denken TAALVAARDIGHEID 1 schrijfopdrachten goed uitvoeren 2 artikelen schrijven volgens acade mische normen (niveau, opbouw, bronverwerking) 3 rapporten en verslagen schrijven 4 een betogende tekst schrijven 5 een tekst richten op doel en publiek 6 bondig en concreet schrijven 7 foutloos spellen 8 structuur aanbrengen in een tekst 9 mijn eigen teksten controleren 10 een tekst professioneel presenteren

Wat is jouw leerstijl? Als je weet welke vaardigheden je verder wilt ontwikkelen, dan is de volgen de vraag hoe je dat wilt gaan doen. Dat kan op verschillende manieren en de opdracht aan jou is om een manier te kiezen die past bij jou en bij jouw leerstijl. Maar dan moet je wel eerst weten wat je leerstijl is.

Wat is jouw leerstijl? Vul het schema in. Geef aan in hoeverre de omschrijving bij je past: helemaal ««« , een beetje «« of niet « .

20

A

Aantal sterren

Je begint direct met de opdracht Je wilt weten of dingen werken Je wilt snel naar de volgende opdracht Je werkt het best in korte perioden met veel energie Totaal

B

Aantal sterren

Je denkt veel over je onderwerp Je wilt zaken grondig onderzoeken Je hebt een hekel aan praktische zaken als een verslag schrijven Je maakt voortdurend nieuwe plannen Totaal

C

Aantal sterren

Je wilt weten waarom zaken zo zijn Je werkt georganiseerd Je houdt van problemen oplossen Je bent een perfectionist Totaal

D

Aantal sterren

Je vindt alles interessant Je wilt graag het geheel zien

Je hebt veel stukjes informatie over allerlei onderwerpen Je vindt het moeilijk om te bepalen wat relevant is en wat niet Totaal

(Cottrell, 2013)

21

hoofdstuk 1 • Een snelle start

Heb je de meeste sterren bij A ? Dan ben je vooral een doener .

Sterke kanten

Nog meer ontwikkelen Reflectie en planning

Je maakt je weinig zorgen

Je start gemakkelijk met een taak

Creatief denken

Je kunt anderen motiveren

Alternatieven overwegen

Je bent goed in problemen oplossen

Samenwerken Doelen op de lange termijn uitwerken

Heb je de meeste sterren bij B ? Dan ben je vooral een dromer .

Sterke kanten Nog meer ontwikkelen Je kunt goed evalueren en reflecteren Effectieve leerstrategieën Je bent creatief en hebt altijd ideeën

Organiseren en timemanagement Verantwoordelijkheid nemen

Je onderzoekt alles grondig Je luistert goed en met empathie

Participeren in de groep Beslissingen nemen

Heb je de meeste sterren bij C ? Dan ben je vooral een denker .

Sterke kanten

Nog meer ontwikkelen

Je bent goed in kritisch en analytisch denken

Creatief denken

Je kunt goed organiseren Je bent goed in wetenschap

Empathie Reflectie

Je hebt een onderzoekende houding

Omgaan met stress

Heb je de meeste sterren bij D ? Dan ben je vooral een onderzoeker .

Sterke kanten

Nog meer ontwikkelen

Je hebt veel motivatie en interesse Je hebt een brede algemene kennis Analytisch en kritisch denken Je kunt verbanden leggen tussen zaken Categoriseren en selecteren Je bent creatief en inventief Schrijfvaardigheid Geheugen voor details Doelen en prioriteiten stellen

22

Maak een plan Herken je jezelf in de omschrijving? Of ben je een combinatie van stijlen? Nu weet je niet alleen welke vaardigheden je nog verder kunt ontwikkelen, maar ook hoe je dat het best kunt doen, passend bij je leerstijl. Wat wil je daarvoor gaan doen, hoe wil je dat doen en wanneer wil je dat doen? Hoe kun je laten zien dat je deze vaardigheid hebt verbeterd? Maak een plan en bespreek dit met een medestudent.

Hoe goed ben jij in samenwerken? Je ziet dat iedereen een eigen leerstijl of combinatie van leerstijlen heeft. Dat betekent dat als je samenwerkt, je op een andere manier naar zaken kijkt en zaken op een andere manier wilt aanpakken. Dat kan tot frustratie leiden als je elkaar niet begrijpt, maar samenwerken kan ook betekenen dat je met elkaar tot een mooi resultaat komt.

Samenwerken = samen werken

Omdat iedereen anders is, kun je veel van elkaar leren. Iedereen heeft zijn eigen ervaring, kennis en leerstijl en door samen te werken met anderen kun je zaken vanuit een ander gezichtspunt bekijken.

Wat vind jij belangrijk in samenwerken? Geef aan hoe belangrijk je de volgende punten vindt in het proces van sa menwerken: ««« erg belangrijk, «« belangrijk of « niet belangrijk.

Vaardigheid

Aantal sterren

Onderdeel van een groep zijn Ideeën delen zodat er nieuwe ideeën ontstaan Diverse gezichtspunten zien Gebruikmaken van kennis en ervaring van anderen Vaardigheden ontwikkelen die belangrijk zijn voor de groep Taakgericht blijven werken, ook als het vooral gezellig wordt Gezamenlijk een goed resultaat halen Verantwoordelijkheid dragen voor het groepsproces

Elkaar ondersteunen als dat nodig is Iedereen levert een gelijke inbreng Elkaar feedback geven Werken met mensen die je lastig vindt Omgaan met uitdagingen en kritiek

23

hoofdstuk 1 • Een snelle start

Bespreek de resultaten Bespreek met een medestudent welke punten je belangrijk vindt. Welk punt vind je het moeilijkst en waarom? Hoe zou je daaraan kunnen wer ken?

Werken in een groep kan heel prettig zijn, maar het kan ook frustratie ople veren. Hoe kun je ervoor zorgen dat een groep goed samenwerkt?

!

Tips voor een betere samenwerking • Houd rekening met de gevoelens van anderen. De meeste mensen zijn onzekerder dan ze lijken. Veel mensen zijn bang voor kritiek of voor ‘er niet bij horen’. Kies voor een prettige samenwerking in plaats van voor scoren. Bespreek aan het begin hoe iedereen tegen de groep aankijkt. Mensen begrijpen elkaar beter en voelen zich meer met elkaar verbon den als ze openhartig kunnen zijn zonder dat het vervelende conse quenties heeft. • Maak regels voor de groep. Spreek bijvoorbeeld af dat iedereen al tijd aanwezig is en op tijd komt, en hoe je omgaat met onacceptabel commentaar en met mensen die dominant zijn. Bepaal met elkaar de grenzen. Maak een lijst met voordelen van de samenwerking en met mogelijke problemen en oplossingen. Vul een samenwerkingscontract in. Een voorbeeld van een simpel samenwerkingscontract kun je vinden op www.taalwinkel.nl/tekstsoorten/samenwerkingscontract. • Zorg voor een effectieve invulling van de tijd. Je kunt een agenda ma ken met de data van overleg, hoelang elk overleg duurt, waar je elkaar ontmoet en wat je nog meer gaat doen. Bespreek ook hoe je informatie deelt. • Maak gebruik van de voordelen van een groep. Ontdek elkaars ervaring en vaardigheden en maak er gebruik van. Laat iedereen zelf een taak kiezen. Als meerdere mensen dezelfde taak willen, kan er gerouleerd worden. Iedereen is verantwoordelijk voor het proces, maar er zijn en kele vaste taken nodig om dat goed te laten verlopen. – – De voorzitter maakt de agenda, leidt de vergadering en zorgt ervoor dat iedereen aan het woord komt. – – De tijdbewaker zorgt ervoor dat werkzaamheden in uren worden omgezet en bekijkt of dit realistisch is. – – De notulist zet op papier welke afspraken er zijn gemaakt en wie welke taken gaan uitvoeren. – – De projectmanager controleert tussen de bijeenkomsten door of iedereen op de afgesproken manier aan zijn taak werkt.

24

En als de groep niet goed werkt? Het kan natuurlijk gebeuren dat de groep niet goed werkt. Maak dat dan zo snel mogelijk bespreekbaar. Onderzoek met elkaar wat er aan de hand is: is er te weinig binding binnen de groep, zijn de taken niet eerlijk verdeeld, is een van de groepsleden dominant, wordt er niet voldoende rekening ge houden met elkaars gevoelens en ideeën of is er iets anders aan de hand? Er kunnen deelnemers zijn die de groep saboteren door erg dominant te zijn, altijd te laat te komen, te fluisteren, of altijd boos te zijn zonder oplos singen te bedenken. Laat je niet meesleuren door hun negatieve energie. Geef ze de ruimte om hun klachten te uiten, vraag daarna wat ze nodig heb ben om wel positief mee te werken en bespreek dit met elkaar. Probeer dit gesprek positief en opbouwend te houden en vermijd negatieve kritiek en beschuldigingen over en weer. Bedenk dat het functioneren van de groep de verantwoordelijkheid is van ieder groepslid. Neem hiervoor een van te voren afgesproken tijd en richt je daarna met de groep op de taak die moet worden uitgevoerd. Als de samenwerking binnen een groep moeizaam verloopt, zou je de vol gende oefening kunnen doen. Deelnemer A krijgt vijf minuten om te vertel len wat er niet lekker loopt. De rest luistert alleen. De groep krijgt tien minu ten om het probleem te bespreken en oplossingen te bedenken. Deelnemer A luistert en krijgt dan vijf minuten om een van de oplossingen te kiezen en een plan te maken om de oplossing uit te voeren. Doe hetzelfde bij de andere deelnemers. De volgende bijeenkomst bespreek je of iedereen zijn taak heeft uitgevoerd en welk resultaat dit heeft opgeleverd (Cottrell, 2013).

Wat is jouw rol binnen de groep? Misschien ben je op dit moment in een groep bezig met een opdracht. Bespreek dan met elkaar hoe het proces verloopt, hoe ieder groepslid werkt, welke rol iedereen in de groep heeft en of iedereen tevreden is met het groepsproces. Als je op dit moment niet in een groep werkt, stel dan een groep samen om met elkaar de NASA-oefening te spelen (te vinden op internet). Door onder tijdsdruk met elkaar beslissingen te nemen, leer je over je eigen gedrag binnen een groep en dat van anderen. Bespreek na afloop van het spel hoe jouw rol binnen de groep is.

Hoe kun je feedback geven en ontvangen? Een belangrijke vaardigheid bij samenwerken is het geven van feedback. De basis van feedback is ‘zacht voor de mens, hard op de inhoud’. Geef nooit feedback op een persoon, maar uitsluitend op gedrag, acties of producten.

25

hoofdstuk 1 • Een snelle start

Houd rekening met de gevoelens van anderen. Noem om misverstanden te voorkomen altijd concrete voorbeelden.

Feedback geven Bekijk samen de volgende regels voor het geven en ontvangen van feedback. Kun je er zelf nog regels aan toevoegen?

Regels voor het geven van feedback • Bespreek zaken die nu spelen, ga niet in op zaken uit het verleden. • Zoek de balans en geef ook positieve kritiek, zodat de deelnemer hierop kan voortbouwen. • Beginmet positieve kritiek, zodat de deelnemer zich kan openstellen voor verbeterpunten. • Benoem niet alles wat er verbeterd kan worden, maar maak een keuze. • Bedenk hoe iemand iets zou kunnen verbeteren en bespreek dit met elkaar. • Bespreek alleen zaken die verbeterd kunnen worden. • Geef concrete voorbeelden. • Wees aardig.

Feedback ontvangen Feedback geven is vaak al moeilijk, maar feedback ontvangen vinden de meeste mensen nog moeilijker. Bekijk samen de volgende regels. Welke regels kun je er nog aan toevoegen?

Regels voor het ontvangen van feedback • Luister zorgvuldig naar wat er gezegd wordt, ook als het niet fijn is om te horen. • Ga ervan uit dat de groep opbouwende kritiek geeft om zaken beter te laten verlopen. • Denk eerst even na over wat je hebt gehoord: herken je het misschien? • Vraag voorbeelden als het je niet helemaal duidelijk is. • Bedank de ander voor zijn feedback.

Waaraan wil je werken? Bespreek met een medestudent wat je belangrijk vindt en wat je moeilijk vindt op het gebied van het geven en ontvangen van feedback. Geef voor beelden om het concreet te maken. Waar wil je nog aan werken? Wat wil je bereiken? Hoe wil je laten zien dat je dat hebt bereikt?

26

2 Motivatie

27

hoofdstuk 2 • Motivatie

“Ik leg de lat lekker hoog” Loesje

Inhoud van dit hoofdstuk • Hoe is je motivatie?

• Hoe werk je met lange- en kortetermijndoelen? • Hoe zijn je vaardigheden voor leren en organiseren?

Hoe is je motivatie? Hoe heb je de keuze gemaakt om aan het hbo te gaan studeren? Liep je al lang met het idee rond en is het nu eindelijk zover, of wist je eigenlijk niet wat je wilde en heb je maar wat gekozen? En waarom heb je voor deze op leiding gekozen? Ligt hier je hart of voldoe je zo aan de verwachtingen van mensen in je omgeving? Keuzes maken is moeilijk en het keuzeproces wordt soms sterk door andere factoren beïnvloed. Heb je voor jezelf al een beeld voor de komende jaren? Wil je binnen vier jaar afstuderen? Wil je naast je studie werken? Misschien heb je zorgtaken, sport je op hoog niveau of heb je een vriend of vriendin die aan de andere kant van het land woont. Hoe ga je dat met je studie combineren? Het is belangrijk dat je je eigen studieplan maakt. Hoe meer je aansluit bij je eigen situatie, hoe groter de kans dat je gemotiveerd blijft.

Hoe gemotiveerd ben je om je doel te bereiken? Welke van de volgende vijf stellingen past het best bij je? 1 “Ik ben met geen stok vooruit te porren om te doen wat nodig is om mijn doel te bereiken. 2 Ik zal doen wat nodig is ommijn doel te bereiken als het me uitkomt, maar ik voorzie dat ik er vaak geen zin in zal hebben.

28

3 De helft van de tijd zal ik proberen te doen wat nodig is ommijn doel te bereiken, maar ik ga mijn leven er niet voor omgooien. 4 Ik neemme voor om alles te doen wat nodig is ommijn doel te bereiken, maar voorzie af en toe nog wel problemen. 5 Ik ben niet te stoppen en doe gewoon wat nodig is ommijn doel te bereiken.” (Sitskoorn, 2016)

Als je niet stelling 4 of 5 hebt gekozen, moet je je serieus afvragen hoe het met je motivatie is gesteld en welke factoren daaraan bijdragen (Sitskoorn, 2016). Motivatie is de reden waarom je aan een taak begint en een taak wilt afron den. Die reden is dat je er beter van wordt. Motivatie is eigenlijk gebaseerd op het systeem van beloning en straf. Als je gemotiveerd bent, besteed je voldoende tijd aan je studie en is de kans groot dat je een tentamen haalt. Dat is je beloning en die leidt weer tot de motivatie om door te gaan. Als je weinig studeert, is de kans dat je een tentamen haalt klein. En als je een tentamen niet haalt, neemt je motivatie af. • Intrinsiekemotivatie : je hebt je eigen doel gesteld. Je hebt bijvoorbeeld als doel dat je over vier jaar als professional wilt werken. Je doel komt voort uit interesse voor de studie of het vak. • Extrinsieke motivatie : je motivatie komt van factoren van buiten. Je hebt bijvoorbeeld voor deze studie gekozen omdat je ouders daarop aandron gen of omdat je weet dat je daarna veel geld kunt verdienen. Je kunt tijdens je studie bewust omgaanmet intrinsieke en extrinsiekemoti vatie. Misschien vind je sommige vakken vervelend of saai. Je hebt dan geen intrinsieke motivatie om het vak te volgen en gebruikt je extrinsieke motiva tie: je gaat omdat het moet of omdat je studiegenoot ook gaat. Een vak alleen volgen omdat het moet, is een zware taak. Je hele lijf geeft aan dat je daar op dat moment niet wilt zijn. Je kunt dit oplossen door je ge dachten over het vak te veranderen en je intrinsieke motivatie aan te spre ken. Je kunt bedenken dat het vak vast ergens goed voor is en misschien on derdelen heeft die wel interessant zijn. Daardoor wordt je tegenzin kleiner en krijg je meer energie om actief mee te doen. Samenwerken helpt ook: je kunt elkaar dan motiveren om door te zetten. Wat is motivatie? Er zijn twee vormen van motivatie:

29

hoofdstuk 2 • Motivatie

Hoe werk je met lange- en kortetermijndoelen? Motivatie is gericht op het halen van doelen: kortetermijndoelen (wat wil ik nu?) en langetermijndoelen (wat wil ik later?). Een langetermijndoel kan zijn: ‘een voldoende halen voor een tentamen’. Een kortetermijndoel kan zijn: ‘vandaag hoofdstuk 3 samenvatten’. Andere kortetermijndoelen zijn: ‘nu op mijn telefoon kijken’ en ‘iets eten’. Die doelen komen niet overeen met je doel op de lange termijn, en dat le vert stress op. De neiging om doelen op de korte termijn na te streven (zoals eten of tv-kijken) is vaak het sterkst. Als je daaraan toegeeft, heb je op korte termijn wel winst, maar op de lange termijn verlies. Met de deadline in zicht gaan veel studenten ineens heel hard werken, maar ze vergeten dat het tijd kost om stof in je hersenen op te slaan (ofwel veran keren). Als je het studeren steeds uitstelt, is de kans groot dat je het uitein delijk niet meer doet, omdat je dan te veel werk en te weinig tijd hebt. De oplossing is planning. Hak een langetermijndoel in stukjes zodat het overzichtelijk wordt. Verdeel die stukjes weer in taken die je kunt inpassen in je tijdplanning: wat doe ik deze week, vandaag, vanmiddag, nu? Je hebt dan een overzicht van je werkzaamheden en je ziet vooruitgang ‒ en dat is goed voor de motivatie. Je kunt jezelf trainen in het stellen van doelen op de korte termijn. Als je een doel hebt behaald, mag je jezelf belonen. Studeer bijvoorbeeld een halfuur, doe dan tien minuten iets voor jezelf en studeer daarna weer een halfuur. De tijdsduur kun je langzaam uitbreiden. Als het moeilijk is om te beginnen, kun je je doel bijstellen door ander studiewerk te doen, bijvoorbeeld iets schrijven of opzoeken in plaats van iets leren. Hoe zijn je vaardigheden voor leren en organiseren? Voor het bereiken van je doel heb je naast voldoende motivatie een aantal vaardigheden nodig die ervoor zorgen dat je taken zoals leren en organise ren kunt uitvoeren.

Hoe zijn deze vaardigheden bij jou ontwikkeld? Vul het schema hierna in om te ontdekken hoe het bij jou met deze vaar digheden is gesteld en maak je antwoord concreet met een voorbeeld.

30

Ik …

goed redelijk slecht voorbeeld

weet waarom ik studeer werk doelgericht

stel doelen die mij inspireren kan doelen op korte termijn stellen kan doelen op lange termijn stellen weet hoe ik mezelf kan belo nen wil altijd alles goed doen kan me goed focussen op een taak weet hoe ik kan studeren, ook als ik er geen zin in heb bedenk manieren om studeren leuk te maken zorg voor de juiste omstandig heden gebruik feedback om het een volgende keer (nog) beter te doen kan omgaan met tegenslag weet hoe ik met stress kan omgaan weet dat niet alles perfect hoeft te zijn

Wat zijn je resultaten? Bespreek je antwoorden met een medestudent. Bespreek welke vaardigheden je als eerste wilt verbeteren en hoe je dat wilt doen. Maak een plan.

Je weet nu welke vaardigheden je nog verder kunt ontwikkelen om studie succes te bereiken. Neem je eigen mogelijkheden als richtlijn en train je vaardigheden. Blijf realistisch in je verwachtingen en houd plezier in je stu die. Als je motivatie afneemt, onderneem dan actie. In hoofdstuk 18 wordt hierover meer informatie gegeven.

Je hoeft niet perfect te zijn: goed is goed genoeg.

31

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online