Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

Figuur 3.1 Kinderen meten elkaars lengte [einde voorbeeld]

Met jonge kinderen praten, zingen, versjes opzeggen enzovoort ontwikkelt de taal en het rekenen. Professor Gillian Starkey, een Amerikaanse neuropsycholoog, zegt hierover (Garlinge, z.j.): [ blokcitaat ] ‘We weten dat wanneer kinderen naar school gaan, ze veel meer getallen gebruiken dan in de voorgaande paar levensjaren. Maar wat hier echt bij helpt, is dat er al enkele associaties en paden en verbindingen in de hersenen zijn tussen hoe het getal twee klinkt als een woord en wat het eigenlijk vertegenwoordigt; twee objecten, en wat je met die twee objecten kunt doen. Je kunt er bijvoorbeeld één oppakken, en dan kun je er nog één oppakken, en dan heb je er twee in je handen. Zulke dingen vormen de basis voor kinderen om heel snel situaties te herkennen waarin getallen op verschillende manieren voorkomen en deze te begrijpen wanneer ze naar school gaan.’ [ einde blokcitaat ] Bovenaan in de inhoudskaart van SLO staat niet voor niets ‘Kinderen doen in betekenisvolle situaties ervaringen op over: …’. Veel van het leren tot 4-jarige leeftijd gebeurt namelijk doordat kinderen zelf ervaringen opdoen in hun spel of doordat jij aansluit bij de situatie waarin het kind zit. Als begeleider zeg je hardop hoe de handelingen heten die het kind verricht. Zo leren ze de begrippen die bij de situatie horen. Dit kun je ook doen door vragen te stellen aan het kind. Hierdoor wordt het kind zich bewust van de betekenis van hoeveelheden, getallen en/of de rekenactiviteiten. Je kunt bijvoorbeeld vragen: ‘Heb je wel genoeg blokjes voor zo’n groot gebouw?’, of: ‘Waarom stort die toren steeds in?’ Belangrijk hierbij is om te beseffen dat bij het ene kind een leerproces sneller verloopt dan bij het andere. Heb geduld, en laat op een speelse manier rekenonderwerpen herhaaldelijk aan bod komen. Een vraag als ‘Geef mij eens twee knikkers’ daagt uit om te gaan tellen en dus de rekenhandeling uit te voeren, en soms krijg je er ook daadwerkelijk twee. [Einde kader] 3.1.1 Voor- en vroegschoolse educatie op de groep [Begin ‘ter overdenking’ in kader]