L. de Blois & R.J. van der Spek - Een kennismaking met de oude wereld
10 • De klassieke periode
Figuur 10.10 Schematische voorstelling van de ontwikkeling van het theater. 1 orchestra met daar- omheen de plaatsen voor de toeschouwers; 2 de ruimte voor de toeschouwers ( the- atron ) wordt van de orchestra gescheiden; bij de orchestra wordt een skènè gebouwd als vast decor; 3 de skènè (waarop en waarvoor de handelingen zich steeds meer gaan afspelen) wordt hoger en dieper; 4 het Romeinse theater: de toeschouwersruimte ( cavea ) had de vorm van een halve cirkel, de ruimte voor de spelers ( podium ) was bijna over de volle breedte van de diameter uitgebouwd. Een van de best bewaarde oud-Griekse theaters is dat van Epidaurus. Jaarlijks wordt het theater, dat 14.000 toeschouwers kan bevatten, bezocht door een zeer internatio- naal publiek dat tijdens het Epidavrosfestival de antieke tragedies ziet herleven. De filosofie In het klassieke Athene was niet alleen de natuur het object van filosofische stu- die, maar ook de mens in zijn vermogens tot kennen, in zijn gedrag en in zijn staat en maatschappij. De sofisten In de tweede helft van de vijfde eeuw en het begin van de vierde eeuw begonnen rondtrekkende leraren tegen betaling les te geven in welsprekendheid ( retori ca ). Welsprekendheid (in woord en geschrift) kwam van pas in democratische organen zoals de volksvergadering en de raad van vijfhonderd, voor de recht- bank en bij allerlei feesten en andere openbare aangelegenheden. Deze leraren noemde men sofisten . Athene werd een van de belangrijkste brandpunten van hun activiteiten; daar was een koopkrachtig publiek aanwezig dat de welspre- kendheid goed kon gebruiken. Het onderwijs van de sofisten gaf de rijke jeugd, die dit onderricht kon betalen, een extra voorsprong. De sofisten gaven niet alleen les in welsprekendheid, maar dachten ook na over staat en maatschappij, over de taal en over de normen voor het menselijk
143
Made with FlippingBook HTML5