Pauline Kuiper-Jong - Taaltempo Nederlands

3

oefening

is het droge wijn?

ja, het is droge wijn/nee, het is geen droge wijn ja, wij houden van vis/nee, wij houden niet van vis nee, ik heb geen trek in vis met suiker!/(…..) ja, ik heb honger/nee, ik heb geen honger ja, ik heb trek in een ijsje/nee, ik heb geen trek in een ijsje ja graag!/ja, lekker!/nee, dank je!/ (.....) ja, het feest is leuk/nee, het feest is niet leuk ja, het is een leuk feest/nee, het is geen leuk feest ja, het is een leuke film/nee, het is geen leuke film hij houdt (niet) van vis

houden jullie van vis?

en Christian?

heb je trek in vis met suiker?

heb je honger?

heb je trek in een ijsje?

wil je een ijsje?

is het feest leuk?

is het een leuk feest?

is het een leuke film?

wat is je beroep? gaat u rechtdoor?

ik ben verpleegster/(.....)

ja, ik ga rechtdoor/nee, (ik ga niet rechtdoor,) ik ga (.....) moeten we rechtsaf of linksaf? jullie moeten rechtsaf/linksaf heb je een fiets? ja, ik heb een fiets/nee, ik heb geen fiets ga je op de fiets? ja, ik ga op de fiets/nee, ik ga niet op de fiets gaan jullie met de trein of met het vliegtuig? we gaan met de trein/het vliegtuig en Irene? zij gaat met de trein/het vliegtuig kom je lopend of op de fiets? ik kom lopend/op de fiets gaat het meisje op de fiets naar school? ja, het meisje gaat op de fiets naar school/nee, het meisje gaat niet op de fiets naar school ga je naar de supermarkt? ja, ik ga naar de supermarkt/nee, ik ga niet naar de supermarkt

23

Made with FlippingBook - Online catalogs