Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

25 × 28 wordt 7 × 100 omdat je weet dat 25 × 4 100 is. Je zet de opgave naar eigen hand door in plaats van × 25 er een mooi rond getal van te maken, namelijk × 100. Omdat je weet dat, als je bij vermenigvuldigen een getal groter maakt, je het andere getal even zo vaak kleiner moet maken, volgt in plaats van 28, 7 (28 : 4 = 7). Zie ook bij Termen veranderen in het kader Didactische begrippen in paragraaf 5.1.2. NB In het voorgaande voorbeeld is bovendien de commutatieve eigenschap ingezet, anders had er De eigenschappen van de bewerkingen (zie hoofdstuk 7) moeten bij jou als begeleider zo diep ingebakken zitten dat je deze op elk moment in relatie kunt brengen met oplossingen van kinderen. Handig rekenen wordt ook weleens hoofdrekenen genoemd. Er wordt verschillend over hoofdrekenen gedacht. Veel leerkrachten vinden het prima wanneer bij handig rekenen tussenstappen opgeschreven worden. Zo wordt de belasting op het werkgeheugen verkleind en is zichtbaar welke tussenstappen het kind maakt. Het kind houdt grip op zijn rekenhandeling en de leerkracht kan bovendien meelezen/meekijken. Sommige mensen noemen het pas hoofdrekenen als er geen kladpapier wordt gebruikt; dan is het dus handig rekenen enkel in je hoofd. [theoretisch kader] Handig rekenen Handig rekenen bevorder je bij kinderen door: • te denken in getallen en niet in cijfers: 27 + 28 kan op verschillende manieren worden uitgerekend: o cijferend in je hoofd 7 + 8 -> 5 en die 1 dan bij de 2 + 2 maakt 5 o een handige manier is splitsen 20 + 20 + 7 + 8 o een andere handige manier is termen veranderen: 27 -> 30; 28 -> 25 dus 30 + 25 • te bedenken welke strategie bij een som handig is, gezien de getallen en de bewerking(en), in plaats van altijd volgens een standaardoplossing te werken. • rekenfeiten te gebruiken, zoals 12,5% is 1/8 deel, of een centimeter is een honderdste deel van een meter. • er een situatie of een model bij te betrekken als je niet direct weet wat een handige oplossing is. Bij 8 × 7 = … kun je als situatie een schaakbord min één rij gebruiken. In een model: teken bijvoorbeeld 8 rijen van 7, of maak een getallenlijn met sprongen van 7. • niet met nullen te goochelen, maar te denken in × 10, × 100, × 1000 óf : 10, : 100, enzovoort. Kinderen die zelf ontdekken wat er dan met de nullen gebeurt, leren meer dan wanneer ze van jou horen dat als je met 100 vermenigvuldigt, er twee nullen bij komen (of dat de komma twee plaatsen opschuift). • geen trucjes aan te leren, maar in te zetten op de betekenis van de bewerkingen. [einde theoretische kader] Speels handig rekenen Een spel waarbij handig rekenen van toepassing is, is darten. Dit kan met pijlen op een dartbord, maar ook heel eenvoudig met pittenzakken op een dartmat (zie figuur 5.31) of op een getekend dartbord van stoepkrijt. gestaan: 100 × 7. [einde voorbeeld]

Made with FlippingBook flipbook maker