Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

6.2 Onderhouden van de bewerkingen met hele getallen Kinderen leren in het basisonderwijs volgens een bepaalde methode optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Omdat het in deze leeftijdsfase ook gaat om het rekenen met grote getallen, hoeft dat lang niet altijd meer uit het hoofd. Bij grote (of juist heel kleine) getallen mag dit schriftelijk/onder elkaar uitgerekend worden (ook wel ‘cijferen’ genoemd). Ook leren de kinderen hoe ze de rekenmachine kunnen gebruiken voor het oplossen van (complexe) opgaven. Belangrijk in de begeleiding van kinderen bij de bewerkingen met hele getallen is dat je aansluit bij de stappen die zijn aangeboden in de methode. Kijk daarom zelf terug in die methode (ook in die van eerdere leerjaren) om te zien welke stappen er precies zijn genomen om bijvoorbeeld te komen tot optellen met driecijferige getallen. Ga bovendien na of de kinderen beschikken over de juiste voorkennis en vaardigheden, op het gewenste niveau, om deze opgaven te maken. Zijn er bijvoorbeeld rekendrempels die de kinderen nog niet beheersen (zie paragraaf 2.1)? Hierna tref je per bewerking in een soort strip de leergang, waarbij niveau D de meest verkorte versie van het schriftelijk rekenen toont. Optellen A B C D Context: 247 knikkers + 174 knikkers. 247 174 +

H T E 2 4 7 1 7 4 +

1 1 2 4 7 1 7 4 + 4 2 1

300 110

200|40|7 + 100|70|4 200 + 100 | 40 + 70 | 7 + 4 300 + 110 + 11 300 + 100 + 10 + 11 400 + 21 = 421

3 11 11 3 12 1 4 2 1

11+

421

Aftrekken A

B

C

D

Context: Ik heb eerst € 473,- en geef dan € 184,- uit. 400 | 70 | 3 − 100 | 80 | 4 400 – 100 70 – 80 3 – 4 300 – 10 – 1 = 289

473 184 − 300 −10 −1 289

3 16 13 4 7 3 184− 2 8 9

H T E 3 16 13 4 7 3 1 84− 2 8 9

Vermenigvuldigen A

B

C