L. de Blois & R.J. van der Spek - Een kennismaking met de oude wereld
Deel I • Het oude Nabije Oosten
Invloedssferen van Egypte, het Hethitische rijk, Babylonië en Assyrië ca. 1250, na de slag bij Kadeš Invloedssfeer van Mitanni ca. 1370
Kaart 3.3 Het oude Nabije Oosten in de periode 1600-1200 v.Chr.
van deze dynastie (de zeventiende volgens Manetho) schudde de opperheer schappij af van de laatste koning van de Hyksosdynastie (de vijftiende volgens Manetho!) en begon met de verdrijving van de Hyksos. Dit werk werd voltooid door zijn broer Ahmose, die geldt als de stichter van de achttiende dynastie. (Deze gebeurtenissen tonen fraai de gebreken van Manetho’s systeem aan.) De achttiende dynastie (ca. 1550-1300 v.Chr.) was wellicht de meest roemruchte van de Egyptische geschiedenis. De koningen ervan – nu aangeduid met de titel ‘farao’ (eigenlijk: groot huis, paleis) – begonnen meteen met het stichten van een imperium. Hun veroveringstochten reikten tot de Eufraat in Syrië en tot diep in Nubië. De bekendste van hen was Thutmosis III (ca. 1450). Nubië was vooral in trek vanwege zijn goud. Het werd bestuurd door een onderkoning (‘koningszoon’) en de controle vanuit Egypte was tamelijk direct. Er werden Egyptische tempels gebouwd en de Egyptische kunst, godsdienst en schriftcultuur werden overgenomen. In Palestina en Syrië was de overheersing minder direct. Daar konden de ko ningen van de stadstaten op hun troon blijven zitten. Wel moesten ze Egyptische troepen en Egyptische controleurs op hun grondgebied toelaten en belastingen betalen. De Egyptische culturele invloed in deze gebieden bleef marginaal, maar
36
Made with FlippingBook - Online magazine maker