Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

achter, naast, op, onder, in, boven, dichtbij, ver - vertellen waar voorwerpen zich bevinden (waar moeten de blokken worden opgeruimd?) Opereren met vormen en figuren, namelijk ervaring opdoen met: - onderzoeken van eigenschappen van voorwerpen en op basis van een eigenschap sorteren, tijdens het opruimen - onderscheiden en benoemen van meetkundige vormen tijdens het opruimen, zoals cirkel (rondje), vierkant, driehoek Bijvoorbeeld benoemen van kleuren of vormen, kinderen uitdagen te sorteren tijdens het opruimen op lengte, gewicht, kleur, vorm, enzovoort Gesprekjes over welke spullen, naar verhouding, bij elkaar horen tijdens het opruimen. Denk aan: - De voertuigen en poppetjes die horen bij de Duplo moeten in deze bak en de voertuigen en poppetjes van de PlayMobil in deze. Is dit een auto voor een Duplo poppetje of voor een PlayMobil-poppetje? - Welke kleertjes zijn voor de poppen en welke voor de kinderen?

Verhoudingen

In betekenisvolle situaties: - experimenteren met verhoudingen - gesprekjes voeren over verhoudingen

[kader ‘ter overdenking’] In het eerdergenoemde voorbeeld van de dagelijkse routine (aan- en uitkleden) komt ook meetkunde aan de orde, namelijk op het moment dat je benoemt hóé kleding moet worden aangetrokken. Hierbij komen verschillende meetkundige begrippen aan de orde. Ga maar na bij de jas-aantrek-truc van figuur 3.17. Op de website vind je een link naar de truc op YouTube.

Made with FlippingBook flipbook maker