Professionalisering van sociaal werk - Van Pelt

2 | Wat is sociaal werk in de huidige tijd?

dertig jaar heeft ondergaan, nog altijd is blootgesteld. Armenzorg zonder sociaal-politiek zal nooit haar hoogste doel: de reclassering, de opheffing van den arme in den verst-reikenden zin, verwezenlijkt kunnen zien. (Muller-­ Lulofs in Van der Linde, 2016)

Deze historische excursie illustreert een fundamenteel uitgangspunt van sociaal werk: het idee dat vraagstukken en problemen van mensen, families, gemeen schappen en samenlevingen niet los staan van de bredere samenleving waarin ze geproduceerd worden. De actualiteit en het belang hiervan kunnen juist in de huidige ‘onsociologische’ tijden – met een preoccupatie met de biologie en de psychologie van het individu – niet genoeg benadrukt worden (Duyvendak, 2015; Van Ostaijen, 2018). Kinderen die wonen in een buurt met een concentra tie van armoede ontwikkelen meer psychische problemen en gezondheidsklach ten dan kinderen uit rijke buurten. De gezondheid van mensen uit lagere sociaal-­ economische groepen is gemiddeld genomen slechter dan die van mensen uit hogere sociaal-economische groepen. Wist je bijvoorbeeld dat mensen die alleen de basisschool gevolgd hebben, gemiddeld maar liefst zeven jaar korter leven dan mensen met een hbo- of universitaire opleiding (Bruggink, 2012)? De econoom Mullainathan en de psycholoog Shafir (2013) ontdekten dat armoede zoveel stress oplevert dat mensen hierdoor minder verstandige keuzes maken. Beslissin gen hangen kortom in sterke mate af van de context waarin ze genomen worden. Maar niet alleen mensen die leven in armoede zijn slechter af. Ongelijke samen levingen leiden tot meer angst, meer psychische problemen, meer stress en een groter gevoel van onveiligheid, ook bij het rijke(re) deel van de samenleving (Wilkinson & Pickett, 2009). Het zijn maar enkele voorbeelden die de sociale aard van vraagstukken en problemen benadrukken. Het idee dat individuen maatschappijen vormen en dat maatschappijen indivi duen vormen, is terug te vinden in de positionering en theorievorming van en over het sociaal werk (Hoijtink & Spierts, 2017). In de historie van het sociaal werk verschilt de mate van aandacht voor het individu of de maatschappij, maar deze oriëntatie zien we ook terug in beroepsprofielen, beroepscodes, methodie ken en voor het sociaal werk relevante theorieën. Bertje Jens (1972) formuleerde in een verhandeling over de beroepscode van maatschappelijk werk de implica ties van ‘het sociale’ voor de beroepsuitoefening als volgt: ‘Maatschappelijk werkers dienen niet naar de persoon te kijken als een geïsoleerd individu, maar deze te zien als een subject van de situatie’ (p. 44). Ook recentelijk zien we deze oriëntatie nadrukkelijk terug in pleidooien om in het sociaal werk oog te hebben voor maatschappelijke structuren waarin vraagstukken en problemen ontstaan en in stand worden gehouden (Scholte, 2018). De aandacht voor mensenrechten

26

Made with FlippingBook Ebook Creator