Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

altijd nieuwe dingen kunnen leren, dat je leert van fouten en dat je zo vanzelf beter wordt, ook in rekenen. Kijk eens om je heen bij jou op je werk, wordt er weleens feedback gegeven op het persoonlijke niveau? Vaak vind je dit in (goedbedoelde) complimenten. Een complimentje is natuurlijk leuk, maar probeer zulke persoonlijke feedback eens om te buigen naar feedback op een van de andere niveaus! [einde overdenking] [ voorbeeld ] Feedback tijdens het spelen van een spel Stel, je speelt Monopoly Junior met de kinderen. Er is dan een aantal momenten waarop je waardevolle feedback aan hen kunt geven, bijvoorbeeld tijdens het: - zetten met de pion. Wanneer een kind 5 heeft gegooid en zijn pion ook 5 stappen vooruitzet, kun je bijvoorbeeld als volgt reageren: • taakniveau: ‘Je hebt 5 gegooid … en je pion ook 5 vakken vooruitgezet. Supergoed!’ • procesniveau: ‘Zag je nu in één keer dat je 5 gegooid had? Wat goed dat jij dat al weet!’ Of: ‘Ik zie dat je jouw pion stap voor stap 5 vakken vooruitzet; je telt heel precies hoe ver je moet lopen. Dat is een handige manier!’ • niveau van zelfregulatie: ‘Hoe zorg je ervoor dat je precies evenveel vakken vooruitgaat als dat je gegooid hebt? Hoe pak je dat aan?’ - betalen/terugbetalen. Wanneer een kind € 3,- moet betalen en dit doet met een briefje van € 2,- en van € 1,- zeg je bijvoorbeeld: • taakniveau: ‘Ah, een briefje van € 2,- en één van € 1,-. Heel goed. Dat is samen € 3,-.’ • procesniveau: ‘Dat is een handige manier! Je geeft niet drie briefjes van € 1,- maar betaalt lekker met een briefje van 2 en één van 1. Dat is veel sneller!’ • niveau van zelfregulatie: ‘Hé, hoe pakte je dat nou aan? Hoe weet je zo zeker dat je genoeg hebt betaald? [een beetje geinend] Je moest toch € 3,- betalen? Je geeft me maar twee briefjes!’ - het inschatten van iets. Er was bijvoorbeeld een gesprekje over ‘wie het meeste geld heeft én dus mogelijk gaat winnen’, waarop een kind vlot een antwoord wist te geven: Jij: ‘Hoe zag je zo snel dat jij het meeste geld had? Want er zijn allemaal verschillende briefjes, met elk hun eigen waarde…’ • procesniveau: ‘O, dáár keek je naar. Alleen naar het aantal briefjes van € 5,- omdat dat de briefjes zijn in dit spel met de hoogste waarde … Dat is een handige en snelle manier om te zien wie het meeste geld heeft! Handig hoor!’ • niveau van zelfregulatie: ‘Mhmmm, kijken naar de briefjes met de hoogste waarde … Zal dat voldoende zijn om in te schatten wie het meeste geld heeft?’ [einde voorbeeld] In ‘De kracht van goede feedback’ (Verschuren, 2013-2014) vind je meer informatie over feedback. Kind: ‘Nou, toevallig heb ik twee briefjes van € 5,- en zoveel vijfjes heeft niemand!’ • taakniveau: ‘Ah, goed gezien inderdaad. Jij hebt de meeste briefjes van € 5,-!’

Made with FlippingBook flipbook maker