Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

Bij maat denk je bij de eenheid die gebruikt wordt meestal meteen aan het metrieke stelsel. Een maatstaf kan ook een natuurlijke maat zijn, zoals je eigen voetlengte, de breedte van je handpalm of een stuk touw, of een strook papier. Als je steeds dezelfde maat als uitgangspunt neemt, heet dat de standaardmaat. Bespreek samen met de kinderen waarom het niet handig is om met natuurlijke maten te meten, omdat deze per persoon verschillend zijn. Het ene kind meet in twaalf grote stappen de lengte van het lokaal, terwijl een ander er vijftien stappen voor nodig heeft. Als jij in de kring een aantal meetinstrumenten neerlegt en daarover een gesprek start, zal het inzicht kunnen ontstaan dat als je dit goed wilt gebruiken, er afspraken moeten zijn over de eenheid waarin je meet. Hiermee is de link gelegd om te meten met een standaardeenheid/maatstaf. Het is interessant om met kinderen te ontdekken welke standaardeenheden er zoal gebruikt worden. Dit kun je doen door met hen naar meetinstrumenten te kijken. Een thermometer die de temperatuur aangeeft in zowel Celsius als Fahrenheit kan hier een goede dienst bewijzen. Denk ook aan linialen die bij veel bouwmarkten of meubelboulevards te krijgen zijn en die een indeling hebben voor zowel het meten in inch als het meten in centimeter. De vaardigheid ‘meten met een liniaal’ is een onderdeel van het werken met een standaardeenheid. Daaraan voorafgaand moeten kinderen geleerd hebben om te werken met een liniaal. Een liniaal heeft namelijk twee functies: je kunt er lijnen langs trekken én je kunt ermee meten. Het gebruiken van de liniaal als lijnentrekker is in eerste instantie een motorische zaak. Veel kinderen kunnen dit niet, en daarom is het soms nodig dit te oefenen. Een begin van een stappenplan zou kunnen zijn: 1. Maak een modern schilderij met allemaal rechte lijnen. Bedenk dat rechte lijnen ook schuin kunnen gaan. Geef alle vakjes die ontstaan een kleur (zie figuur 5.33). 2. Maak een modern schilderij met allemaal lijntjes van tien centimeter lang. Kleur de vakjes afwisselend, gebruik twee kleuren. Let op: twee aan elkaar grenzende vakjes mogen niet dezelfde kleur hebben. Al tekenend zullen de kinderen erachter komen dat er een derde of vierde kleur nodig is om te voorkomen dat twee aangrenzende vakken dezelfde kleur hebben. Hoe dat kan, is een mooi vraagstuk voor in de bovenbouw. Er kan ook nog een discussie ontstaan over wat ‘aangrenzend’ is. 3. Teken een huis met allemaal rechte lijnen. 4. Enzovoort. [ voorbeeld ] Omgaan met de liniaal

In groep 5 zou het een mooi resultaat zijn als kinderen van een A4’tje een bakje kunnen maken van exact 8 × 8 × 2 cm. Hiervoor is precies meten met een liniaal noodzakelijk.

Made with FlippingBook flipbook maker