de Bas_van Meir_Inzicht_in_Burgerschapsvorming

1.3 • Vier soorten burgerschap(svorming)

teksten door een leerling uit Amstelveen aan een Russische jongen die op zijn school in Vladivostok wordt gediscrimineerd omdat hij homo is. Scholen en leerkrachten kunnen binnen burgerschapsvorming verschillende doelen stellen in de opvoeding en vorming van leerlingen. We noemen er een aantal die je in de schoolpraktijk geregeld tegenkomt. 1 Ten eerste bestaat er de mogelijkheid dat een school zich richt op aanpassen en disciplinering , waarbij de traditie en gemeenschapszin worden bena drukt (Eidhof, 2019, p. 43). Het gaat bij burgerschapsvorming dan om sociale aanpassing. Achter deze benadering zit een bepaalde visie op (potentiële) burgers als leden van een samenleving, die moeten leren hoe ze zich moe ten aanpassen. Ze dienen heersende normen en waarden over te nemen die bepalend zijn voor hun identiteit. Leerlingen wordt vooral bijgebracht hoe te werken aan sociale relaties binnen de bestaande gemeenschap of groep. 2 Ten tweede kan een school ervoor kiezen om bij burgerschapsvorming voor al zelfstandigheid en kritische meningsvorming , en dus de persoonlijke vrijheden en rechten van een leerling te benadrukken. Het gaat er dan om dat kinderen leren voor zichzelf op te komen, onafhankelijk een oordeel te vormen en autonoom te handelen. Ze leren zo hoe zij zich kritisch tot de gemeenschap kunnen verhouden. 3 Een derde optie is om in de burgerschapsvorming sociale betrokkenheid , ofwel individuele rechten en sociale plichten te benadrukken. Een school streeft er dan vooral naar om van een leerling een kritisch-democratische bur ger te maken. Het gaat daarbij om het stimuleren van gedrag waarbij enerzijds aanpassing en disciplinering een rol spelen en anderzijds kritisch denken en onafhankelijke oordeelsvorming. Ook loyaliteit aan de gemeenschap is van belang, gekoppeld aan de democratische waarden gelijkwaardigheid en recht vaardigheid (Leenders & Veugelers, 2004, p. 368; Veugelers, 2015, p. 3-7). 4 Ten slotte kan een school ervoor kiezen om zich binnen burgerschapsvor ming te richten op het ontplooien van maatschappelijke initiatieven , met als streven het toerusten van leerlingen tot bezielde burgers . Dat zijn bur gers die in principe oog hebben voor de ander, dichtbij en ver weg. Zij zullen vooral waarde hechten aan ethisch gedrag, medemenselijkheid en zorg voor hun omgeving (duurzaamheid), inclusief de natuur. Ze zullen daarbij zelf het goede voorbeeld willen geven en proberen met anderen een ethisch-betere samenleving te realiseren (De Bas, 2013, p. 13-14). In het protestants-chris telijk en katholiek onderwijs worden ook wel levensbeschouwelijk en moreel burgerschap onderscheiden. Bij het eerste gaat het om aandacht voor cultu ren, openheid en de omgang met verschillen en bij het tweede om het nemen van verantwoordelijkheid en het werken aan een duurzame samenleving.

21

Made with FlippingBook. PDF to flipbook with ease