Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

[voorbeeld filosoferen over grote of juist kleine getallen] Met kinderen aan het einde van deze leeftijdsfase ( ± 8 jaar) kun je interessante gesprekken hebben over grote of juist heel kleine getallen. Je kunt bijvoorbeeld vragen: - ‘Hoelang zal het duren om tot 1000 te tellen? En hoeveel tijd zou het kosten om al die getallen op te schrijven? Misschien kunnen we het beredeneren. Maar we kunnen het ook gewoon doen.’ 1000 : 60 = ongeveer 17, dus als je een beetje snel telt kan het in een kwartier. - ‘Als we drie cijfers kiezen, welke getallen kunnen we dan maken? Hoe maken we het grootste getal? En hoe zorgen we dat het getal zo klein mogelijk is?’ Al pratende kun je ingaan op wat de cijfers op de verschillende plaatsen waard zijn, bijvoorbeeld: ‘Wat betekent de 8 in 385?’ - ‘Als we achter het getal 467 nog een cijfer plaatsen, wordt het dan meer waard of minder? Maakt het wat uit of je er 1 of 9 achter zet? Wat gebeurt er met de waarde als je er 0 achter zet?’ Al deze vragen zetten kinderen aan het denken, zorgen ervoor dat ze kritisch kijken naar de getallen en leveren inzicht op in de structuur van ons getallensysteem. Dit maakt het heel waardevol om zo af en toe tussendoor dit soort gesprekken te voeren; ze verdiepen daarmee hun getalbegrip. [einde voorbeeld] Verkennen van de betekenis, schrijfwijze en uitspraak van kommagetallen en breuken Kinderen zijn van jongs af aan gewend dat sommige getallen een komma bevatten. Zo komen ze kommagetallen tegen in winkels, in reclamefolders/advertenties en natuurlijk ook op allerlei verpakkingen van bijvoorbeeld hun eten. [theoretisch kader] Als een kommagetal kaal wordt opgeschreven, bijvoorbeeld 4,75, dan zeggen we meestal ‘vier komma-zeven-vijf’ of ‘vier-komma-vijfenzeventig’. In de winkel zeggen we: ‘Dat kost vier vijfenzeventig’, of: ‘… vier euro vijfenzeventig.’ Sommige mensen zeggen er nog ‘cent’ of ‘eurocent’ achteraan, maar echt niet altijd. De betekenis van 4,75 is echter vier-vijfenzeventig-honderdste (vier eenheden en vijfenzeventig honderdsten = 4 # ! $ " $ = 4 % & ). Er zijn dus heel veel verschillende manieren om een (komma)getal op te schrijven en uit te spreken. De rekentaal zoals hier beschreven, verdient de voorkeur (zie voor de achterliggende rekenen-wiskunde ook paragraaf 7.10). Op deze manier krijgen kinderen meer zicht op de waarde van de kommagetallen en ontstaat er ook het getalbegrip van deze getallen. [einde kader] In deze leeftijdsfase komen kinderen ook, wanneer zij gaan meten, in aanraking met breuken, of komen in de verleiding om breuken te gaan gebruiken. Ze ontdekken bijvoorbeeld dat hun tafeltje niet precies vijf vouwblaadjes lang is, maar nog een half blad extra… De kinderen leren nu begrippen te gebruiken als: heel, half, kwart, de helft, halveren, verdubbelen. Ook wanneer de kinderen gaan delen/verdelen, komen ze snel op breuken uit, zeker wanneer het gaat om producten die gemakkelijk te halveren zijn: broden, repen chocolade, pizza’s, taarten, koekjes, enzovoort. [ voorbeeld ] Filosoferen over kommagetallen (of breuken)

Made with FlippingBook flipbook maker