Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep

1. snel 8 kralen bepalen, door gebruik te maken van de vijf- of de tienstructuur naar de vijfstructuur: het eerste setje van 5 kralen, en nog 3 losse naar de tienstructuur: de volledige eerste rij met 10 kralen, maar dan 2 minder 2. de rekenhandeling + 3 verkorten, namelijk door dit op te splitsen in sprongen (in dit geval + 2 en + 1) de kinderen zien daadwerkelijk dat eerst + 2 een logische aanvulling is, want hieruit volgt de eerste rij = 10, en vervolgens doen ze daar nog 1 bij, aangezien er 8 + 3 opgelost moest worden 3. het antwoord snel overzien, door gebruik te maken van de tienstructuur naar de tienstructuur: de eerste rij is vol, dus 10 en nog 1 kraal = 11

Doordat het rekenrek tot en met 20 gaat (en ook niet is uit te breiden door een aantal kralen toe te voegen), is het enkel geschikt voor sommen tot 20.

Figuur 5.12 Rekenrek

Het kralensnoer Het kralensnoer is niets meer (maar ook niet minder) dan een touwtje met een bepaald aantal kralen eraan. Er zijn snoeren van 20 en van 100 kralen, maar uiteraard kunnen kinderen ook zelf heel eenvoudig een eigen kralensnoer maken met bijvoorbeeld wel 1000 kralen. Kenmerkend voor het kralensnoer is dat er – net zoals bij het rekenrek – een structuur in zit, waardoor de hoeveelheid kralen gemakkelijk en snel te overzien is. Zo heeft het kralensnoer tot 20 telkens vijf kralen, waarna het verandert van kleur (zie figuur 5.13). Het kralensnoer van 100 kralen verandert van kleur per tien kralen (zie figuur 5.14).

Figuur 5.13 Kralensnoer van 20 kralen in een vijfstructuur

Made with FlippingBook flipbook maker