Begeleid Leren voor studenten met psychische problemen - Lies Korevaar en Jacomijn Hofstra (red.)

Lies Korevaar & Jacomijn Hofstra (red.)

Begeleid Leren voor studenten met psychische problemen Praktijkboek voor onderwijs- en zorgprofessionals

Begeleid Leren voor studenten met psychische problemen

Begeleid Leren voor studenten met psychische problemen Praktijkboek voor onderwijs- en zorgprofessionals

Lies Korevaar (red.) Jacomijn Hofstra (red.) Hanny van Asdonck Petra Havinga Franca Hiddink

Lenny Kruit Jisca Kuiper

Laura van Meijeren Jorien van der Velde Willem Vos Tom van Wel

bussum2022

www.coutinho.nl/begeleidleren Je kunt aan de slag met het studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat uit opdrachten en werkbladen bij elk hoofdstuk.

© 2022 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden.

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gege vensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder vooraf gaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toe gestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk ver schuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor de readerregeling kan men zich wenden tot Stichting UvO (Uitgeversorganisatie voor Onderwijslicenties, www.stichting-uvo.nl). Voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in knipselkranten dient men contact op te nemen met Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, www.stichting-pro.nl).

Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl

Omslag: Coco Bookmedia, Amersfoort Foto omslag: © iStock Foto’s figuur 4.2: © Tiny Bijvoet, met medewerking van Wim Bijvoet

Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Per sonen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk ver zocht contact op te nemen met de uitgever. De personen op de foto’s komen niet in de tekst voor en hebben geen relatie met het geen in de tekst wordt beschreven, tenzij het anders vermeld is.

ISBN: 978 90 469 0636 1 NUR: 841

Ten geleide Lies Korevaar & Jacomijn Hofstra

De laatste jaren wordt een toename van psychische problemen bij mbo-, hbo- en wo-studenten gezien in Nederland (De Boer, 2017; Dopmeijer, 2018; Dopmeijer et al., 2021; RVS, 2018; RIVM, Trimbos-instituut & Amsterdam UMC, 2019). Een toename die zich overigens niet beperkt tot Nederland, maar al meer dan tien jaar wereldwijd wordt geconstateerd (Turner et al., 2007; Stallman & Shochet, 2009; Zivin et al., 2009; Hunt & Eisenberg, 2010; Storrie et al., 2010; Auerbach et al., 2018). De geconstateerde problemen betreffen een diversiteit aan psychische klachten en aandoeningen, onder andere stressklachten en burn-out; depres sieve klachten en depressie; angstklachten en angststoornissen. Problemen die vaak voor het eerst tot uiting komen in de adolescentie. Samenhangend met de geconstateerde toename pleiten de auteurs van de genoemde publicaties voor meer aandacht voor preventie, signalering en be handeling van psychische problemen bij studenten. Een pleidooi dat wij van harte ondersteunen. Alle initiatieven die psychische problemen bij studenten voorkomen dan wel adequaat behandelen, komen logischerwijs het persoonlijk welbevinden en dus het volgen van een studie ten goede. Alleen geldt dit niet voor alle studenten met psychische problemen. Veel studenten met psychische problemen ervaren, ondanks behandeling, belem meringen bij het (opnieuw) volgen van een opleiding. Het betreft niet alleen studenten bij wie de psychische problemen tot uiting zijn gekomen tijdens het volgen van de huidige opleiding, maar ook studenten bij wie de psychische pro blemen al zijn gediagnosticeerd en behandeld tijdens een vorige opleiding, in bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs of het mbo. Deze studenten stromen met hun psychische problemen en belemmeringen een hogere onderwijsvorm in. Belemmeringen omvatten zaken als stigma en discriminatie; bijwerkingen van medicatie; voorkomen van en omgaan met stressgevoelige situaties; problemen met cognitieve functies als aandacht en concentratie, planning, ordening en geheugen; en psychosociale problemen als samenwerken in een projectgroep, presenteren voor de groep, en formele en informele contacten met docenten en medestudenten (Hofstra & Korevaar, 2016). In de aangehaalde publicaties is er weinig of geen aandacht voor dit aspect waarmee studenten met psychi sche problemen in de praktijk te maken hebben. Opvallend, omdat voortijdig schoolverlaten en dus het niet behalen van een startkwalificatie grote gevolgen heeft voor het betreden van de arbeidsmarkt. Zo zijn jongeren die vanwege hun psychische problemen voortijdig de school verlaten vaker werkloos; en als zij de arbeidsmarkt betreden, is dit vaak in laagbetaalde banen. Zowel onderwijsprofessionals (docenten, studieloopbaanbegeleiders, stu dieadviseurs en studentendecanen), zorgprofessionals (verpleegkundigen, tra-

jectbegeleiders, sociaal werkers en casemanagers) en overheidsprofessionals (klantmanagers) ervaren een kennistekort en handelingsverlegenheid om stu denten met psychische problemen adequaat te begeleiden bij het volgen van hun opleiding. Om deze redenen zijn voor deze professionals door de innova tiewerkplaats (IWP) Begeleid Leren van het lectoraat Rehabilitatie van de Han zehogeschool Groningen Begeleid Leren-instrumenten ontwikkeld. Onder Begeleid Leren wordt verstaan: het begeleiden van (jong)volwassenen met psy chische problemen bij het kiezen, verkrijgen en volhouden van een reguliere opleiding (Hofstra & Korevaar, 2016; Korevaar, 2005; Korevaar et al., 2016). Innovatiewerkplaats Begeleid Leren In 2010 is vanwege de groeiende belangstelling voor Begeleid Leren in Nederland de IWP Begeleid Leren opgericht, als onderdeel van het lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen. Een aantal activiteiten van deze IWP wordt hierna kort toegelicht. Verderop in dit boek worden ze uitgebreider beschreven. Voorbeelden van de ontwikkelde instrumenten zijn ‘Vertel ik het wel of ver tel ik het niet? Openheid geven over je psychische problemen op school of stage’ en de bondgenotengroep ‘Met onderlinge steun studeren’. Veel studenten met psychische problemen worstelen met de vraag of ze aan hun docenten of mede studenten op school zullen vertellen over hun psychische achtergrond. Open heid geven kan voordelen (zoals begrip en ondersteuning) opleveren, maar ook nadelen (zoals onbegrip en stigmatisering). De activiteiten zijn ontwikkeld om studenten te helpen bij het bepalen of ze openheid willen geven en bij het open heid geven zelf (hoe doe je dat, wat zeg je en wanneer). In hoofdstuk 3 wordt deze interventie verder toegelicht. De bondgenotengroep ‘Met onderlinge steun studeren’ is een doorontwik keling van de eerder ontwikkelde lotgenotengroep met dezelfde naam (Van As donck & Schotanus, 2005; Van der Ender et al., 2006). Tijdens de bijeenkomsten van de bondgenotengroep komen studenten met psychische problemen bijeen om elkaar te ondersteunen bij de studie. Er worden ervaringen gedeeld en tips uitgewisseld. Hierbij staat de studentenrol centraal en niet de patiëntenrol. Het gaat tijdens deze bijeenkomsten dan ook over het functioneren van de studen ten op school, over de belemmeringen die ze ervaren, en niet over hun psychi sche problematiek. Zie hoofdstuk 8 voor meer informatie. In een ander project waar binnen de IWP aan gewerkt wordt, Move aHead!, staat cognitieve revalidatie ( cognitive remediation ) centraal. Problemen met cog nitieve functies komen veel voor bij studenten met psychische problemen. Het betreft dan problemen met onder andere plannen, concentreren en herinne ren. Dit zijn cognitieve functies die cruciaal zijn voor het succesvol doorlopen van een opleiding. Om het cognitieve functioneren van deze groep mensen te verbeteren heeft de Rutgers University in de Verenigde Staten een training in cognitieve remediatie ontwikkeld (Mullen & Malenczak, 2015). Hieronder ver staat men een training voor cognitieve verbetering, met gebruikmaking van

wetenschappelijke principes van leren, met het uiteindelijke doel het dagelijks functioneren te verbeteren (McGurk et al., 2007). Deze training richt zich op het aanleren van vaardigheden (strategieën) om de gevolgen van de cognitieve beperkingen te verminderen. Zo leren studenten bijvoorbeeld hoe ze effectief een agenda kunnen gebruiken (zodat ze beter kunnen plannen en organiseren). In hoofdstuk 10 gaan we hier verder op in. Binnen het onderwijs heeft de belangstelling voor Begeleid Leren zich de laatste jaren uitgebreid van het mbo en hbo naar het voortgezet onderwijs. Vooral de Wet passend onderwijs heeft hieraan bijgedragen. Voor leerlingen met psychi sche of gedragsproblemen die in het verleden werden verwezen naar het speci aal onderwijs wordt er nu van uitgegaan dat zij, met de benodigde begeleiding, een reguliere opleiding gaan of blijven volgen. Mede onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en de Participatiewet zien we naast de belangstelling vanuit onderwijs en zorg ook bij gemeenten belang stelling ontstaan voor Begeleid Leren. In de gemeente Groningen bijvoorbeeld wordt de Impulscursus aangeboden om jongeren die een uitkering van de ge meente krijgen, te helpen bij het kiezen en verkrijgen van een (vervolg)opleiding of werk (Hofstra et al., 2016). Een belangrijke stap voor de erkenning van Begeleid Leren is de opname in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI), als effectieve interventie (volgens eerste aanwijzingen) (Korevaar & Hof stra, 2017). Voor wie is dit praktijkboek? Begeleid Leren voor studenten met psychische problemen is geschreven voor onder wijs- en zorgprofessionals (docenten, studieloopbaanbegeleiders, studentende canen, mentoren, psychiaters, psychologen, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, rehabilitatiewerkers, trajectbegeleiders) en relevante anderen die be trokken zijn bij studenten met psychische problemen. Betreffende studenten kunnen ook hun voordeel doen met het boek. De informatie in dit boek is ener zijds gebaseerd op de ervaringen van studenten zelf, hun familieleden en direct betrokken medewerkers uit het onderwijs en de ggz; anderzijds op onderzoek dat naar de Begeleid Leren-interventies is uitgevoerd. In dit boek spreken we verder over ‘professionals’, waarmee wij die onder wijs- en zorgprofessionals bedoelen die Begeleid Leren-activiteiten met studen ten uitvoeren. Om deze activiteiten in de praktijk te kunnen uitvoeren, volgen deze professionals een Begeleid Leren-training. Doelstelling van dit boek Het primaire doel van dit praktijkboek is het verwerven van praktische en toe pasbare kennis om studenten met psychische problemen te begeleiden bij het

volhouden van hun opleiding. Het boek richt zich voornamelijk op het indivi duele proces van het volhouden van een opleiding. Uiteraard zijn er in het kader van inclusief onderwijs ook aanpassingen nodig in het onderwijs zelf die het studenten met psychische problemen beter mogelijk maken hun opleiding vol te houden; ook kan er begeleiding op groepsniveau plaatsvinden, zoals de bond genotengroep. Binnen de huidige onderwijscondities zijn er echter studenten die vanwege (de ernst van) hun belemmering individuele begeleiding nodig heb ben bij het volhouden van de studie. Op die behoefte aan individueel maatwerk bij de begeleiding gaat dit praktijkboek specifiek in, waarbij het leren gebruiken van vaardigheden en hulpbronnen door de student een centrale plaats inneemt. Natuurlijk volstaat het lezen van een boek niet voor het aanleren van vaar digheden en competenties. Naast het bestuderen van literatuur en theorie is het uitvoeren en bespreken van praktijkopdrachten erg belangrijk. Het leren toepassen van de Begeleid Leren-instrumenten vereist oefening: niet alleen het aanleren van een bepaalde attitude en methodieken, maar ook het omgaan met ingesleten reflexen, zoals gedachten als ‘dat kan deze student niet’, ‘daar begin nen we niet aan’ of ‘daar is deze student veel te ziek/beperkt/moeilijk voor’, de als goede bedoelingen verpakte ‘beter-wetenreflex’, en de neiging om de verant woordelijkheid over te nemen (Van Wel et al., 2014). De professional kan leren om vanuit een ander perspectief te kijken en handelen: niet vanuit probleembe heersing, maar vanuit ondersteuning van wensen, krachten en groeimogelijk heden bij (kwetsbare) studenten aan te sluiten. Om goed te kunnen oefenen met de instrumenten is er extra materiaal be schikbaar op de websites www.begeleidleren.nl en www.supportededucation.eu (voor internationale studenten). Opzet van dit boek Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt allereerst de behoefte aan extra begeleiding van studenten met psychische problemen nader toege licht. Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 de invloed van psychische problemen op het studeren beschreven, waarna in hoofdstuk 3 het dilemma van het wel of niet openheid geven over je psychische problemen op school aan de orde komt. In hoofdstuk 4 wordt de kern van dit boek, de individuele begeleiding in de ‘volhouden’-fase van de Begeleid Leren-methodiek, uitgebreid beschreven. Stu denten met psychische problemen lopen regelmatig vast tijdens hun stage, om dat deze niet goed bij ze past en/of omdat de stageplek niet die begeleiding kan bieden die nodig is om de stage goed af te ronden. Hoofdstuk 5 is daarom gewijd aan het kiezen van de juiste stageplek. In de praktijk wordt in het begeleiding straject veel gebruikgemaakt van hulpbronnen die de student nodig heeft om zijn opleiding vol te houden. In hoofdstuk 6 hebben we beschreven hoe zowel de professionals als de studenten geholpen kunnen worden op een goede ma nier de benodigde hulpbronnen te achterhalen en deze ook te realiseren. Deel I wordt afgesloten met een hoofdstuk over de interdisciplinaire samenwerking

die vaak nodig is om vanuit ieders expertise een bijdrage te leveren aan de bege leiding van de student bij het volhouden van zijn opleiding. Deel II beschrijft specifieke Begeleid Leren-interventies. Zo gaat hoofdstuk 8 in op de bondgenotengroep, een groep waarin studenten hun ervaringen met studeren uitwisselen en elkaar tips geven hoe om te gaan met ervaren knelpun ten. In hoofdstuk 9 komt het thema stress aan de orde: hoe voorkom je stress en hoe ga je ermee om? De Move aHead!-training, waarmee cognitieve problemen die het studeren belemmeren worden verminderd, volgt in hoofdstuk 10. Deel II wordt afgesloten met hoofdstuk 11 waarin het bespreken en verminderen van eenzaamheid onder studenten centraal staat. We hanteren in dit boek het begrip ‘psychische problemen’ en niet ‘psychi atrische diagnoses en/of stoornissen’ (hoewel daar wel sprake van kan zijn). Als het in de context passend is, spreken we van een stoornis of aandoening (de DSM-5 groepeert psychische problematiek in termen van stoornissen).

Online studiemateriaal Op www.coutinho.nl/begeleidleren staat het online studiemateriaal bij dit

boek. Dit materiaal bestaat uit: ƒ opdrachten bij elk hoofdstuk; ƒ werkbladen bij elk hoofdstuk.

Tot slot Niet alle studenten met psychische problemen hebben begeleiding nodig bij het volgen van hun opleiding. Sommigen redden dat op eigen kracht. Dat neemt niet weg dat het zonder extra begeleiding voor vele anderen weleens het terrein van gemiste kansen of verspilling van talenten zou kunnen zijn. Met dit boek hopen we het handelingsrepertoire van de betrokken profes sionals zodanig te vergroten, dat zij studenten met psychische problemen ade quaat deze extra begeleiding kunnen bieden bij het volhouden van de opleiding. NB Omwille van de inclusiviteit gebruiken we in dit boek ‘hij’ en ‘zij’ door elkaar heen. Waar één persoonlijk voornaamwoord staat, kan ook een ander worden gelezen. Er is niet voor de (non-binaire) meervoudsvorm gekozen, omdat we het ‘wij versus zij’-denkbeeld willen vermijden.

Inhoud

Deel l Algemeen

1 Introductie

17 17 19 19 24 25 28 28 29 29 29 31 31 32 32 33 35 36 37 38 40 40 41 41 41 42 42 43 44 44 44 45 45 46 35

1.1 Inleiding 1.2 Omvang

1.3 Belemmeringen 1.4 Begeleid Leren

1.4.1 Waarden van Begeleid Leren

1.4.2 Doelgroep

1.4.3 Selectiecriteria

1.4.4 Deskundigheid van de professional 1.4.5 Locatie van de begeleiding 1.4.6 Effectiviteit van Begeleid Leren

1.5 Maatschappelijke relevantie van Begeleid Leren

1.5.1 Voortijdig schoolverlaten voorkomen

1.5.2 Werken en leren

1.5.3 Persoonlijk en maatschappelijk herstel

1.6 Tot slot

2 De invloed van psychische problemen op het studeren

2.1 Inleiding

2.2 Individu en omgeving

2.3 Signaleren van (terugkerende) psychische problemen

2.4 ADHD

2.4.1 Hoe vaak komt het voor?

2.4.2 Mogelijke invloed van ADHD op het studeren

2.5 Angst

2.5.1 Hoe vaak komt het voor?

2.5.2 Mogelijke invloed van angst op het studeren

2.6 Autisme

2.6.1 Hoe vaak komt het voor?

2.6.2 Mogelijke invloed van autisme op het studeren

2.7 Borderlinepersoonlijkheidsproblematiek

2.7.1 Hoe vaak komt het voor?

2.7.2 Mogelijke invloed van borderlineproblematiek op het studeren

2.8 Eetproblematiek

2.8.1 Hoe vaak komt het voor?

2.8.2 Mogelijke invloed van eetproblematiek op het studeren

2.9 Psychose

46 47 47 48 49 49 49 50 50 50 53 54 54 55 57 59 59 62 63 65 65 66 67 69 70 74 78 80 81 82 82 84 85 86 87 87 88 91 94 53

2.9.1 Hoe vaak komt het voor?

2.9.2 Mogelijke invloed van een psychose op het studeren

2.10 Depressie

2.10.1 Hoe vaak komt het voor?

2.10.2 Mogelijke invloed van een depressie op het studeren

2.11 Manie

2.11.1 Hoe vaak komt het voor?

2.11.2 Mogelijke invloed van een manie op het studeren

2.12 Tot slot

3 Vertel ik het wel of vertel ik het niet?

3.1 Inleiding

3.2 De ‘Vertel ik het wel of vertel ik het niet?’-interventie

3.2.1 Algemeen

3.2.2 ‘Of je het vertelt’ 3.2.3 ‘Wie vertel je het?’

3.2.4 ‘Wanneer vertel je het?’

3.2.5 ‘Wat vertel je?’ 3.2.6 ‘Hoe vertel je het?’

3.3 Tot slot

4 Volhouden van een opleiding

4.1 Inleiding

4.2 Het stepped support-model 4.3 Het bondgenootschap 4.4 Het begeleidingstraject

4.4.1 Stap 1 Startpunt begeleidingstraject

4.4.2 Stap 2 Onmisbare vaardigheden en hulpbronnen achterhalen 4.4.3 Stap 3 Onmisbare vaardigheden en hulpbronnen beschrijven

4.4.4 Stap 4 Een actieplan opstellen

4.4.5 Stap 5 Actieplan uitvoeren en monitoren

4.5 Ervaringen met het begeleidingstraject 4.5.1 Ervaringen van de studenten 4.5.2 Ervaringen van de professionals

4.6 Een opleiding verlaten

4.7 Tot slot

5 Kiezen en verkrijgen van een geschikte stageplek

5.1 Inleiding

5.2 Het kiezen van de meest geschikte stageplek 5.3 Verkrijgen: voorbereiding op de stage

5.4 Tot slot

6 Hulpbronnen, ondersteuning en voorzieningen

95 95 96 97 98

6.1 Inleiding

6.2 Hulpbronnen

6.3 Hulpbronnendiagnostiek

6.3.1 Selecteren van hulpbronnen

6.4 Hulpbronneninterventies

101 102 103 103 105 105 107 108 110

6.4.1 Vragen om extra ondersteuning 6.5 De professional als onmisbare hulpbron?

6.6 Tot slot

7 Interdisciplinaire samenwerking: de T-shaped professional

7.1 Inleiding

7.2 Interdisciplinaire samenwerking

7.3 De T-shaped professional

7.4 Competenties

7.5 Dilemma’s bij het interdisciplinair samenwerken 7.6 Voorwaarden voor interdisciplinaire samenwerking

112 112 113 113

7.6.1 Deskundigheidsbevordering

7.7 Tot slot

Deel ll Specifieke toepassingen

8 Met onderlinge steun studeren: de bondgenotengroep

117 117 118 119 120 123 127 128 128 130 133 134 135 136 137 139 141 142 131 133

8.1 Inleiding

8.2 Bondgenoot

8.3 Waarom een bondgenotengroep?

8.4 De bondgenotengroep 8.5 Randvoorwaarden

8.6 Ervaringen met een bondgenotengroep 8.7 Specifieke vormen van een bondgenotengroep

8.7.1 StuDent

8.7.2 ESA

8.8 Tot slot

9 Voorkomen van en omgaan met stress

9.1 Inleiding

9.2 Ontstaan van stress bij studenten

9.3 Persoonlijk actieplan

9.3.1 Activiteiten voor het persoonlijk welbevinden

9.3.2 Mijn dagelijks routineplan

9.3.3 Triggers en valkuilen

9.3.4 Eerste waarschuwingssignalen

9.3.5 Dreigende crisis

9.3.6 Crisisplanning

143 144 145 145 147 151 152 152 154 156 157 159 161 163 164 165 167 168 168 169 171 172 172 175 176 187 195 151 163

9.3.7 Na de crisis – terugblik en planning terugkeer 9.3.8 Na de crisis – weer verantwoordelijkheden oppakken

9.4 Ervaringen van studenten

9.5 Tot slot

10 Move aHead! Een training voor studenten met cognitieve problemen

10.1 Inleiding

10.2 Cognitieve remediatie: wat is het en wat levert het op?

10.3 Toepassing en resultaten van cognitieve remediatie in het onderwijs

10.4 De Move aHead!-training

10.4.1 Het Move aHead!-assessmentinstrument (MAAI)

10.4.2 Opzet van de sessies

10.4.3 Ervaringen met Move aHead!

10.5 Tot slot

11 EenzaamheidsAanpakSTudenten (EAST)

11.1 Inleiding

11.2 Wat is eenzaamheid en welke vormen zijn er? 11.3 EenzaamheidsAanpakSTudenten (EAST) 11.4 EAST: vijf belangrijke stappen in de aanpak 11.4.2 Stap 2: type eenzaamheid bepalen 11.4.3 Stap 3: aanpak van eenzaamheid 11.4.4 Stap 4: evaluatie van de gekozen aanpak 11.4.5 Stap 5: eindevaluatie en vervolgdoelen stellen 11.5 Ervaringen van studenten en professionals met EAST 11.4.1 Stap 1: contact maken en bespreken van eenzaamheid

11.6 Tot slot

Literatuur

Register

Over de auteurs

Deel l Algemeen

1

Introductie Lies Korevaar & Jacomijn Hofstra

1 . 1

Inleiding

Jasmin Anita is als studieadviseur verbonden aan een universiteit en heeft sinds twee weken contact met Jasmin, een studente van 21 jaar. Gedurende het laatste jaar van haar vwo-opleiding werd Jasmin ernstig depressief. Zij is hiervoor verschillende malen een aantal maanden opgenomen geweest in een psychiatrische kliniek. Na haar laatste opname heeft zij in deeltijd haar vwo-diploma behaald en een jaar geleden is zij begonnen aan een fulltime opleiding Biologie. De stof kan ze goed aan, maar Jasmin heeft Anita laten weten dat ze moeite heeft met aandacht en concentratie, zowel bij het stu deren zelf als tijdens haar tentamens. Ook geeft Jasmin aan dat de gehele dag aanwezig zijn heel vermoeiend voor haar is. Anita weet niet goed wat ze hiermee aan moet. Ze denkt dat Jasmin eerst van haar depressie af moet, voordat zij weer kan studeren. Peter Ingrid werkt als psychiatrisch verpleegkundige in een opnamekliniek van een ggz-instelling. Sinds een paar weken is Peter, een jongeman van 19, bij haar op de afdeling opgenomen met angstklachten. Peter is bang dat hij door zijn opname te veel van zijn mbo-opleiding onderwijsassistent niveau 4 mist om nog dit jaar over te kunnen doen. Hij vraagt Ingrid om contact op te nemen met zijn mentor op school om dit te bespreken. In het gesprek vertelt de mentor dat hij helemaal niet wist dat Peter afwezig was en dat Peter zich eerst maar goed moet laten behandelen voor zijn aandoening voordat hij besluit terug te keren, want daar zijn ze op school niet voor. Ingrid heeft be hoefte aan een betere afstemming en meer samenwerking met de school. Jeroen Hamid is docent aan een hbo-opleiding ICT en studieloopbaanbegeleider (slb’er) van Jeroen, een 22-jarige student met autisme. In het laatste slb-ge sprek heeft Jeroen aangegeven dat hij conflicten heeft met medestudenten in zijn projectgroep. Zijn medestudenten vertellen dat Jeroen zijn afspraken niet nakomt en erg negatief reageert als hij feedback op zijn werkzaamheden krijgt. Jeroen geeft aan dat hij het moeilijk vindt om samen te werken in project groepjes. Hij vindt de projectopdrachten die hij moet maken erg onduidelijk en begrijpt de afspraken die daarover worden gemaakt ook niet goed. Hij vraagt Hamid wat hij het beste kan doen, want voor de rest verloopt zijn studie prima.

17

1 • Introductie

Jasmin, Peter en Jeroen staan model voor studenten met psychische en/of cog nitieve problemen die een reguliere opleiding volgen en daarbij belemmeringen ervaren. Het betreft een studentenpopulatie met een diversiteit aan psychische klachten en psychische problematiek, onder andere stressklachten, burn-out, depressie en depressieve klachten, autisme, AD(H)D, angst en angstklachten; daar hangen dan ook diverse sociale, cognitieve en emotionele belemmeringen bij het studeren mee samen. Het betreft vraagstukken die de laatste paar jaar extra urgent zijn geworden, gezien de geconstateerde toename van psychische problemen bij studenten in het onderwijs (mbo, hbo en wo) in Nederland (De Boer, 2017; Dopmeijer, 2018; RVS, 2018; RIVM, Trimbos-instituut & Amsterdam UMC, 2019) en ook wereldwijd (Turner et al., 2007; Stallman & Shochet, 2009; Zivin et al., 2009; Hunt & Eisenberg, 2010; Storrie et al., 2010 & Auerbach et al., 2018). Er zijn tekenen dat de COVID-19-pandemie het aantal studenten met psychische problemen verder heeft doen toenemen (RIVM, Trimbos-instituut & GGD GHOR Nederland, 2021). Naast het voorkomen van deze problemen en, indien nodig, de behandeling daarvan, is het van groot belang deze studenten te begeleiden bij het volhouden van hun opleiding. Anita, Ingrid en Hamid staan model voor de zorg- en on derwijsprofessionals (verpleegkundigen, sociaal werkers, docenten, mentoren, studieadviseurs, decanen, enzovoort) van wie wordt verwacht dat zij deze bege leiding bieden. Echter, zowel onderwijs- als zorgprofessionals ervaren hande lingsverlegenheid bij het bieden van deze begeleiding. Onderwijsprofessionals weten vaak niet precies hoe om te gaan met studenten met – vaak onzichtbare – psychische problemen en daarmee samenhangende studieproblemen. Docen ten vragen zich dingen af als ‘Hoe kan ik deze student helpen? Wat kan ik doen?’. Zij vragen in feite om nieuwe kennis en instrumenten. Zorgprofessionals weten wel hoe ze met psychische problemen moeten omgaan, maar weten weinig of niets van het onderwijs af en wat hun cliënten in de studentenrol en onder wijsomgeving nodig hebben om hun opleiding vol te houden. Zorgprofessio nals hebben vragen als ‘Zullen die studenten binnen hun opleiding wel genoeg structuur, duidelijkheid en veiligheid ervaren? Worden ze wel goed genoeg op gevangen en begeleid?’. Voor zowel zorg- als onderwijsprofessionals betreft het ook vraagstukken waar de eigen opleiding (zorg- en welzijnsopleidingen en le rarenopleidingen) hen meestal niet op voorbereidt. Begeleid Leren kan voorzien in de benodigde kennis en vaardigheden voor deze professionals. In dit hoofdstuk bespreken we achtereenvolgens de omvang van de psychische problemen onder studenten, welke belemmeringen zij ervaren bij het studeren, wat Begeleid Leren is en wat het kan doen om deze belemmeringen te vermin deren, en de maatschappelijke relevantie van Begeleid Leren bij het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, werken en leren, en persoonlijk en maatschappe lijk herstel.

18

1.3 • Belemmeringen

1 . 2

Omvang De meeste psychische problemen komen voor het eerst tot uiting in de leeftijd van 17 tot 23 jaar (Auerbach et al., 2016; Jones, 2013; Kessler et al., 2007). In deze leeftijdsperiode ronden veel jongeren de middelbare school af en gaan daarna naar het vervolgonderwijs (mbo, hbo of wo) of de arbeidsmarkt op (Mowbray et al., 2005). De wereldwijde prevalentie van het ervaren van een of meer psychische pro blemen door studenten wordt geschat op ongeveer 20 procent (Auerbach et al., 2016). In een eigen survey onder studenten van een hogeschool zijn met be hulp van de Depression Anxiety Stress Scale (DASS-21) de psychische problemen bij studenten gemeten (Wijbenga et al., in druk). De DASS-21 is een valide en betrouwbare schaal met drie subschalen waarmee symptomen van depressie, angst en stress worden gemeten (De Beurs et al., 2001). De uitkomsten van de survey laten zien dat 13,2 procent van de 2541 respondenten depressieve klach ten had, 21,3 procent angstklachten en 11,4 procent stress ervaarde. 21,3 procent van de respondenten gaf aan een officiële psychiatrische diagnose te hebben. Er is veel aandacht voor preventie, signalering en behandeling van psychische problemen van studenten. Dit is mooi, maar is niet voor alle studenten met psy chische problemen voldoende. Veel studenten met psychische problemen wor den door hun problemen belemmerd bij het volgen van hun opleiding, wat kan leiden tot voortijdig schoolverlaten (Asarnow et al., 2005; Bruffaerts et al., 2018; Eisenberg et al., 2009; Hartrey et al., 2017). Het betreft niet alleen studenten bij wie de psychische problemen tot uiting zijn gekomen tijdens het volgen van de huidige opleiding, maar ook studenten bij wie de psychische problemen, zoals angst, autisme, ADHD en depressie, al in de jeugd en adolescentie (tijdens het voortgezet onderwijs) zijn vastgesteld en behandeld en die een negatief effect hadden op het schoolfunctioneren (Suhrcke & de Paz Nieves, 2011). Deze jon geren stromen met hun psychische problemen en belemmeringen het vervolg onderwijs in. Helaas is er tot op heden nog maar weinig of geen aandacht voor de begeleiding van deze studenten bij het volgen van de opleiding, terwijl het voortijdig schoolverlaten grote gevolgen kan hebben, zoals werkloosheid en het hebben van laagbetaalde banen (Veldman et al., 2015). Belemmeringen Van alle groepen studenten met een functiebeperking hebben studenten met psychische problemen de grootste behoefte aan begeleiding en ondersteuning (Broenink & Gorter, 2001; Plemper, 2005; CHOI, 2018). Om professionals bruik bare handvatten te kunnen bieden, is het nodig om eerst te achterhalen welke belemmeringen studenten met psychische problemen ervaren bij het volgen van een opleiding. De meeste publicaties over wat studenten met psychische proble-

1 . 3

19

1 • Introductie

men belemmert, komen uit de Verenigde Staten (Blacklock et al., 2003; Ellison et al., 2012; Goodman, 2017; Kupferman, 2014; Megivern et al., 2003; Schindler & Kientz, 2013; Hartley, 2011; Hartrey et al., 2017). Vanwege de verschillen tussen het onderwijssysteem en het ggz-systeem in de Verenigde Staten en Europa heb ben we aanvullend in het kader van het Erasmus+ ImpulSE-project zelf een kwa litatief onderzoek uitgevoerd in de vier deelnemende Europese landen (Neder land, Noorwegen, Portugal en Tsjechië) naar bestaande belemmeringen (Hofstra & Korevaar, 2016). Aan het onderzoek namen dertig experts op het gebied van Be geleid Leren deel, die een vragenlijst hebben ingevuld. Ook zijn er focusgroepen gehouden waaraan 27 studenten met psychische problemen deelnamen. De uit komsten van beide deelonderzoeken zijn onder te verdelen in drie categorieën: ƒ persoonlijke belemmeringen;

ƒ belemmeringen in de onderwijsomgeving; ƒ belemmeringen in de sociale omgeving.

In tabel 1.1 worden deze belemmeringen op een rij gezet en vervolgens in meer detail beschreven.

Tabel 1.1 Meest genoemde belemmeringen bij het volhouden van een opleiding Persoonlijke belemmeringen

Belemmeringen in de onderwijs omgeving ƒ Gebrek aan bege leiding ƒ Inflexibele struc tuur van het schoolsysteem ƒ Gebrek aan be grip, expertise en empathie onder medewerkers

Belemmeringen in de sociale omgeving

Volhouden van de opleiding

ƒ Directe gevolgen van de psychische problemen ƒ Problemen met executieve functies ƒ Gebrek aan zelf vertrouwen ƒ Dilemma wel of geen openheid geven ƒ Het gevoel ge stigmatiseerd te worden

ƒ Weinig of geen ondersteuning van familie ƒ Weinig of geen ondersteuning van medestudenten ƒ Weinig of geen steun van ggz-pro fessionals ƒ Stigmatisering/ discriminatie door medestudenten ƒ Stigmatisering/ discriminatie door docenten

Persoonlijke belemmeringen De meest genoemde persoonlijke factor die studenten belemmert bij het vol houden van hun opleiding, zijn de directe gevolgen van de psychische proble matiek, zoals concentratieproblemen (‘Ik kan dezelfde pagina meer dan 85 keer lezen, maar toch lees ik het niet echt, erg frustrerend’), vermoeidheid (‘Reizen

20

1.3 • Belemmeringen

van waar ik woon naar school en terug is extreem vermoeiend. Dus een full time studie zal me uitputten. Hoe langer ik met de bus moet reizen, hoe minder energie ik heb’), apathie en (her)opname. Andere problemen bij het studeren lig gen op het gebied van samenwerken, presenteren voor de groep, contact maken en onderhouden met docenten en medestudenten, en lage zelfwaardering (‘Ik dacht dat ik het niet zou redden’). Ook stress die is gerelateerd aan het afleggen van toetsen en examens en die kan bijdragen aan de terugkeer of toename van symptomen wordt genoemd. Verder worden bijwerkingen van medicatie, zoals vertraagde motoriek en vermoeidheid, gezien als een belemmering. Sommige studenten zeiden dat als ze meer medicatie kregen, hun studieresultaten slech ter werden: ‘Van de medicatie werd ik trager, en ik had moeite met lezen; toen uiteindelijk de dosering was verlaagd, werden mijn resultaten beter.’ Deze be lemmering werd in alle landen genoemd. Een verwante belemmering die ook vaak werd genoemd, is de moeite met executieve functies. Ook al zijn de hoofdsymptomen afgenomen, veel studen ten met psychische problemen ervaren problemen met hun cognitieve func ties. Studenten missen competenties zoals plannen en structuur aanbrengen, of brengen wel structuur aan maar niet op de juiste manier. Een voorbeeld: ‘Stu denten met psychische problemen weten meestal wel dat structuur belangrijk is. Veel studenten weten hoe het moet. Ik heb zelf ook een structuur, een heel duidelijke structuur. Ik pas alleen mijn structuur en planning niet aan de situ atie aan. Veel mensen weten hoe ze om moeten gaan met structuur, maar doen het toch niet op de goede manier.’ Een dilemma waar de studenten mee te maken hebben is of ze op school open moeten zijn over hun psychische problemen. Wanneer ze besluiten erover te vertellen lopen ze het risico gestigmatiseerd te worden, maar wanneer ze be sluiten de problemen voor zich te houden krijgen ze misschien niet de begelei ding die ze nodig hebben. Het gevoel gestigmatiseerd te worden maakt het ook moeilijker om te blijven studeren. Studenten zoeken geen professionele hulp vanwege dit gevoel van stigmatisering en proberen zelf hun problemen op te lossen. Vaak werkt dit niet en wordt de situatie alleen maar erger. Belemmeringen in de onderwijsomgeving De meest genoemde belemmering met betrekking tot de onderwijsomgeving is een gebrek aan ondersteuning. Zoals de deelnemers aan de focusgroep en de experts aangaven, is het vaak door een gebrek aan kennis, middelen of experti se van de medewerkers dat er te weinig tijd en begeleiding is voor mensen met psychische problematiek – terwijl dit vaak de meest cruciale factor is voor het succesvol voortzetten en afmaken van een studie. De rigide structuur van het schoolsysteem is een andere factor die in alle vier de landen werd genoemd als een belemmering voor studenten bij het vol tooien van hun opleiding. Studenten hebben behoefte aan onderwijs dat tijd- en plaatsonafhankelijk is ingericht: dat zij in hun eigen tempo kunnen volgen en

21

1 • Introductie

dat zij zelf kunnen plannen. Ook hebben zij behoefte aan werkvormen, leer middelen en toetsvormen die flexibel worden aangeboden. Andere voorbeelden van de rigide structuur van het schoolsysteem zijn: ‘gesloten en gestroomlijnd systeem, weinig openstaan voor studenten met psychische problematiek’; een ‘rigide structuur in faculteiten die geen alternatieve vormen van studentbeoor deling toelaat’ (dit verwijst naar het gebrek aan alternatieven voor examens, presentaties en excursies); ‘bestaande studentenvoorzieningen voelen zich niet verantwoordelijk voor deze groep’ en ‘opleidingen staan niet toe dat een ver minderde studievoortgang aansluit bij de capaciteit van de student’. Ook vooroordelen van onderwijsprofessionals over mensen met psychische problematiek spelen een rol. Men gelooft dat mensen met psychische proble matiek altijd last hebben van hun symptomen. Een veelgenoemde drempel is het gebrek aan begrip, expertise en empathie van de medewerkers. Zoals een student zei: ‘Toen ik mijn problemen wilde uitleggen, luisterde niemand.’ Een ander voorbeeld: ‘Op mijn vorige school was er helemaal geen betrokkenheid. Zelfs niet van mijn studieloopbaanbegeleider. Ik was al drie maanden gestopt met school toen mijn studieloopbaanbegeleider erachter kwam … Er was hele maal geen sociale controle.’ Studenten gaven ook aan dat professionals soms denken te weten hoe ze met personen met een bepaalde aandoening om moeten gaan, omdat ze al eer der een persoon met een dergelijke aandoening hebben ontmoet. Ze hebben dan de neiging om alle verschillen tussen mensen met dezelfde aandoening te negeren en zich op dezelfde manier naar hen toe te gedragen, in plaats van be geleiding op maat te bieden. Sommige experts geven aan dat het gebrek aan begrip, expertise en empathie van professionals soms wordt veroorzaakt door het feit dat deze studenten met psychische problemen hun problemen/belem meringen niet uiten en de professionals daarom hiervan geen weet hebben. Een factor die alleen door Nederlandse experts en studenten werd genoemd is het gebrek aan (duidelijke) informatie over ondersteunende diensten. Er zijn diverse ondersteunende diensten, maar deze zijn niet beschikbaar en/of niet zichtbaar genoeg voor studenten met psychische problemen. In het onderzoek van Kupferman (2014) naar de gewenste kennis, vaardig heden en attitude van onderwijsprofessionals die belast zijn met de begeleiding van studenten met een functiebeperking, wordt het belang aangegeven van: ƒ kennis over mogelijke aanpassingen voor studenten met psychische proble men, en over hoe psychiatrische en medische informatie te interpreteren en diagnostische criteria te gebruiken (DSM-IV); ƒ de vaardigheid om functietekorten, leidend tot functionele belemmeringen van studenten met psychische problemen te beoordelen, om redelijke aan passingen hiervoor te ontwikkelen en om collega’s te consulteren; ƒ de attitude om stereotypen en stigmatisering tegen te gaan, de wil om stu denten met psychische problemen op school te doen slagen en de wil om op dit gebied bijgeschoold te worden.

22

1.3 • Belemmeringen

Studenten geven in het onderzoek aan dat voor studenten met een functie beperking meer Begeleid Leren-strategieën geïmplementeerd zouden moeten worden. Belemmeringen in de sociale omgeving Twee factoren die een belangrijke belemmering blijken te zijn voor studenten om hun studie vol te houden, zijn weinig of geen steun van familie, medestudenten en/of ggz-professionals, en een gerelateerde factor van stigmatisering/discrimi natie door medestudenten en/of docenten. Genoemd werd dat familieleden vaak niet veel weten over (de inhoud van) de studie en de student soms onderschatten of zelfs ontmoedigen om door te gaan met school. Een twijfelende en bescher mende houding van familieleden vormt ook een belemmering. Jongeren worden door familie, vrienden en hulpverleners vaak ontmoedigd om een opleiding te volgen. Angst voor het terugkeren van de psychische problemen door het volgen van onderwijs wordt direct of indirect doorgegeven aan de jongere zelf. Deze ne gatieve boodschappen – zeker in combinatie met andere belemmeringen – zor gen voor twijfel en kunnen leiden tot het nooit beginnen of het voortijdig beëin digen van een opleiding. Andersom gebeurt het dat familie grote druk uitoefent op de jongeren om aan een opleiding te beginnen, voordat ze daar zelf aan toe zijn. Dit kan later dan weer tot vroegtijdige beëindiging van de opleiding leiden. Verder bieden ggz-professionals vaak geen begeleiding bij bijvoorbeeld het regelen van aanpassingen en het maken van afspraken met de school. Jongeren die naar school willen, krijgen vaak te horen: ‘Nee, dat is niets voor jou’ en als ze vertellen welke opleiding ze willen volgen, is de reactie: ‘Dat is niet realistisch’. Het advies is vaak: ‘Doe het rustig aan, begin eerst met wat eenvoudigers’. Hulp verleners geven aan dat ze de jongeren willen beschermen voor falen en zijn bezorgd over hun welzijn. De reacties blijken te zijn ingegeven door de vooroor delen van hulpverleners over psychische problemen en hun streven naar psy chische stabiliteit. Het ondersteunen van de terugkeer naar maatschappelijke rollen wordt niet gezien als een essentie van de ggz. Met andere woorden: hulp verleners zien het volgen van onderwijs vaak als onderdeel van de behandeling in plaats van dat de behandeling wordt gezien als ondersteuning bij het volgen van een opleiding. Wat betreft stigmatisering en discriminatie geeft een deelnemer van de fo cusgroep aan dat hij vanwege zijn aandoening is gepest door zijn medestuden ten, wat uiteindelijk tot een psychose heeft geleid. Een andere deelnemer zei: ‘Ik voelde me alleen. Buitengesloten. Ik had niet het gevoel dat ik deel uitmaakte van de groep.’ De uitkomsten van dit onderzoek hebben geleid tot het ontwikkelen van instru menten waarmee zowel ggz- als onderwijsprofessionals studenten met psychi sche problemen kunnen begeleiden bij het volhouden van hun opleiding. Deze instrumenten zijn opgenomen in een Begeleid Leren Toolkit en worden in dit

23

1 • Introductie

boek per hoofdstuk beschreven. In de volgende paragraaf beginnen we met een algemene beschrijving van Begeleid Leren.

1 . 4

Begeleid Leren Om een antwoord te bieden op de ervaren belemmeringen van de studenten en de handelingsverlegenheid van de professionals is de interventie ‘Begeleid Le ren’ ontwikkeld. Bij Begeleid Leren gaat het om de Nederlandse versie van Sup ported Education . Begeleid Leren is afgeleid van de uitgangspunten en praktijk van de individuele rehabilitatiebenadering (IRB), zoals die door het Center for Psychiatric Rehabilitation in Boston is uitgewerkt voor Supported Education (Anthony et al., 2002). De missie van Begeleid Leren luidt: Studenten met psychische problemen helpen beter te functioneren, zodat ze met succes en tevredenheid een reguliere opleiding van eigen voorkeur kunnen volgen met zo min mogelijk professionele hulp.

Studentrol + Opleiding van eigen keuze

Vaardigheden + Hulpbronnen

Succes + Tevredenheid Figuur 1.1 Model van Begeleid Leren

Uitgangspunt van de Begeleid Leren-methodiek is dat de student specifieke vaardigheden en hulpbronnen nodig heeft om de opleiding van eigen keuze met succes en naar tevredenheid te volgen: ƒ Vaardigheden kun je leren. Het zijn activiteiten die de student leert door te oefenen. Een ander kan zien en beoordelen of de student de vaardigheid goed heeft uitgevoerd. Denk aan cognitieve vaardigheden als een tekst samenvatten, sociale vaardigheden als een gesprek voeren en praktische vaardigheden als een bouwtekening maken. ƒ Met hulpbronnen worden mensen, plaatsen, dingen, activiteiten en aanpas singen bedoeld die de student nodig heeft om de studie te volgen. Denk bijvoorbeeld aan een medestudent die de roosterwijziging doorgeeft (men sen), een mediatheek waar de student rustig kan studeren (plaatsen), een programma op de laptop (dingen), regelmatig sporten (activiteiten om zich fit te voelen) of extra tijd voor het maken van een toets (aanpassingen).

24

1.4 • Begeleid Leren

ƒ Succes wordt altijd bepaald door anderen. De student kan haar opleiding alleen volhouden en een diploma behalen als belangrijke mensen vanuit die omgeving van mening zijn dat zij in die omgeving succesvol functioneert. Wat wordt er gevraagd van de student, wat zijn de eisen die aan haar ge steld worden en wat moet de student kunnen en doen om haar doel te be reiken? Eisen zijn bijvoorbeeld het halen van een voldoende voor een multi plechoicetoets, het tijdig inleveren van een verslag en het samenwerken in een projectgroep. In deze voorbeelden zijn het docenten en medestudenten die bepalen of de student succesvol is. ƒ Tevredenheid bepaalt de student zelf. Een opleiding houd je alleen vol als je zelf ook met plezier naar school gaat. Wat wil de student zelf doen en kunnen om niet alleen succesvol te zijn op school, maar ook naar eigen tevredenheid of met plezier te functioneren? Stel je een student voor die goede cijfers haalt, maar tijdens de pauzes geen aansluiting vindt met me destudenten. Dit gebrek aan verbinding met medestudenten kan een reden zijn om met de opleiding te stoppen. Contact hebben met medestudenten is geen formele eis van de opleiding, maar voor deze student wel belangrijk om zich prettig te voelen op de opleiding. Een student die zich niet kan ontspannen en altijd stress ervaart tijdens het studeren houdt dit niet vol. Een student die veel extra werk verzet om een groepsproject tot een goed einde te brengen, zal gewaardeerd worden door medestudenten, maar ver liest het plezier in groepswerk. Binnen het Begeleid Leren-proces worden vijf fasen onderscheiden. De fase van het verkennen helpt de student die van vanwege haar psychische problemen de opleiding heeft moeten stoppen, te bepalen of ze eraan toe is om weer een op leiding te gaan volgen. In de fase van het kiezen wordt ze geholpen bij het maken van een weloverwogen keuze over waar, wanneer, waarom en hoe ze terug naar school wil gaan. Activiteiten in de fase van het verkrijgen richten zich op de vaar digheden en begeleiding die de student helpen bij het verkrijgen van toegang tot de opleiding van eigen keuze. In de fase van het volhouden krijgt de student in de studentenrol hulp bij het met succes en tevredenheid volhouden en afronden van de opleiding. In de fase van het verlaten wordt het stoppen van het Begeleid Leren-traject besproken evenals de opties om terug te komen in het traject. In dit studieboek staat de studentenrol in de fase van het ‘volhouden’ centraal en wordt er kort ingegaan op de ‘verlaten’-fase. Waarden van Begeleid Leren Aan de missie van Begeleid Leren ligt een aantal waarden ten grondslag die hun basis hebben in de psychiatrische rehabilitatie (Anthony et al., 2002). Deze waarden worden ook gehanteerd bij Begeleid Leren (Sullivan-Soydan, 2014; Un ger, 1998, 2013; Walsh et al., 1991) en vormen de basis van de verschillende Bege leid Leren-activiteiten.

1 . 4 . 1

25

Made with FlippingBook - Share PDF online