Pauline Kuiper-Jong - Taaltempo Nederlands

werkt u in een supermarkt?

ja, ik werk in een supermarkt/ nee, ik werk niet in een supermarkt

is het een grote supermarkt? ja, het is een grote supermarkt/ nee, het is geen grote supermarkt is de supermarkt klein of groot? de supermarkt is klein/groot gaan jullie met de brommer of met de auto? we gaan met de auto/de brommer komen jullie uit Zwitserland? ja, we komen uit Zwitserland/ nee, (we komen niet uit Zwitserland,) we komen uit (.....) wil je met de trein of met het vliegtuig? ik wil met de trein/het vliegtuig en Marian? zij wil met de trein/het vliegtuig is Nederlands een moeilijke taal? ja, Nederlands is een moeilijke taal/nee, Nederlands is geen moeilijke taal is het een moeilijk boek? ja, het is een moeilijk boek/nee, het is geen moeilijk boek heb je les? ja, ik heb les/nee, ik heb geen les en Karel? hij heeft (geen) les zitten jullie op school? ja, we zitten op school/nee, we zitten niet op school

Oefening 4

persoonlijk voornaamwoord pers.vrnw.

je, zij, me, hem

A | 2,5 minuten

versta je me?

ik versta u/je wij willen eten

willen jullie eten?

en hij?

hij wil eten

neemt u?

ik neem ze neemt

en zij? hebt u?

ik heb

24

Made with FlippingBook - Online catalogs