Ed de Moor en Ankie val Pel (bewerking) - Arabisch voor beginners - deel 1

Ed de Moor

Ed de Moor Ankie van Pel (bewerking) Arabisch voor beginners deel 1 Arabisch voor beginners

ARABISCH VOOR BEGINNERS

deel 1

Inhoud

Inhoud

Arabisch voor beginners

Een werkboek voor de studie van het Modern Standaardarabisch

deel 1

Ed de Moor Ankie van Pel (bewerking)

Achtste druk

bussum 2015

© 1984/2015Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden.

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elek tronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van verveelvoudigingen uit deze uitgave is toe gestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Au teurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www. stichting-pro.nl).

Eerste druk 1984 Achtste druk 2015

Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl

Opmaak: Palm Produkties, Nieuwerkerk aan den IJssel, Correcties achtste druk: Luna 3, Utrecht Illustraties en omslag: Linda van Putten, Maartensdijk

Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever.

ISBN 978 90 469 0506 7 NUR 630

4

Inhoud

Voorwoord

In het najaar van 005 vroeg de uitgever mij om Arabisch voor beginners van Ed de Moor, die in 000 overleden was, te bewerken voor de huidige studenten en cursisten. Deze doelgroep was heel anders en veel groter geworden dan de doelgroep van Ed de Moor toen hij het boek schreef in 98 . ‘Al meer dan vier eeuwen leren Nederlanders Arabisch en al die tijd hebben zij zich weten te redden met behulp van Hebreeuwse, Latijnse, en later Franse, Duitse en Engelse leerboeken,’ schreef hij destijds in zijn voorwoord. Maar door het toenemende contact tussen Europa en de Arabische wereld en door de aanwezigheid van Arabischsprekenden in ons land, was kennis van deze taal voor een groeiend aantal mensen in Nederland een behoefte geworden. De Moor trof onder deze geïnteresseerden mensen aan die het leren van het Arabisch met behulp van een leerboek in een vreemde taal als een extra handicap ervoeren. Bovendien bleken de gangbare leerboeken ongeschikt: ze waren te omvangrijk en te moeilijk om bijvakstudenten en andere belangstellenden die naast een studie Ara bisch nog een dagtaak vervulden, te blijven inspireren. Dit is de reden geweest dat hij in 98 met het eerste Nederlandstalige boek kwam om de Arabische taal te leren. Anno 007 vertoont de belangstelling voor het Arabisch nog steeds een stijgende lijn en heeft de doelgroep zich verder uitgebreid. In mijn lespraktijk heb ik te maken met studenten van diverse niveaus en met verschillende doelen om de taal te leren: autochtone Nederlanders die beroepsmatig iets van het Arabisch willen afweten, die een partner met een Arabischtalige achtergrond hebben of die uit interesse voor de islam de Koran willen kunnen lezen, en hier geboren niet-autochtone Nederlanders die binding hebben met een Arabischtalig land maar die nooit Modern Standaard arabisch hebben geleerd. Ed de Moor wilde graag een los, luchtig boekje maken, niet te saai en te strak. Het boek moest ook jongeren aanspreken en zou aansluiten bij de moderne manier van taal leren. Voor het Arabisch bleek dat echter niet goed werkbaar. ‘Ervaring leerde dat de kloof tussen het Arabische en het Nederlandse taaleigene alleen overbrugd kan worden op basis van een stevig fundament: dat van de vormleer en de grammatica,’ schreef hij. Belangrijk voor De Moor was ook dat de leerinhoud aansloot bij de leerwensen van de cursisten. Deze uitgangspunten zijn in deze bewerking behouden gebleven. In vergelijking met het gemiddelde leerboek van een moderne vreemde taal is het tamelijk schools, maar voor een leerboek Arabisch is het ‘losjes’. Wat is er wel veranderd ten opzichte van de vorige druk? Het vroegere leerboek Arabisch voor beginners is nu gesplitst in een deel en deel . Het tweede deel verschijnt in 008. Het vroegere schrijf- en spreekboek, Arabisch

Inhoud

5

uitgesproken en geschreven , is geïntegreerd in de beide delen van de cursus. De leservaring leerde dat een groot aantal cursisten moeite had met het lezen van ongevocaliseerde teksten. Daarom is een groot gedeelte van de teksten nu gevocaliseerd en zijn losse woorden en voorbeeldzinnen getranscribeerd. Inhet algemeen is de tekstwat strakker engestructureerder enhier endaar geactualiseerd, de Arabische letters zijn groter weergegeven en de lay-out is verder aangepast. Arabisch voor beginners – deel 1 bestaat uit tien lessen. De oude lessen 1 en 2 en de oefeningen van de klankleer zijn nu les 1, 2 en 3 geworden en gaan over de achtergrond van de Arabische taal, de klankleer en het Arabische alfabet. Zij worden gevolgd door de oude lessen 3 tot en met 9, nu 4 tot en met 10, die rond teksten en conversaties zijn opgebouwd. Na iedere tekst volgt een grammaticale uitleg. Aan het einde van iedere les is een gevarieerd oefengedeelte te vinden. Hoewel de cursus bedoeld is om het geschreven Arabisch te leren beheersen, wordt met behulp van de conversaties toch een bescheiden begin gemaakt met het spreken in het Standaardarabisch. Het doel hiervan is de cursisten en studenten vertrouwd te maken met een aantal gangbare uitdrukkingen die min of meer in alle Arabische landen bruikbaar zijn. Het Arabisch is zeker geen makkelijke taal om te leren, cursisten moeten dan ook enig doorzettingsvermogen hebben. Maar wie de vormleer eenmaal doorziet en de regels van de grammatica leert beheersen, zal zien dat het Arabisch een gestructureerde taal is met een bijzonder rijke vocabulaire. Mijn speciale dank gaat uit naar drs. Anita van Duijn voor haar adviezen bij het tot stand komen van deze bewerking. Tevens wil ik Sandy Belbele bedanken voor haar bijdrage aan de handgeschreven teksten bij de leesoefeningen en het handschrift.

Ten slotte wens ik iedereen die met deze cursus aan de slag gaat veel succes en leerplezier toe!

Ankie van Pel, april 2007

Bij de achtste druk In deze druk zijn veel correcties doorgevoerd. Veelal gaat het om onjuiste of ontbrekende klinkertekens. Daarnaast staan de audiofragmenten niet meer op een cd, maar online op www.coutinho.nl/arabisch1. Samen met de Basiswoordenlijst Arabisch vormen Arabisch voor beginners – deel 1 en 2 een samenhangende en eigentijdse cursus Arabisch, geschikt voor gebruik in lesverband, maar ook voor zelfstudie.

Ankie van Pel, oktober 2015

6

Inhoud

Inhoud

Les 1

.

De Arabische taal . . Dialecten . . Oorsprong . . Het Modern Standaardarabisch

5 5 5 5 6 7 8 9 9

.

Kenmerken van het Arabisch . . Van rechts naar links . . Gebonden schrift . . Medeklinkersysteem

. . Wortelsysteem . .5 Modelsysteem

. .

Het alfabet ( )

Oefening

Les 2

. Medeklinkers . . Herkenbare klanken . . Aan te leren klanken . . De plaats van de Arabische klanken in de mondholte en keel . Hulptekens . . Hulptekens voor korte klinkers

5 5 6 6 6 6 7 8

. . Het verdubbelingsteken

. . Het stilteteken

. . Het verlengingsteken

. .

Lange klinkers

Tweeklanken of diftongen

.5 .6

Accent

Oefeningen

Les 3

7

. . .

Het alfabet ( )

7 9 7 8

Schrijfwijze van de Arabische letters

Schrijfwijze van de hamza

. . Dragers van de hamza . . De verbindingshamza

50

.

Eenletterige woorden

5

Inhoud

7

3.5 3.6

Leestekens Oefeningen

51 51

َُْ

Les 4 Tekst 1 Wie is hier?

60

4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9

Het geslacht van zelfstandige naamwoorden

62 62 62 63 64 64 65 66 66 67

Grammaticale uitgangen

Bepaaldheid en onbepaaldheid (1)

Zonneletters en maanletters

Nominale zinnen

Vragende voornaamwoorden en vragende zinnen

Persoonlijke voornaamwoorden (1)

Plaatsbepalingen

Conversatie ‘Welkom’

4.10 Oefeningen

Les 5 Tekst 2 De jongen en de kip ََُْ

75

5.1 5.2

Het meervoud bij zelfstandige naamwoorden

77

Het vrouwelijke regelmatige meervoud van zelfstandige naamwoorden 78 5.2.1 Vrouwelijk meervoud zaken 78 5.2.2 Vrouwelijk meervoud personen 78

5.3

Bijvoeglijke naamwoorden 5.3.1 Attributief gebruik 5.3.2 Predicatief gebruik Aanwijzende voornaamwoorden 5.4.1 Bijvoeglijk gebruik 5.4.2 Zelfstandig gebruik

78 79 80 80 81 81 82 82 82 83 83 85 86

5.4.

5.5

Het tweevoud (1)

5.5.1 Tweevoud van persoonlijke voornaamwoorden 5.5.2 Tweevoud van zelfstandige- en bijvoeglijke naamwoorden

5.6 5.7 5.8 5.9

Verzamelwoorden (collectiva)

Vrouwelijke woorden

Conversatie ‘Vrede zij met u’

Oefeningen

Les 6 Tekst 3 Voor de school ََََََْ

91

6.1

Werkwoorden

93 93 93

6.1.1 Voltooid of onvoltooid

6.1.2 Sterke en zwakke werkwoorden

8

Inhoud

6.1.3 Stammen

94 95 96 96 96 97 98 99 99

6.1.4 Stamoverzicht

6.2

Het regelmatige werkwoord in de voltooide tijd, stam I

6.2.1 Drie vormen 6.2.2 Vervoeging

6.2.3 Het werkwoord ‘doen’ ( fa π ala )

6.2.4 Het werkwoord ‘leggen/zetten’ ( wa ḍ a π ) R1 = w ā w

6.2.5 Werkwoorden, R1 = hamza

6.2.6 Het werkwoord ‘lezen’ ( qara ’ a ) R3 = hamza

6.2.7 Betekenis van de voltooide tijd

100 100 101 101 101 102 103 103 104 105 106 107

6.2.8 Ontkenning

6.3 6.4

De volgorde van de woorden in een zin De drie naamvallen van het enkelvoud

6.4.1 Verbuiging

6.4.2 1 e naamval enkelvoud 6.4.3 2 e naamval enkelvoud 6.4.4 3 e naamval enkelvoud

6.4.5 De drie naamvallen van het vrouwelijke meervoud

6.5 6.6 6.7

Liedje ‘De vogel in de vallei’

Conversatie Oefeningen

Les 7 Tekst 4 Een Syrische vrouw in Libanon

ٌٌَََُُِِِْ

113

Het werkwoord ‘zijn’ ( k ā na )

7.1

116 116 116 117 117 118 118 119 119 120 121 123 124 126 126 128

7.1.1 Vervoeging

7.1.2 Het gebruik van k ā na

K ā na en haar ‘zusjes’

7.1.3

7.1.4 ‘Zijn’ en het naamwoordelijk deel van het gezegde Het werkwoord ‘niet zijn’ ( laysa ), in de onvoltooide tijd De ontkenning van k ā na ( m ā k ā na ), in de voltooide tijd

7.2 7.3 7.4

Persoonlijke voornaamwoorden (2)

7.4.1 Het persoonlijk voornaamwoord in schema

7.4.2 Plaats in de zin

7.4.3

7.5 7.6 7.7 7.8 7.9

Het werkwoord ‘hebben’

Het afgeleide bijvoeglijk naamwoord: de nisba -vormen

Diptoten

Conversatie ‘Waar kom je vandaan?’

Oefeningen

ْ

Inhoud

9

ُْ

Les 8 Tekst 5 De oom in Beirut ََُّْ

133

8.1 8.2

Bepaaldheid en onbepaaldheid (2)

136 137 137 137 137 137 138 139 142 143 144 149 149 150 150 151 153 153 154 154 155 156 157 159 160 169 170 171 171 172 173 173 173 174 174ْ 147 167

De bezitsconstructie

8.2.1 Het lidwoord in de bezitsconstructie

8.2.2 Reeksen

8.2.3 Bezitsconstructie met li

8.2.4 Bijvoeglijke naamwoorden in de bezitsconstructie

8.2.5 Onbepaaldheid in bezitsconstructies

8.3

Voorzetsels

8.3.1

8.4 8.5

Conversatie ‘Van wie is het?’

Oefeningen

Les 9 Tekst 6 In de moskee َِْ

9.1

Het regelmatige werkwoord in de onvoltooide tijd, stam I

9.1.1 Drie vormen 9.1.2 Vervoeging

9.1.3 Het werkwoord ‘doen’ ( fa π ala )

9.1.4 Vervoeging van werkwoorden met bijzondere radicalen

9.1.5 Betekenis

9.1.6 De ontkenning van de onvoltooide tijd 9.1.7 De ontkenning van de toekomende tijd

9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7

De vergrotende trap De overtreffende trap Kleuren en gebreken

Conversatie ‘Bij de slager’

De openingssoera ََُِ

Oefeningen

Les 10 Tekst 7 De Bakkers َُ

10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6

Mannelijk meervoud bij personen

Meervouden bij beroepen

Het meervoud van bijvoeglijke naamwoorden bij personen

Werkwoord en meervoud

Het tweevoud (2)

Deelwoorden

10.6.1 Actieve deelwoorden 10.6.2 Passieve deelwoorden 10.6.3 Geslacht en getal

10.7

Tellen van nul tot tien

10

Inhoud

10.7.1 Het getal één 10.7.2 Het getal twee

175 175 175 176 178

10.7.3 De getallen drie tot en met tien Conversatie ‘Pardon meneer....’

10.8 10.9

Oefeningen

Bijlagen 1 Lopend schrift in ruq π a

181 193 200

2 Vertaling van de teksten met aanvullende opmerkingen

3 Vertaling van de thema’s

Index grammaticale termen

207

Inhoud

11

Afkortingen

blz. coll.

bladzijde Collectief Egyptisch enkelvoud

Eg.

ev.

geb. wijs

gebiedende wijs

m.

mannelijk

Ma.

Marokkaans

MSA

Modern Standaardarabisch

mv.

meervoud naamval

nv.

n.v.t. pers.

niet van toepassing

persoonlijk

R

radicaal

rit.

ritueel

v

vrouwelijk

vnw.

voornaamwoord

vz.

voorzetsel werkwoord

ww. znw.

zelfstandig naamwoord

In Arabisch voor beginners – deel 1 is gebruikgemaakt van dit pictogram als de tekst of conversatie op bijbehorende website www.coutinho.nl/arabisch1 te horen is. Het getal in het pictogram correspondeert met het tracknummer op de website 2 .

12

Inhoud

1

Deze les is een inleiding en geeft enkele achtergronden over de Arabische taal . Ook komen de belangrijkste kenmerken van het Arabisch aan bod.

1.1 De Arabische taal

1.1.1

Ongeveer 300 miljoen mensen van Marokko tot Irak spreken Arabisch. Deze mensen hebben het Arabische schrift gemeenschappelijk. Hun gesproken taal kent veel vari anten, dialecten, die van oost naar west sterk van elkaar verschillen. De belangrijkste dialectgroepen zijn: − de Maghrebijnse dialecten in Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Mauretanië en op Malta; − de Egyptische dialecten die bekend zijn van radio en televisie; − de Syrisch-Libanese dialecten in Palestina, Libanon, Syrië en Jordanië; − de Irakese dialecten in Irak en aangrenzende gebieden; − de dialecten van het Arabisch schiereiland. Het Soedanees is verwant aan het Egyptisch dialect van Opper-Egypte, het sa π ī di. Jemen heeft zijn eigen voertaal. In Saudi-Arabië, Oman en de overige Golfstaten (waaronder Koeweit, Bahrein, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten) wor den dialecten gesproken die volgens Arabische taalgeleerden het dichtst in de buurt komen van de moderne geschreven en taal, het zogeheten Modern Stan daardarabisch. Een heel eigen Arabisch dialect heeft het kleine eiland Malta. Dit is een zogenaamd ‘taaleiland’ dat taalkundig tot de Maghrebijnse dialecten behoort. Hiermee wordt een linguïstisch gebied bedoeld waar men als moedertaal een Ara bisch dialect spreekt naast een andere taal. Het Maltees wordt niet weergegeven in het Arabische schrift maar in het Latijnse schrift.

1.1.2

Oorspronkelijk is het Arabisch een taal van woestijnbewoners, wat in de woorden schat nog terug te zien is. Het aantal synoniemen voor bijvoorbeeld ‘kameel’, ‘gazelle’ of ‘leeuw’ is legio. Het Arabisch is een van de jongste takken van de Semitische talen boom. Het heeft veel gemeen met het Hebreeuws en zijn moderne versie het Ivriet, alsook met het Assyrisch, Babylonisch, Aramees en Ethiopisch.

Les 1

13

SYRIË

MALTA

PALESTINA LIBANON

TUNESIË

IRAK

MAROKKO

JORDANIË

KOEWEIT

ALGERIJE

BAHREIN

QATAR

LIBIË

EGYPTE

V.A.E.

SAUDI ARABIË

OMAN

MAURETANIË

MALI

NIGER

JEMEN

TSJAAD

SOEDAN

ERITREA

DJIBOUTI

ZUID SOEDAN

SOMALIË

Hoe kon deze woestijntaal, in de zesde eeuw nog gesproken door een handjevol bedoeïenen en oasebewoners, uitgroeien tot de zesde wereldtaal? De komst van de islam, waarvan het geboortejaar 622 na Christus is, was daarvoor van grote betekenis. Toen de moslims van de zevende eeuw namelijk Zuid-Spanje en een groot stuk van Afrika en Azië veroverden, verspreidden zij tevens het heilige boek van de islam, dat het belangrijkste en oudste prozadocument in de Arabische taal is: de Ko ran. Om dit boek te kunnen begrijpen moesten de (nieuwe) gelovigen Arabisch leren lezen en zo heeft de Koran veel bijgedragen aan de verbreiding van de Arabische taal. Veel moslims uit Iran, Pakistan, India en Indonesië die geen Arabisch spreken, kunnen wel de Koran lezen of uit hun hoofd opzeggen. Het Arabisch is dan ook de belangrijkste taal van de islam. Het heeft invloed uitge oefend op talen van geheel andere afkomst, zoals het Perzisch (een Indo-Europese taal), het Turks en het in Pakistan gesproken en geschreven Urdu. Het Perzisch en het Urdu gebruiken nog steeds het Arabische schrift en bevatten veel van het Ara bische vocabulaire. Het Turks werd tot de hervormingen van Kemal Pasha Ataturk eveneens in het Arabische schrift weergegeven.

Dankzij de Arabische aanwezigheid in Andalusië gedurende ruim zeven eeuwen tref fen we ook in het Spaans veel woorden aan die ontleend zijn aan het Arabisch. Zelfs

14

Les 1

in het Nederlands vinden we Arabische woorden terug, zoals ‘alcohol’, ‘algebra’, ‘magazijn’ en ‘koffie’.

. . het modern standaardarabisch

Het Modern Standaardarabisch (MSA) gaat uit van de grammatica van het Klassiek arabisch, zoals gebruikt in de Koran, de klassieke literatuur en de pre-islamitische poëzie. In de loop van veertien eeuwen heeft het vocabulaire van de taal zich verrijkt door het contact met allerlei volkeren en veranderden veel woordbetekenissen. Toch wijkt het MSA minder af van het Arabisch van de zevende eeuw dan het moderne Nederlands van de taal van Vondel (zeventiende eeuw!). Schrijfwijze en woordvorming zijn in het Arabisch niet of nauwelijks veranderd. De Arabische academies van Damascus en Cairo zien toe op een correcte toepassing van de gram maticaregels wanneer nieuwe woorden ontstaan. In deze cursus leer je het Modern Standaardarabisch. Dit MSA is het communicatie middel bij uitstek van de ontwikkelde Arabieren. Het is de taal die gebezigd wordt in kranten, literatuur, officiële toespraken en op radio en televisie. Overigens hoort men in de gesproken media ook overgangsvormen tussen dialect en MSA, een variant die soms de ‘derde taal’ wordt genoemd. Het MSA is ook onontbeerlijk voor het krijgen van inzicht in de samenhang van de gesproken dialecten.

1.2 Kenmerken van het Arabisch

. . van rechts naar links

Arabisch wordt van rechts naar links gelezen, een eigenschap die het gemeen heeft met andere Semitische talen: SKNIL RAAN STHCER NAV ← . Het Arabisch kent geen hoofdletters en Arabische woorden kunnen niet worden af gebroken aan het einde van een regel.

. . gebonden schrift

Het Arabische alfabet bestaat uit 8 letters, waarvan de meeste een verschillende schrijfwijze hebben naar gelang ze aan het begin, in het midden of aan het einde van een woord staan. De meeste letters, maar niet alle, worden binnen een woord aan eengeschreven. Daarnaast zijn er enkele hulptekens, die echter lang niet altijd worden gedrukt of geschreven.

Les

5

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online