Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

op wat de kinderen al kunnen en op de onderlinge verschillen in de groep. Zo kun je beter aansluiten bij het niveau van ieder kind. Dit vergroot het rekenplezier, maar maakt ook dat de kinderen beter in staat zijn om te leren. Iets aanbieden waar het kind nog niet aan toe is, leidt tot frustratie/stress, en iets aanbieden wat al beheerst wordt, leidt tot demotivatie. In groep 4 en 5 wordt de telrij uitgebreid naar 1000. De kinderen leren ook over de waarde van de cijfers in een getal (de waarde, afhankelijk van de positie). [Een stukje rekentheorie] De getallen waarmee wij rekenen behoren allemaal tot het tientallige talstelsel. Dat wil zeggen: - ons systeem bestaat uit tien verschillende symbolen, namelijk de cijfers 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9; - de plaats van het cijfer bepaalt de waarde ervan: het maakt bijvoorbeeld uit in welke volgorde je de cijfers 1, 2 en 3 zet voor de grootte van het getal (ga maar na: 123 of 321 of 231); - de waarde van de verschillende plekken is gebaseerd op machten van 10. Zo is de meest rechtse positie de plaats van de eenheden (10 0 = 1), één plek naar links is de plaats van de tientallen (10 1 = 10), nog een plaats verder naar links is de plaats van de honderdtallen (10 2 = 100), enzovoort. Dit betekent dat driehonderdzesenvijftig 300 + 50 + 6 (en dus 3 × 10 2 + 5 × 10 1 + 6 × 10 0 ) is, en dus wordt geschreven als 356. En in een getal als 34.546, waar twee vieren in staan, blijken deze niet hetzelfde waard te zijn. Volgens dit systeem is de rechtse 4 gelijk aan 4 × 10 1 = 40, terwijl de linkse 4 × 10 3 = 4000 is. Dit wordt nog duidelijker in het positieschema van figuur 5.1, waar de plaats wordt gekoppeld aan de naamgeving van elke waarde. TD D H T E 3 4 5 4 6 Figuur 5.1 Positieschema [begin denkwolkje of post-it] TD = tienduizendtallen

D = duizendtallen H = honderdtallen

T = tientallen E = eenheden [einde denkwolkje of post-it]

Een dergelijk positieschema wordt veel gebruikt om kinderen te laten begrijpen wat de waarde van de getallen is. Het helpt ze om te structureren en netjes onder elkaar te schrijven. Om die reden wordt het gebruikt bij het onder elkaar optellen en aftrekken, maar allereerst om begrip te krijgen van het

positiestelsel. [Einde theorie] [reflectieve overdenking]

Kinderen doen steeds meer ervaringen op. Ze gaan bijvoorbeeld meer zelf buiten spelen, deelnemen aan het verkeer, doen meer ervaringen op in het koken, boodschappen doen en meten (op school, bij

Made with FlippingBook flipbook maker