Rekenen-wiskunde en didactiek_Ale en Van Schaik
1.4 | Uitvoering
1.4
Uitvoering De leerkracht zorgt dat bij de start alle tafels leeg zijn. Sommige leerkrachten vin den het plezierig om eerst met de groep te bespreken wat er achtereenvolgens in de les gaat gebeuren. Anderen beginnen meteen met de opening. Dit hangt ook af van het didactisch model dat de school hanteert. Opdracht 1.3 Bij de start van de les is de eerste zin heel belangrijk. Bij het toespreken van de leerlingen hanteert de leerkracht activerend taalgebruik. De leerkracht zorgt er ook voor dat de leerlingen in een positieve sfeer komen. Bedenk enkele goede openingszinnen en enkele niet zo handige.
1 Voorbeeldles
1.4.1
Opening/opwarmer
De uitspraak ‘Gisteren zag ik op de markt een enorme pompoen liggen. Volgens mij woog die wel 100 kilo’, kan leiden tot een ge sprek over hoe zwaar pompoe nen kunnen zijn. 100 kg lijkt veel, maar uit krantenartikelen blijkt het een kleintje te zijn (figuur 1.6). Dit is een voorbeeld van een ope ning die kan doorlopen in een lesactiviteit over meten, inhoud, gewicht, soortelijk gewicht, en zovoort.
Record: Wouter de Wever ging ervandoor met het goud. Zijn pompoen woog maar liefst 711,5 kilo. Daarmee is overigens niet het record van 774 kilo verbroken. Figuur 1.6 – Grote pompoenen (www.duic.nl, 26 september 2020, © Bas van Setten)
Opdracht 1.4 Een opening kan ook geheel op zichzelf staan. Rond Pasen kun je een sommetje gebruiken over een aantal kippen dat eieren legt: ‘Als 10 kippen in 4 dagen 32 eie ren leggen, hoeveel eieren leggen dan 5 kippen in één dag?’ Bedenk voor deze opgave twee verschillende aanpakken (invalshoeken). Een heel leuke opening, die slechts één keer werkt, is voor de klas te gaan staan met een heel dik boek en te vragen: ‘Hoeveel bladzijden zullen er in dit boek zit ten?’ De kinderen zullen van alles roepen. In plaats van het goede antwoord te ge ven slaat de leerkracht het boek open en leest het paginanummer voor. De kinde ren stellen hun schatting bij. Daarna doet de leerkracht dit nog enkele malen, tot ongeveer iedereen wel door heeft hoeveel pagina’s het boek daadwerkelijk heeft. Dan pas kijkt de leerkracht op de laatste pagina en ontstaat er een gesprek over
25
Made with FlippingBook - Online catalogs