Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

Figuur 2.6 Modelmatig oplossen van de opgave 8432 − 6841 Een grote rechthoek stelt 1000 voor, een tiende deel daarvan is een strook van 100, die wordt verdeeld in 10 blokjes van 10, en zo’n blokje wordt verdeeld in streepjes van 1. We strepen vervolgens eerst 6 duizendtallen door, daarna 8 honderdtallen, gevolgd door 4 tientallen en 1 eenheid. Er blijven dan over: 1 duizendtal, 5 honderdtallen, 9 tientallen en 1 eenheid. De uitkomst is dus 1591. - Het formele rekenen o Je kunt handig rekenen, op verschillende manieren:  gesplitst in duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden:

8432 − 6000 − 800 − 41 = 2432 − 800 − 41 = 1632 − 41 = 1591  handig op basis van afgeronde getallen en compenseren: 8432 − 7000 + 159 = 1432 + 160 − 1 = 1592 − 1 = 1591

o of vanuit de formele aftrekking, onder elkaar:

Door deze opgave in je voorbereiding op allerlei manieren uit te werken, kun je tijdens je begeleiding afhankelijk van de werkwijze waar de kinderen mee komen, elk van de aanpakken ondersteunen (door geschreven of uitgesproken taal). Bereid daarom antwoorden van opgaven altijd voor, vanuit elke mogelijke aanpak die je kunt verwachten in jouw groep. Nog beter is natuurlijk dat je zó goed in deze materie zit dat je dit zonder voorbereiding als vaardigheid in huis hebt. Taal Bedenk ook welke taal bij deze opgave van toepassing is. Dagelijkse taal: stenen, pallet, metselen, metselaar, muurtje, overblijven Schooltaal: berekening Vaktaal: model, duizendtal, honderdtal, tiental en eenheid (hier kun je ook van mening zijn dat het schooltaal is, maar het gaat er vooral om dat je nadenkt over hoe de kinderen de taal ervaren en wat ze moeilijk kunnen vinden) Scaffolding Als een leerling de opgave moeilijk vindt, kun je bijvoorbeeld vragen om precies te vertellen waar die over gaat. Je kunt ook zeggen: ‘Zullen we eerst kijken naar wat kleinere getallen?’

Made with FlippingBook flipbook maker