Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

Stel, iemand gooit 23, 18 en 17. Een echt handige rekenaar ziet meteen dat 23 + 17, 40 is en dan nog 18 erbij maakt 58. Er zijn veel spelletjes waarbij de regels van het dartspel gebruikt worden.

Figuur 5.31 Dartmat Als variant hierop om de tafels te oefenen zou je kinderen op een

speelbord twee pittenzakken kunnen laten gooien (of ballen in korven met getallen) waarbij zij de opdracht krijgen om de geworpen getallen te vermenigvuldigen. Er wordt dan vaak gewerkt met een getallenveld met de getallen tot 10.

5.2 Van afpassen naar meten met een standaardmaat – Meten bij kinderen van 6 tot 8 jaar Meten bestaat in deze leeftijdsfase uit de volgende onderdelen: • meten van de grootheden lengte, oppervlakte, inhoud, tijd, gewicht, temperatuur en geld; • het ontwikkelen van maatgevoel bij de standaardmaten die hierbij horen; • een begin in inzicht in het metrieke stelsel. Meten is het verbinden van een getalsmatige waarde aan een grootheid. Dat is een abstracte definitie. Er wordt ook wel gezegd dat meten het afpassen van een (standaard)maat is, oftewel: hoe vaak past een bepaalde maat – bijvoorbeeld 1 cm – in de lengte van het lokaal? Meten (het afpassen van maten) is een rekenhandeling. Het is daarom belangrijk dat kinderen zelf deze handelingen uitvoeren. Laat ze bijvoorbeeld zelf ervaren dat een pak melk in een kubieke decimeter past of ervaren hoe groot een vierkante meter is. Laat ze zelf maar een oppervlakte van een vierkante meter maken én laat ze bijvoorbeeld nagaan wat daar zoal in past. Hoeveel kinderen passen er in een kubieke meter (zie figuur 5.32)? Zo ontwikkelen kinderen referentiematen, persoonlijke kennis die kinderen koppelen aan een maat. Ook krijgen ze zicht op verschillende maten en eenheden van het metrieke stelsel.

Made with FlippingBook flipbook maker