Antoon van den Braembussche - Denken over kunst
heel wat terug te vinden. Waar mogelijk heb ik de historische ontwikkeling van de kunstfilosofie zo veel mogelijk gerespecteerd of toegelicht. Ook de indeling van het handboek draagt daarvan de sporen. Toch is de indeling op thematische gronden gebeurd, zoals al blijkt uit de hierboven gegeven samenvatting. Dit boek zou niet tot stand zijn gekomen zonder het sabbatsjaar dat mij voor het jaar 1993 werd toegekend. Ik bedank hiervoor het bestuur van de Faculteit der His torische en Kunstwetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De eerste generatie studenten van de studierichting Kunst- en Cultuurwetenschappen ben ik erkentelijk voor het enthousiasme waarmee zij op de colleges reageerden, die als aan loop hebben gediend tot het schrijven van dit boek. Van harte dank ik prof. dr. J. De Visscher, dra. B. Kester, drs. A. Dabrowski en mijn vrouw Arlette De Raedt voor de vele waardevolle suggesties. Mw. A. den Boer en Mw. H. Visser hebben de eerste hoofdstukken op tekstverwerker gezet. Ook zij hebben een niet geringe praktische bijdrage geleverd. Ten slotte betuig ik mijn dank aan mw. I. Langeveld, die als con tactpersoon fungeerde met uitgeverij Coutinho, voor de toewijding én het geduld bij de totstandkoming van dit boek. Dit boek draag ik op aan mijn moeder voor haar levenslange inzet en steun. Sinds het verschijnen van Denken over kunst is gebleken dat er een grote behoefte bestond aan een overzichtelijke en leesbare inleiding tot de kunstfilosofie. Het hand boek wordt nu wijd en zijd gebruikt, niet alleen aan universitaire opleidingen, maar ook in het onderricht aan kunstacademies en conservatoria. Omdat het boek uit drukkelijk bedoeld was om het vakgebied van de kunstfilosofie en esthetica meer ingang te doen vinden, ben ik zeer verheugd dat het zijn weg heeft gevonden in het onderwijs en zelfs bij de geïnteresseerde leek. Geen enkel boek is volmaakt. Uit recensies en contact met vakgenoten is gebleken dat het boek op enkele essentiële punten voor verbetering vatbaar was. Naast vele kleine correcties en aanvullingen, heb ik nu aan de tekst een nieuw hoofdstuk toe gevoegd over het fenomenologisch perspectief , waarin de inmiddels klassieke teksten over kunst van respectievelijk Heidegger en Merleau-Ponty ruim aan bod komen, verrijkt met een ‘atelier van de kunstenaar’, dat aan werk van Paul Cézanne is gewijd (hoofdstuk 9). Ook in het hoofdstuk over het poststructuralistisch perspectief heb ik enkele be langrijke veranderingen aangebracht. Twee vroegere paragrafen over Lyotard zijn nu vervangen door een tweetal nieuwe paragrafen, respectievelijk over de Kantiaanse wending en het sublieme. Aan de tekst over Derrida zijn een tweetal belangrijke pa ragrafen toegevoegd, respectievelijk over het differentiedenken en het parergon. Hier- Bij de derde druk
Made with FlippingBook Ebook Creator