Peter Ale & Martine van Schaik - Reken-wiskundeactiviteiten stimuleren in de groep
de vijf rekendrempels een situatie of activiteit waarbij de kinderen (of jijzelf) deze kennis moeten inzetten. [einde opdracht] [einde theoretisch kader] Optellen en aftrekken met hele getallen Bij rekenen gaat het om het doen! Zeker de bewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen zijn echte (reken)handelingen die kinderen daadwerkelijk kunnen uitvoeren. Bovendien wil je dat ze begrijpen wat ze aan deze vaardigheden hebben en wanneer ze die kunnen inzetten. Het gaat er daarom in eerste instantie niet om allerlei sommen uit het hoofd te leren, maar juist ook te begrijpen wat je doet en wat de achterliggende betekenis van de aanpak is. [begin opdracht] Opdracht 27. Ga in de rekenmethode van de basisschool na hoe de leerlijn voor optellen is opgebouwd. Maak een visuele leerlijn, bijvoorbeeld door foto’s te nemen van verschillende opgaven, en ga in gesprek met de leerkrachten van de middenbouw op basis van deze leerlijn. Bespreek samen hoe jullie in de rekenmethode de fasen van tellend, structurerend en formeel rekenen terugzien en wat dit zou kunnen betekenen voor jouw begeleiding op de groep (in de opvang of in de klas)? Wat zijn passende activiteiten of hulpmiddelen die aansluiten bij de leerlijn? [einde opdracht] Bij het voorgaande globaal geschetste rekenproces horen passende contexten en modellen. Hierna gaan we in op de contexten en modellen die dit proces ondersteunen, zodat jij in jouw activiteiten kunt kiezen voor passende ondersteuning die aansluit bij het rekenproces. [theoretisch kader het handelingsmodel] Het handelingsmodel Om te bereiken dat kinderen de rekenhandelingen echt gaan begrijpen, leren zij vanuit contexten. Dit zijn betekenisvolle situaties die kinderen helpen grip te krijgen op de rekenactiviteit. Bij optellen en aftrekken begon dat al (bij kleuters) door in allerlei speelse situaties bijvoorbeeld een voorwerp erbij te doen of weg te halen. Maar ook in prenten-tel-boekjes komen peuters en kleuters in aanraking met eendjes, uilen of andere voorwerpen/figuren waarbij steeds een figuur erbij komt of juist weggaat. In deze boekjes worden soms de bijbehorende getallen weergegeven. Zo zie je eigenlijk in deze situaties en in deze prentenboeken een heel rijke stimulans voor het leren kennen van de telrij, ter voorbereiding op het optellen en aftrekken. Een hulpmiddel dat goed weergeeft hoe je rekenhandelingen zowel concreet als steeds een beetje abstracter kunt vormgeven als begeleider, is het handelingsmodel (Van Groenestijn et al., 2011, paragraaf 5.1, pp. 136-144). Hierbij geldt dat de hoogste fase de meest abstracte is (zie figuur 5.10). Het rekenproces van optellen en aftrekken verloopt van • tellend rekenen (4 erbij 7 = 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11); via • structurerend rekenen (4 erbij 7 = 4 + 6 + 1); naar • formeel rekenen (4 + 7 = 11).
Made with FlippingBook flipbook maker