Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

• te tellen of alle kinderen er zijn bij de dagopening. Als het niet klopt, vraag je: ‘Wie missen we nog?’ • tijdens een rustig moment (of wanneer je wacht in de rij) een telactiviteit te beginnen. Je kunt (gezamenlijk) van alles tellen: de kinderen met rode schoenen, de kinderen met een zwarte trui, de haakjes aan de kapstok, … Het is nog leuker om de kinderen zelf iets te laten bedenken om te tellen. • tijdens het aantrekken van kleding (na een slaapje of voor het buiten spelen) de jassen te tellen met een capuchon of de kinderen die al een jas aanhebben (of juist niet), de kinderen die vandaag regenlaarzen aanhebben, of schoenen met veters, … • tijdens het opruimen blokken te tellen terwijl ze in de kist worden gedaan, of af te tellen om de ‘opruimtijd’ die er is, te verwoorden voor de kinderen: ‘Zullen we eens kijken of we in tien tellen alle blokken in de kist kunnen doen? Zal ons dat lukken?’ • bij het uitdelen van fruit het aantal bananen, mandarijnen, enzovoort te tellen, of door hardop na te denken over hoe je het fruit zou kunnen verdelen: ‘We hebben twee appels en vier kinderen die appel willen, hoe verdeel ik dat eerlijk?’ Als volwassene denk je misschien: ‘Waarom zouden die kinderen dat willen tellen?’ Maar kinderen vinden dat vaak echt leuk. Je kunt het nog leuker maken door heel hard te tellen of juist heel zacht, door erbij te klappen of te stampen, enzovoort. [Begin ‘ter overdenking’ in kader] Bij tellen zijn we vaak geneigd ‘per stuk’ te tellen. Wanneer de kinderen naar de basisschool gaan, wordt er echter ook geteld in sprongen van 2, 5 en 10, en vanaf een willekeurig getal in de telrij. Ook wordt er ook teruggeteld. Voor sommige kinderen die bijna 4 jaar zijn kan het ook interessant en uitdagend zijn wanneer je het hardop tellen op de groep eens anders aanpakt. [Eind kader] Getallen om je heen herkennen Tijdens telactiviteiten ligt het voor de hand om een hoeveelheid echt te laten zien met blokken, stukjes fruit, boterhammen, enzovoort. Dit kun je vervolgens ondersteunen door de hoeveelheden ook te tonen met je vingers. Wanneer je ook de cijfersymbolen veelvoudig laat zien, komen de kinderen ook vaker in aanraking met de symbolen 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9. Vervolgens zullen ze soms zelfs ontdekken dat deze cijfers op allerlei plekken in hun omgeving voorkomen. Ook zullen ze ontdekken dat er soms één zo’n symbool te zien is, en soms twee heel dicht tegen elkaar aan (een 1 en 0 bijvoorbeeld, die dan samen het getal 10 vormen). Het herkennen van de cijfersymbolen en het zien van allerlei getallen zorgt ervoor dat kinderen zich verder ontwikkelen in getalbegrip. Dit start met het kunnen lezen en gaan begrijpen van de waarde van getallen. Het is daarom voor jonge kinderen belangrijk dat zij in allerlei situaties getallen gaan herkennen en leren het getal bij naam te noemen. Oude filmpjes van Sesamstraat , waarvan er heel veel op internet staan, kunnen hierbij helpen. Kinderen komen overal getallen tegen. Wanneer je op de groep aandacht besteedt aan de cijfersymbolen en kinderen wijst op de getallen in de groep (kalender, klok, kledingmaten, schoenmaten), zal een kind ook buiten op straat getallen gaan herkennen. Zo zal een kind dat in de stad woont waarschijnlijk het getal 4 herkennen als het vaak in die tram zit. Een kind van 3 jaar kan heel goed vertellen dat het 3 is (en bijvoorbeeld ‘bijna 4’). Ook zijn er kinderen die precies weten dat hun broertje of zusje 0 jaar is, en vaak herkennen ze ook een aantal getallen op de klok, zien ze een getal op verkeersborden of op hun eigen trui, enzovoort.

Made with FlippingBook flipbook maker