Iedereen kan leren schrijven -Suzanne van Norden
2.1 • Schrijven en schoolse taalvaardigheid
2.1 Schrijven en schoolse taalvaardigheid
dens die overgang weer helemaal kwijt kunt raken wat dat ook alweer was. Geen wonder dat bij der degroepers de tong vaak uit de mond hangt als ze aan het schrijven zijn. Schrijven is de meest bewuste vorm van actief taalgebruik. Iemand die schrijft, is zich veel meer bewust van de relatie tussen vorm en inhoud van taal dan iemand die praat of leest. Is wat ik schrijf begrijpelijk, geeft het weer wat ik bedoel, kloppen mijn zinnen, begint en eindigt mijn tekst op een duidelijke en passende manier, heb ik alles goed gespeld? Dat vraagt een schrijver zich al schrijvend af. Bij praten is dat veel minder nodig, omdat de luisteraar meestal aanwezig is en reageert, je al pra tend je tekst kunt bijstellen, lichaamstaal ook mee werkt en spreekfouten minder opvallen en sneller hersteld kunnen worden dan schrijffouten. Het tegenwoordige schrijven in de sociale media is een nieuwe vorm tussen spreektaal en schrijftaal in: vol uitroepen, halve zinnen, losse woorden en onver beterde spelfouten en vaak onmiddellijk gevolgd door reacties van de lezer. Lang nadenken is daarbij zelden nodig. Maar op school betekent schrijven: nadenken over taal. Schrijftaal op school is wezenlijk anders dan spreek taal. Schrijftaal komt in de buurt van wat vaak schooltaal of academische taal wordt genoemd: de taal die je nodig hebt om op school, bij alle vakken, en later in je opleiding vooruit te komen. Schrijftaal is de taal van boeken, brieven, verslagen en handlei dingen, en van de miljoenen informatieve teksten op internet. Schrijftaal is stilstaan bij observaties en indrukken en deze door precieze woordkeus zo beeldend beschrijven dat een ander het hele maal voor zich ziet. Het is ook helder en bondig verwoorden wat je bedoelt, wilt en weet. Dit geldt net zo goed voor een zakelijke e-mail als voor het antwoord op een proefwerkvraag. Schrijftaal is ‘moeilijk’: het is de taal waarover zoveel kinderen struikelen in hun schoolcarrière. Oefenen kinderen wel genoeg met die schrijf taal? Niet als er maar weinig geschreven wordt in hun groep. En ook niet als er weinig variatie zit in de schrijfopdrachten. Uit het meest recente pei-
Tekst 2.1 Spontaan geschreven vakantieverhaal uit groep 6
In veel groepen schrijven kinderen na een vakantie teksten over wat ze in die periode gedaan hebben. Vakantieverhalen zijn misschien wel de bekendste tekstsoort die kinderen moeten schrijven in het ba sisonderwijs. De meeste kinderen vinden schrijven over de vakantie helemaal niet zo moeilijk. Ze doen het vaak elk jaar weer. Het is voor kinderen die zich mondeling redelijk kunnen uitdrukken in het Nederlands en geen motorische schrijfhandicap hebben makkelijk om chronologisch, in een soort opgeschreven spreektaal een verslag te schrijven van een vakantie die ze net achter de rug hebben. Zeker als de leerkracht alleen heeft gezegd: schrijf maar een mooi verhaal, en verder geen criteria geeft. Vaak vragen kinderen bij zo’n opdracht nog even hoelang het moet zijn. Voor zwakkere schrij vers betekent een minimumlengte een behoorlijke verzwaring van de schrijftaak. Een lengte-eis wordt echter vaak niet gesteld, juist om kinderen niet te ontmoedigen. Op deze manier schrijven is voor de meeste kinderen goed te doen; het blijft heel dicht bij vertellen, een basisvorm van mondelinge taal die bijna iedereen vanaf jonge leeftijd beheerst. Toch is schrijven de moeilijkste, meest complexe taalvaardigheid die er bestaat. Het is moeilijker dan praten: alsof eerst de afstand van je hersenen via je hand met de pen naar het papier (of via de toets naar het scherm) overbrugd moet worden voor je toekomt aan wat je te zeggen hebt. En alsof je tij
29
Made with FlippingBook Learn more on our blog