Iedereen kan leren schrijven -Suzanne van Norden

1 • Een stevige basis voor hedendaags schrijfonderwijs

8 en 9. Dit boek gaat dan wel over schrijfonderwijs, maar het gaat zeker ook over lezen!

gezamenlijk denkproces, bijvoorbeeld in de vorm van zinnen schrijven en uitbreiden, lijstjes, struc tuurschema’s of tabellen maken, gesprekjes voeren op papier, allerlei vormen van aantekeningen ma ken, vragen en antwoorden opschrijven, associaties of gedachten opschrijven, alleen een stukje van een tekst schrijven, schrijven bij plaatjes, korte teksten verzamelen op Padlet, et cetera. Dit soort teksten staan niet op zichzelf maar zijn uitgangspunt voor nieuwe (denk)gesprekken en kunnen een voor bereiding zijn op het schrijven van een hele tekst. Voorbeelden van zulke denk- en schrijfwerkvor men vind je in hoofdstuk 16.

Digitaal en multimodaal schrijven Lezen en schrijven zijn veranderd in het digitale tijdperk, en teksten ook, zoals we hiervoor al aan stipten. Hoe kunnen we deze nieuwe vormen op nemen in het lees- en schrijfonderwijs? We schre ven al dat lezen op papier en schrijven met de hand heel belangrijk blijven in het basisonderwijs. Maar we kunnen er niet omheen dat de mees te mensen voornamelijk op schermen lezen en schrijven, en dat de vormgeving van digitale tek sten echt anders is dan die van teksten in boeken of in je schrijfschrift. Niet alleen de vorm is anders, ook de effecten van die vorm op de leesbaarheid zijn anders. Een tekst op papier loop je van begin tot eind door. Een digitale tekst bevat hyperlinks waarmee je door de tekst kunt springen of een an dere tekst kunt vinden die er verband mee houdt. Je leest niet alleen, je ‘navigeert’ door de tekst en door daaraan gerelateerde andere teksten. Web sites zijn ‘multimodaal’: ze bestaan uit meerdere tekstblokken, kleuren en banners, afbeeldingen, bewegend beeld en geluid die aan de hand van een navigatiestructuur op een niet-lineaire manier gele zen en bekeken worden. Er zijn ook mengvormen, waarbij teksten op papier eruitzien als websites met zorgvuldig op het vlak geplaatste onderdelen, zoals in hedendaagse schoolboeken, of andersom, bijvoorbeeld bij e-books of krantenpagina’s in di gitale vorm. Infographics waarin beeld, animaties en grafische elementen zijn opgenomen zijn steeds gebruikelijker als manier om informatie over te dra gen, zowel digitaal als op papier. Door samen met kinderen dit soort teksten te le zen, het lees-, kijk- en navigatieproces te monitoren, de teksten te analyseren en op effect en betrouw baarheid te bespreken, en door hieraan schrijfop drachten te koppelen waarbij ze hun eigen inhoud in vergelijkbare vormen kunnen verwerken, helpen we kinderen zich te ontwikkelen tot zelfbewuste, eigentijdse schrijvers, die zich kunnen redden te midden van de veelvormige informatiestromen van deze tijd. Daarvoor zullen we ‘schrijven’ bre der moeten gaan opvatten dan alleen als de pro-

Tekst 1.3 Feiten over het hart verzamelen

Lezen en schrijven dicht bij elkaar brengen We weten uit ervaring dat kinderen die veel lezen vaak ook beter schrijven dan kinderen die weinig lezen, en dat is niet vreemd. Hoe meer teksten je hebt gehoord en gelezen, hoe meer voorbeelden je hebt voor de teksten die je zelf gaat schrijven. Er is flink wat onderzoek dat laat zien hoe lezen en schrijven elkaar in het onderwijs positief beïnvloe den en er is dan ook alle reden om lees- en schrijf onderwijs met elkaar te verbinden (Graham et al., 2017; 2018). Dat betekent niet dat apart lees- en schrijfonderwijs niet nodig zijn, maar wel dat ze op een evenwichtige manier dicht bij elkaar gebracht kunnen worden. Om te beginnen door te lezen en te schrijven over dezelfde onderwerpen. Verder kun je dit als leerkracht doen door schrijven in te zetten in leesprocessen, bijvoorbeeld op de manieren die we hiervoor beschreven, en door lezen in te zetten in schrijfprocessen, bijvoorbeeld door het lezen en bespreken van bronteksten (voor informatie over een onderwerp) en voorbeeldteksten (voor voor beelden van hoe je over een onderwerp een tekst kunt schrijven). Dit komt aan de orde in hoofdstuk

26

Made with FlippingBook Learn more on our blog