Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

Een activiteit die je met kinderen kunt doen is hen, bijvoorbeeld in tweetallen, om beurten een rekenregel laten bedenken. Met deze regel bepaal je dan het eerste en het tweede getal. Dit maak je zichtbaar op een (gevulde) getallenlijn. De ander moet dan de code zien te kraken. Een voorbeeld. Ik bedenk de rekenregel: + 2, noteer deze op een papiertje zonder dat de ander het ziet, en plaats een rood rekenfiche op het startgetal 2 en een geel rekenfiche op 4. Nu moet de ander zien te achterhalen wat de rekenregel is die ik bedacht heb. Dit doet deze persoon door te vragen waar het volgende gele fiche hoort. Iemand zou kunnen denken: ‘Mogelijk is het × 2’, en vraagt dus of er een fiche op de 8 hoort. Het antwoord is dan ja. Mogelijk denkt de tegenspeler dan zeker te weten dat het ‘x2’ is, dan kan deze de code kraken door te vragen of dat de code is. Dit blijkt niet het geval. Nu moet de tegenspeler flink nadenken en komt (mogelijk na eerst nog wat andere pogingen) op het getal 6 (of 10). Zo ontdekt hij dat de code toch anders is, namelijk ‘+2’. Het mooie van deze activiteit is dat je het aan de kinderen kunt overlaten welke rekenregels zij voor elkaar bedenken. Door hun kennis en rekenvaardigheden zal dit al snel uitgebreid worden naar het gebruik van plussommen, minsommen, vermenigvuldigingen en delingen. Ook kun je de kinderen uitdagen om combinaties te gaan gebruiken ( : 2 + 4 bijvoorbeeld), wanneer ze hier zelf niet mee komen. Misschien gaan de kinderen ook wel breuken, kommagetallen of procenten verwerken in de codes. In dat geval zullen ze wel met een lege getallenlijn moeten werken, waarop ze bijvoorbeeld met een gele en groene post-it het startgetal en de vervolggetallen plaatsen. NB Je kunt de kinderen laten raden naar een getal in de reeks, maar de kinderen kunnen natuurlijk ook een tip vragen. De tip die dan voor de hand ligt is een volgend getal geven uit de reeks, naar de rekenregel. [einde voorbeeldactiviteit]