Activeren, differentiëren en formatief handelen_Van Gils, Keijzer en Verheggen

Inleiding

In veel lessen werken alle leerlingen toe naar hetzelfde leerdoel. Ook lesme thoden en curricula zijn op die manier opgebouwd. Bij het aangeven van con crete mogelijkheden voor differentiatie gaan we dan ook voornamelijk uit van deze opzet van de lessen. In de literatuur noemt men dit convergente differenti atie. Bij divergente differentiatie is dat anders: daar krijgen leerlingen verschil lende leerdoelen of mogen die zelf bepalen. In hoofdstuk 6, waarin we grotere opdrachten onder de loep nemen, geven we concrete voorbeelden van deze manier van differentiëren. We geven in dit boek ideeën om te differentiëren op de volgende gebieden: 1 Bij niveau gaat het onder meer om het volgende: • verschil in de mate van complexiteit van opdrachten; • verschil in lengte van de uitleg: een korte uitleg en daarna verlengde uit leg voor de leerlingen die daar behoefte aan hebben; • geen extra opdrachten, maar andere opdrachten voor leerlingen die de stof al begrijpen; • een bewuste keuze voor homogene of voor heterogene groepen, afhan kelijk van de opdracht. 2 Bij tempo hebben we de volgende ingangen: • in hoeverre bepalen de leerlingen zelf hoelang ze over een opdracht doen; • wat gebeurt er binnen en wat buiten de les; • spelen met tijd in dienst van de kwaliteit: de ene leerling heeft om kwali teit te leveren meer tijd nodig dan de andere, maar ook: bij andere leerlin gen werkt het kwaliteitverhogend om de werkdruk juist wat op te voeren. 3 Bij begeleidingsbehoefte hebben we de volgende voorbeelden: • verschillen in de mate en de manier van feedback geven; • verschillen in de mate en de manier van hulp geven; • verschillen in de toestemming voor zelf werken, zelfstandig werken en zelf verantwoordelijk zijn. 4 Bij interesse hebben we de volgende voorbeelden: • geef binnen één thema/onderwerp verschillende opdrachten; • houd rekening met de persoonlijke interesses van de leerlingen; • geef de leerlingen keuzemogelijkheden. 5 Bij leervoorkeuren gaat het om de verschillende zintuigen als ingang voor het leren: • geregeld ook andere manieren van verwerking toestaan dan de schriftelijke; • leerlingen laten kiezen op welke manier ze verwerkingsopdrachten wil len doen naast of in plaats van de opdrachten uit de lesmethode. Een voorwaarde om leerlingen te kunnen activeren om stil te staan bij hun leerproces en daar steeds meer zelfstandig in te worden is dat ze zicht krijgen

11

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online