Vaardig met vakinhoud - Dera, Gubbels,van der Loo & van Rijt
1.2 | Van een eentalig naar een meertalig verhaal
Deel 1 Algemene ontwikkelingen
om op die manier ‘taalgelijkheid’ en daarmee kansengelijkheid te creëren, werkt het tegenovergestelde in de hand. Zo’n focus leidt vaak tot minder taalgebruik in de eerste taal (Agirdag, 2010) en zet daarmee een rem op de taalvaardigheidsontwik keling in die taal. Bovendien ontneemt een eentalig model meertalige leerlingen de kans om juist ook via hun kennis van andere talen hun Nederlandse taalvaardigheid verder te ontwikkelen. Het goedbedoelde taalbad vergroot dus eerder de taal- en kansenongelijkheid dan dat het de kloof verkleint tussen leerlingen die van huis uit Nederlands spreken en leerlingen die opgroeien met een of meerdere andere talen. Niet alleen in het onderwijs maar ook in de bredere samenleving is sprake van een sterk eentalige ideologische norm die het Nederlands als heilige graal propa geert. Die norm is vaak impliciet, maar soms ook heel expliciet aanwezig (een voor beeld van het laatste is te zien in figuur 1.1). Het onderliggende denkpatroon is dat gebruik van een gemeenschappelijke taal, in de vorm van het dominante Ne derlands, voorwaardelijk is voor sociale cohesie en maatschappelijke participatie. Onvoldoende of beperkte kennis van die taal wordt gezien als gebrek aan loyaliteit aan en daarmee als bedreiging voor de dominante cultuur, inclusief de bijbehorende waarden en normen (Van Avermaet, 2021).
Figuur 1.1 Campagneposter gemeenteraadsverkiezingen 2014
Dat het Nederlands, als communicatiemiddel en lingua franca, een essentiële rol speelt in onze maatschappij, staat buiten kijf. En ook dat het belangrijk is om deze taal te leren. Maar wanneer we het Nederlands als enig mogelijk bindmiddel zien, creëren we een machtsongelijkheid tussen moedertaalsprekers van het Nederlands en sprekers van andere talen. We sluiten anderstalige groepen en individuen bui-
33
Made with FlippingBook - Online magazine maker