Jan Pieter van Oudenhoven en Hanneke Grutterink - Vaardigheden voor het samenwerken in teams

Inleiding

zo efficiënt mogelijk moeten leren communiceren. Zowel individuele oefe- ningen als trainingen gericht op teams zullen daarom in dit boek aan bod komen. Bij het in dit boek gepresenteerde trainingsprogramma staan twee prin- cipes centraal. Het eerste is modeling ofwel imitatieleren, gebaseerd op de sociale leertheorie van Bandura (1986). Deze theorie stelt dat veel menselijk gedrag geleerd wordt door de gedragingen van anderen te observeren en te imiteren. Voor een trainingsprogramma betekent dit dat er na te bootsen gedrag voorgedaan wordt of op een video-opname te zien is; dat de cursis- ten het nieuwe gedrag oefenen, meestal in rollenspelen; en dat het aan te leren gedrag bekrachtigd wordt. Er worden bijvoorbeeld twee video-opna- mes getoond: één van een niet zo goede presentatie en een tweede van een presentatie die wel goed verliep. De kijkers kunnen er dan door kritisch te observeren zelf achter komen (individueel of door middel van discussie) aan welke criteria een presentatie moet voldoen. Aan de hand van deze criteria moeten zij dan zelf een presentatie voorbereiden en houden. De medecur- sisten geven reacties om het nieuwe gedrag al dan niet te bekrachtigen. Het videovoorbeeld van het goede betoog moet wel realistisch zijn. De afstand tussen model en cursisten mag niet te groot zijn. Bij het tweede principe – dat wij het oefening-bijsturingsprincipe zullen noemen – gaan cursisten te werk zoals zij dat uit zichzelf zouden doen, waar- bij ze uiteraard gebruik kunnen maken van de aanwijzingen die in dit boek staan. Ieder is dus zijn eigen model, maar ontvangt kritiek van de medecur- sisten, in het ideale geval hun teamgenoten, die afhankelijk van de te oefenen vaardigheid als publiek, medeonderhandelaars, klanten, ruziënde partijen of concurrenten optreden. Het oefening-bijsturingsprincipe heeft verschillende voordelen: ■■ Binnen een sociale vaardigheid zijn persoonlijk getinte stijlen mogelijk. Het is vaak beter een eigen stijl verder te ontwikkelen dan een model dat niet aanspreekt te moeten imiteren. ■■ De cursisten krijgen commentaar op hun eigen gedrag. Zij kunnen dus uitgaan van wat zij al beheersen en dat ontwikkelen, bijsturen of bijscha- ven. ■■ De cursisten moeten van tevoren bedenken hoe zij te werk zullen gaan en zij ervaren vervolgens direct en ter plekke hoe hun werkwijze uitpakt. Door die planning raken zij meer betrokken bij het trainingsprogramma en leren zij ook meer. ■■ De cursisten zijn voor hun feedback en hun oefenmogelijkheden afhan- kelijk van hun medecursisten. Dit betekent dat zij de hele tijd oefenen in samenwerken. Bij elke vorm van leren en zeker bij de hier genoemde varianten is het ont- vangen van goede feedback een noodzakelijke voorwaarde. Immers, bij mo-

17

Made with