De brede basis van het sociaal werk - Spierts, Sprinkhuizen, Hoijtink, Jonge, Doorn

1 • Sociale dimensies van ‘sociaal’ werk

Ook bijvoorbeeld in het meest recente beroepsprofiel van de BPSW, dat het gemeen schappelijke van varianten in een profiel voor de sociaal werker in termen van bekwaamheden onderbrengt, staat deze wisselwerking tussen individu en omgeving opnieuw zeer nadrukkelijk centraal. Het mensbeeld dat eruit spreekt, is door en door ‘sociaal’ en dat heeft consequenties voor het handelen van sociaal werkers, dat zich niet eenzijdig richt op individuen. De consequentie daarvan voor het beroep, zo lezen we, is namelijk dat ‘de sociaal werker een brede verantwoordelijkheid heeft naar individuen, gezinsverbanden, groepen, gemeenschappen en naar de samenle ving als geheel. … Mensen floreren in een samenleving die als inclusief, rechtvaardig, zorgzaam en betrokken ervaren wordt’ (BPSW, 2020, p. 2). Sociaal werk richt zich op het verbeteren van de wisselwerking tussen mensen en hun sociale omgevingen in de breedst mogelijke zin, zodat ze daarin tot hun recht kunnen komen. Een holistische blik op mensen zit daarom in het DNA van het sociaal werk. Dat geldt voor de praktijk van maatschappelijk werkers of professionals met een sociaalpedagogische achtergrond (vandaar de toevoeging ‘sociaal’!), evenals voor professionals die afgestudeerd zijn in het profiel ‘jeugd’, ‘welzijn en samenleving’ of ‘zorg’. Dat gebeurt net zo goed ook in ‘collectieve arrangementen’ in het opbouwwerk, sociaal-cultureel werk en jongerenwerk. Die kunnen zich richten op vragen rond het nemen van (gedeelde) verantwoordelijkheid door buurtbewoners voor de eigen leef omgeving of het ondersteunen van burgers die eigen initiatieven willen ontplooien om hun leefwereld ‘beter’ te maken. Ook kan het gaan om het stimuleren van mensen om zich vrijwillig in te zetten voor kwetsbare burgers, bijvoorbeeld via mentoraten (Geertsema & Spierts, 2016). De actieve vormgeving van het bestaan – waaraan we in paragraaf 1.2.2 refereer den – zien we ook terug via culturele interventies die diepgang kunnen geven aan de kunst van het samenleven. Kunst en cultuur helpen herinneren, geven hoop, verzach ten leed, bieden zelfinzicht en scheppen de mogelijkheid om grenzen te verleggen, de horizon te verbreden en deuren te openen die anders gesloten blijven (Trienekens & Hermes, 2016). Kunst en cultuur kunnen bovendien gemarginaliseerde groepen een stem geven en bijdragen aan het agenderen van sociale problemen en vraagstukken die anders onder de radar blijven, en aanzetten tot andere manieren van denken en doen dan gangbare en dominante opvattingen (De Brabander, 2022b). Professionals in sociaal werk beperken zich dus niet tot het individu, maar ze richten zich ook niet alleen op de omgeving. Het eerste kan leiden tot individualise ring van sociale vraagstukken en tot blaming the victim (eigen schuld). In het Vlaams bestaat een mooi begrip voor dit proces: culpabilisering. Het tweede kan leiden tot een machteloos blaming the system en tot slachtofferschap. Het sociaal werk pro 1.3.4 Competentieversterking en conditieverbetering

36

Spierts_De_brede_basis_van_het_sociaal_werk-2e_import-VoorDruk.indd 36

10/08/2023 11:20

Made with FlippingBook Ebook Creator