Iedereen kan leren schrijven -Suzanne van Norden
2 • Functioneel schrijven: werken met genres en tekstsoorten
Tegenwoordig probeert men kinderen gericht te activeren en te begeleiden bij het lezen van allerlei soorten ‘rijke’ zakelijke en literaire teksten binnen thema’s en zaakvakonderwerpen, besteedt men aandacht aan onbekende woorden en wordt voor, tijdens en na het lezen meer met elkaar gepraat. Dat helpt om zulke teksten beter te begrijpen en ook om meer thuis te raken in schools en literair taalgebruik. Schrijfonderwijs is, in combinatie met leesonder wijs, heel geschikt om schoolse taalvaardigheid te helpen ontwikkelen. Uit onderzoek blijkt dat een koppeling van schrijven aan lezen het lees begrip versterkt en de kennis over taal vergroot. Bovendien blijkt uit dit onderzoek dat schrijven een krachtig instrument is om zaakvakkennis op te bouwen (Graham et al., 2020). Al schrijvend denken kinderen bewust na over taal en over hun schrijfonderwerp. Een voorbeeld: het formuleren van een goedlo pende zin is voor kinderen eigenlijk alleen noodzake lijk als ze zelf een complete tekst schrijven. Kinderen zijn in taallessen wel veel met zinsbouw bezig, maar ervaren de reden daarvoor zelden. Hele zinnen, en zeker samengestelde zinnen, heb je in de spreektaal en ook bij het invullen van werkbladen uit de taal- of zaakvakmethode niet vaak nodig. Teksten echter staan of vallen met een goede zinsbouw. Door vaak teksten te schrijven vergroten kinderen hun kennis van zinsstructuren en van complexe taalfuncties, zoals redeneren en argumenteren.
lingsonderzoek van de Inspectie van het Onderwijs blijkt dat verhalende genres (verslagen van vakan ties en uitstapjes, ‘verhaaltjes’, vertellende teksten over ervaringen) op veel scholen nog steeds het meest voorkomen (Inspectie van het Onderwijs, 2021). Verder schrijft ieder kind ergens in de bo venbouw weleens een werkstuk over een zaakvak onderwerp. Daartussenin hangen wat incidentele tekstsoorten uit taalmethodelessen: een enkel re cept, een reclametekst, een strip, een e-mail. In die lessen zit vaak weinig opbouw en systematiek. Voor het bespreken en herschrijven van teksten wordt vaak nauwelijks tijd ingeruimd. Bij de zaakvakken wordt wel geschreven, maar dit wordt meestal niet gezien als een kans voor taalonderwijs. Op die ma nier wordt het schrijfonderwijs onvoldoende benut voor de ontwikkeling van schoolse taalvaardigheid.
Tekst 2.2 Beschrijving over de werking van de blaas uit groep 7
Bij lezen is de relatie met schoolse taalvaardigheid veel duidelijker. Het begint met het voorlezen en zelf lezen van kinderboeken: dat legt een basis voor ‘literair’ taalgebruik, ook een vorm van school taal. Vanaf ongeveer groep 5 krijgen kinderen met schooltaal te maken bij lessen begrijpend lezen en bij het lezen van zaakvakteksten. Vroeger gebeurde dat begrijpend lezen erg passief: een tekst uit een leesmethode werd gelezen en vervolgens moesten er vragen over beantwoord worden, waarbij de ant woorden vaak letterlijk in de tekst te vinden waren.
Tekst 2.3 Tekst met zinsbouwprobleem uit groep 5
30
Made with FlippingBook Learn more on our blog