Professionalisering van sociaal werk - Van Pelt
2.2 | De globale definitie als verbindend kader
als richtinggevend principe voor het sociaal werk is hiervan een belangrijk ele ment (Hermans et al., 2019; Nachtergaele et al., 2017). Zoals je reeds las, zet de globale definitie van het sociaal werk in op mensenrech ten, sociale rechtvaardigheid en solidariteit. Mensenrechten vormen een wezen lijk element van de strijd tegen sociale ontwikkelingen die uitmonden in mis standen, uitbuiting en marginalisering van (groepen) mensen. Ze zijn ook onmisbaar bij het garanderen van onvervreemdbare waarden, het bevorderen van de waardigheid van alle mensen en het verdedigen van de rechten die daar mee gemoeid zijn. Sociale rechtvaardigheid verwijst naar de opdracht van sociaal werkers zich te richten op een gelijke verdeling van middelen, bestrijding van (negatieve) discriminatie en erkenning van etnische en culturele diversiteit. Tevens werken sociaal werkers in solidariteit en bestrijden ze onrechtvaardig beleid en onrechtvaardige uitvoering van beleid (Blok, 2009). Mensenrechten zijn ook belangrijk om te denken voorbij empathie (Devisch, 2017), met andere woorden om solidariteit en rechtvaardigheid te claimen ten aanzien van mensen met wie of problemen waarmee we ons minder of niet kunnen vereenzelvigen. Misschien dat woorden als mensenrechten en sociale rechtvaardigheid je abstract voorkomen, maar in het dagelijkse werk van sociaal werkers krijgen deze noties vaak heel concreet betekenis, ook in het werken met individuen en gezin nen, al blijven ze vaak impliciet (Hoijtink, 2015). Lies Schilder, voormalig direc teur van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk in Nederland, geeft een mooi persoonlijk voorbeeld van een ontmoeting met een maatschap pelijk werker die haar als kind inspireerde, een treffen dat alles te maken had met het bevorderen van zeggenschap als onderdeel van emancipatie en mensenrech ten. Bevrijdende gesprekken Op mijn vijftiende ontmoette ik voor het eerst een maatschappelijk werker. Deze kwammet ons gezin praten vanwege problemen van mijn vijf jaar oudere zus Aleid. Dat gezinsgesprek was voor mij een openbaring. Voor het eerst in mijn leven stelde iemand met gezag de opvoedingspraktijken van mijn ouders openlijk ter discussie. Het was een gesprek dat ik nooit eerder zo in ons gezin had meegemaakt. Waarin we angsten en verlangens uitwisselden in plaats van kant-en-klare meningen over wat hoort en niet hoort. En het was een gesprek dat zeggenschap herverdeelde: mijn vader wat minder en mijn zus wat meer. (…) Er was (…) iets gebeurd dat ik als bevrijdend ervoer, maar [waaraan ik] pas later woorden kon geven. Deze maat schappelijk werker en in zijn kielzog Aleid waren de strijd aangegaan met een heel weerbarstig soort macht: de macht van de vanzelfsprekendheid. Dat is macht die onzichtbaar is en waarvan degene die de macht ondergaat maar ook de machtheb-
27
Made with FlippingBook Ebook Creator