Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

controleert. Vraag door: ‘Wat kunnen jullie dan doen om te meten hoe lang de gang is? Hoe kunnen we het eerlijker maken?’ Komt er iemand op het idee om een standaardmaat in te zetten? [einde overdenking] 4.6 Meetkundige ontdekkingen leren beschrijven – Meetkunde bij kinderen van 4 tot 6 jaar Meetkunde heeft in eerste instantie niet zoveel met meten te maken. Bij meetkunde probeer je de ruimte te beschrijven. Kinderen doen, wanneer ze om zich heen kijken, allerlei ontdekkingen op. Ze zien bijvoorbeeld een rechthoekig plein, ontdekken hun eigen spiegelbeeld in een plas water, wanneer ze goed naar de gevel kijken zien ze een patroon (muur – raam – muur – raam – muur), of misschien valt het metselwerk van de muur wel op en weten ze daarom hoe zij een stevige muur kunnen maken van blokken. Meetkunde voor kinderen van 4 tot 6 jaar laat zich opdelen in drie onderdelen, namelijk: - oriënteren in de ruimte - construeren - opereren met vormen en figuren Hierna wordt elk van deze onderdelen nader toegelicht aan de hand van voorbeeldactiviteiten. Bij deze activiteiten gaat het er steeds om de kinderen ervaringen te laten opdoen met meetkundige zaken, waarbij ze eveneens worden uitgedaagd om te verklaren hoe dat nu precies zit. Kinderen doen bijvoorbeeld ervaring op met het maken van foto’s (echt of met een wc-rolletje). Hoe krijg je iets goed in beeld? Hoe zorg je dat iedereen die je wilt fotograferen op de foto komt? Wat gebeurt er als je dichterbij gaat staan of juist naar achteren gaat? Kunnen de kinderen verwoorden hoe het komt dat je minder in beeld krijgt als je dichterbij komt? 4.6.1 Oriënteren in de ruimte Bij oriënteren in de ruimte gaat het om het onderzoeken en beschrijven van de ruimte. Dit kan bijvoorbeeld door de zojuist beschreven activiteit met het maken van foto’s, waarbij kinderen ontdekken wat er vanaf een bepaalde plek te zien is (en wat niet), maar ook door bijvoorbeeld verstoppertje te spelen. Bespreek dan, om verklaringen uit te lokken, ook eens wat nu eigenlijk goede verstopplekken zijn bij jullie op het plein. Ook wanneer kinderen foto’s, tekeningen, bouwplaten of plattegronden bekijken, zijn er allerlei vragen mogelijk: ‘Waar zou deze foto genomen kunnen zijn?’, ‘Waar moet je staan om het gebouw zo te zien?’ [opdracht] Opdracht 25. Maak een fotospeurtocht voor de kinderen van jouw groep. Doe dit door op het plein of in het lokaal foto’s te nemen vanaf bepaalde standpunten. Zet vervolgens bij elk van deze foto’s een routebeschrijving, bijvoorbeeld: ‘Vanaf hier zes grote stappen naar rechts.’ Ga met de kinderen op pad, waarbij je de kinderen laat nagaan of ze al bij het volgende punt op de route zijn aangekomen. [einde opdracht] Wanneer kinderen op de voorgaande manier een route volgen, worden ze eveneens uitgedaagd om precies de ruimte te bekijken. Ook het volgen en ontwerpen van routes hoort daarom bij dit meetkundig onderdeel, voor deze leeftijdsfase. Je kunt kinderen ook uitdagen om een bepaalde route