Handboek taalgericht vakonderwijs - Maaike Hajer & Theun Meestringa

1.2  Taalvaardigheid ontwikkelen in de vakles

Interactie Leren in interactie houdt in dat leerlingen en leraar al pratend en schrijvend, luisterend en lezend veronderstellingen, vragen en bevindingen uitwisselen. Dat stelt de leraar voor vragen als: ■■ Hoe kan ik bevorderen dat leerlingen pratend denken over de stof? ■■ Wanneer breng ik dan nieuwe vaktaal in? ■■ Hoe laat ik ze de vaktaal zelf actief gebruiken om verduidelijking te vragen, om actief de betekenis ervan te achterhalen en in gesprek, samen, tot beter begrip te komen? ■■ Hoe geef ik ze op een goede manier feedback op hun vaktaalgebruik? In taalgerichte vaklessen geeft de leraar klassikaal uitleg over het vak en ver telt hij verhalen, maar daarnaast is hij ook zo veel mogelijk in een natuurlijk gesprek met de leerlingen, waarin wederzijdse nieuwsgierigheid en belangstel ling blijken en de interactie voor beide partijen betekenisvol is. Een natuurlijk gesprek kan spontaan ontstaan als een leerling die iets niet snapt daarover een vraag stelt, of – omgekeerd – als de leraar niet begrijpt wat een leerling zegt en daarover doorvraagt om helder te krijgen wat de leerling bedoelt. Het kan ook worden uitgelokt door te vragen naar wat de leerling al weet over een onder werp of wat zijn ervaringen zijn. In interactie kan de leraar ook via feedback de vaktaalverwerving ondersteunen Samenwerkend leren is een krachtige manier om de vaktaalverwerving van de leerlingen te ondersteunen. Dat de leerlingen aan de hand van opdrach ten samen de leerstof moeten zien te begrijpen, verwerken en toepassen lokt immers interactie en natuurlijke gesprekken uit tussen leerlingen, zodat ze al doende in een veilige situatie kunnen experimenteren met de vaktaal. Veel op drachten en taken in de lessen kunnen worden omgezet naar samenwerkend lerenopdrachten. Leerlingen de helft van de werktijd laten samenwerken is een globale richtlijn: het is voldoende om door leerlingen als ‘gewoon’ te worden ervaren en er blijft ook voldoende individuele werktijd over. In hoofdstuk 4 ‘Leren in interactie’ geven we diverse aanwijzingen hoe de interactie in de klas de vaktaalverwerving kan ondersteunen. Context De context is het geheel van kennis over en verbanden tussen nieuwe lesstof en de reeds gekende lesstof, de wereld van de leerlingen, maatschappij en beroep. Leren in context houdt twee dingen in: ■■ bekende context inbrengen: alledaagse en vakspecifieke voorkennis aan het begin van de les of lessenreeks activeren, waaraan de nieuwe stof gekoppeld kan worden; ■■ uitbreiding met nieuwe context door een grote variatie aan tekstsoorten en media aan te bieden.

23

Made with FlippingBook Publishing Software