Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep
5.3.3 Activiteiten bij opereren met vormen en figuren Bij het opereren met vormen en figuren gaat het vooral om het kijken en vergelijken van figuren. Hierbij doen de kinderen onderzoek naar overeenkomsten en verschillen, beschrijven zij de figuren zo nauwkeurig mogelijk, en gaan zij op zoek naar eigenschappen van figuren. Waar het in de kleuterklas ging om beschrijvingen als het aantal hoeken, regelmaat in de lengtes van de zijden en dergelijke, gaan de beschrijvingen nu ook over bijvoorbeeld symmetrie. ‘Is deze figuur symmetrisch of niet? Zo ja, waar bevindt zich dan precies de symmetrieas? Of zijn er misschien zelfs meerdere symmetrieassen te ontdekken?’ [voorbeeldactiviteit] Driedimensionale figuren onderzoeken Het is interessant om met kinderen eens te kijken naar specifieke driedimensionale figuren. Eerder hebben zij bijvoorbeeld al kennisgemaakt met de driedimensionale basisfiguren bol en kubus, en ook zouden zij in de kleuterklas al moeten hebben geoefend met het beschrijven van verschillen en overeenkomsten. In deze leeftijdsfase kun je preciezere beschrijvingen uitlokken door de kinderen bijvoorbeeld te vragen of zij weten wat eigenlijk het verschil is tussen een kubus en een balk. En hebben zij scherp hoe ze het verschil tussen een vierkant en een rechthoek kunnen beschrijven? Weten zij bijvoorbeeld dat een kubus uit zes even grote vierkanten bestaat, terwijl een balk uit rechthoeken bestaat? Dit maakt dat de kubus een van de regelmatige veelvlakken is in de wiskunde. Het is immers een figuur bestaande uit enkel regelmatige veelhoeken [in dit geval regelmatige vierhoeken, ook wel ‘vierkanten’ genoemd]. Het hiervoor beschreven onderzoek kun je uitbreiden door ook de bouwplaten van deze driedimensionale figuren erbij te pakken of deze zelf te laten ontwerpen. Welke verschillen en overeenkomsten nemen de kinderen dan waar? Lukt het ook om de bouwplaten te maken van andere regelmatige veelvlakken (zie de link op de website)? [einde voorbeeldactiviteit] Daarnaast breiden de kinderen in deze leeftijdsfase de ervaringen met schaduwen uit, doordat zij nu ook kunnen proberen te verklaren hoe schaduwen veranderen. Dit vraagt uiteraard om activiteiten waarin zij ervaring kunnen opdoen met ‘veranderende schaduwen’, zoals een onderzoek naar de eigen schaduw gedurende de dag of het spelen met schaduwen tijdens een schimmenspel (zie figuur 5.36). [invoegen figuur 3.30 uit RWD] Figuur 5.36 Schimmenspel, spelen met schaduwen op een doek Maar ook heel speels kun je actief met schaduwen aan de slag. Zo kun je kinderen zelf een zonnewijzer laten maken (zie de website voor een link), of uitdagen ‘schaduwtikkertje’ te spelen (zie figuur 5.37). [invoegen figuur] Figuur 5.37 Schaduwtikkertje (bron: https://www.ivn.nl/app/uploads/sites/246/2022/12/lente_- _schaduwtikkertje_2.pdf)
5.4 Verbanden onderzoeken – Verbanden bij kinderen van 6 tot 8 jaar
Made with FlippingBook flipbook maker