Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep
veel voor aanwezig is of juist heel weinig tot niets)? Welke getallen komen de kinderen tegen (en wat zou je nog meer in getallen kunnen uitdrukken)? Welke schematische voorstellingen (zoals tabellen, diagrammen en grafieken) zijn zichtbaar voor de kinderen (en welke zou je kunnen toevoegen)?
[einde opdracht] Naast de materialen worden er ook verschillende activiteiten of oefeningen aangeboden. Samen met de materialen vormen zij het reken-wiskundeaanbod dat kinderen krijgen. Ook in activiteiten en oefeningen ligt een kans om extra aandacht aan rekenen-wiskunde te besteden. Weet jij die kans te benutten? Ga eens na: wat voor activiteiten of oefeningen bied jij meestal aan? Op welke manier kies jij de activiteiten? Hoe worden oefeningen voor de groep gekozen? Wanneer er bijvoorbeeld wordt gewerkt met een rekenmethode, is het maar de vraag of deze goed aansluit bij wat de kinderen nodig hebben. Voor sommige kinderen gaat de methode namelijk net wat te snel of juist net wat te langzaam door de stof heen. Ook de manier waarop de stof wordt aangeboden is van belang: niet alles past even goed bij elk kind. Soms spreken de oefeningen aan, soms zijn ze heel onduidelijk of vervelend. Elk kind is anders, maar tegelijk moet elk kind voldoende uitgedaagd worden. Ook wanneer je zelf activiteiten ontwerpt is het de kunst om goed aan te sluiten bij het niveau van de kinderen. Het is daarom aan te raden om, na een analyse van wat de kinderen nodig hebben, groepjes te maken van kinderen met gelijke doelen of interesses. Ook is het van belang om bij het ontwerpen van activiteiten of oefeningen goed te bedenken wat het doel hiervan is. Welke rekenvaardigheden, nieuwe rekenkennis of herhaalde oefening wil je aanbieden? Op welke manier en door middel van welke opgaven? Wat past bij het niveau van de kinderen en hoe kun je ze net wat meer uitdagen? Welke begeleiding zullen zij naar verwachting hierbij nodig hebben? Zijn er nog algemene uitgangspunten waar je rekening mee moet houden (visie op ontwikkelen, visie op leren of op het reken wiskundeonderwijs, afspraken om een doorgaande lijn te borgen, enzovoort)? Kies als je een activiteit gaat aanbieden heel bewust je doelen uit. Gebruik hiervoor de inhoudslijnen van SLO of de rekenmethode waarmee de kinderen werken. Ga vervolgens na wat de kinderen van je groep al beheersen en waar zij moeite mee hebben. Doe dit door het na te vragen, of ga uit van recente observatiegegevens. Wanneer je precies en zorgvuldig je doel hebt gekozen, kun je beter geschikte oefeningen of activiteiten selecteren op het internet of uit de methode, of de activiteit zelf ontwerpen. Bekijk deze oefeningen/activiteiten goed en ga na of deze iets moeten worden aangepast. Aanpassingen kun je zoeken in: - andere opgaven voorleggen; - andere getallen kiezen (gemakkelijke getallen gebruiken, breuken toevoegen, enzovoort); - helpende materialen, contexten of modellen toevoegen (getallenlijnen, kralenkettingen, verhoudingstabellen, geld als context voor kommagetallen, meetsituaties als context voor breuken, enzovoort; zie de volgende hoofdstukken); - rekentaal toevoegen (zie hierna). 2.2.1 Rekentaal toevoegen aan activiteiten/oefeningen Bij rekenen-wiskunde gaat het veel om handelingen. Om kinderen grip te laten krijgen op de verschillende handelingen die zij uitvoeren is het belangrijk om stil te staan bij het doel en de inhoud van deze handelingen. Taal kan dat ondersteunen. Geef met taal heel precies aan wat je doet en waarom je dat doet (met welk doel). Laat kinderen zelf ook verwoorden wat zij doen, zodat zij meer grip krijgen op wat ze doen. Je kunt eventueel het handelen van de kinderen ‘ondertitelen’ door als
Made with FlippingBook flipbook maker