Vaardig met vakinhoud - Dera, Gubbels,van der Loo & van Rijt
1.2 | Van een eentalig naar een meertalig verhaal
Deel 1 Algemene ontwikkelingen
1.2.2 Taalachterstand of taalachterstelling? Een tweede misvatting is dat het hebben van een andere thuistaal leidt tot een ach terstand in de Nederlandse taalvaardigheid. Het is belangrijk eerst kritisch af te we gen wanneer de term ‘taalachterstand’ al dan niet passend is als we het hebben over kinderen die het Nederlands nog volop aan het verwerven zijn, zoals we toelichten in het kader hierna. Wanneer er bij meertalige leerlingen wel sprake is van taalach terstand, wordt hun meertalige achtergrond vaak als directe oorzaak van achterblij vende taalvaardigheidsscores aangemerkt (Van Avermaet, 2015). In werkelijkheid zijn het echter vooral sociaal-economische factoren die het lagere taalvaardigheids niveau veroorzaken, en niet zozeer de taalachtergrond zelf. Leerlingen met een taal achterstand groeien doorgaans op in een taalarme omgeving, vaak in gezinnen die laag op de sociale ladder staan. Het feit dat gezinnen met een migratieachtergrond vaker aan deze omschrijving voldoen dan gezinnen zonder migratieachtergrond, draagt eraan bij dat kinderen met een andere thuistaal relatief gezien vaker een taal achterstand hebben (Blom, 2019). In zo’n geval is het dus niet hun meertaligheid, maar juist het gebrek aan positieve stimulering van die (meer)taligheid (bijvoor beeld veel en divers taalaanbod, gelegenheid tot taalproductie, positieve bejegening van alle talen) die de taalachterstand veroorzaakt. Maar daarmee is het verhaal niet compleet. Wanneer de Nederlandse taalvaar digheid van meertalige leerlingen achterblijft, hoeft dat niet (alleen) te wijten te zijn aan de taalsituatie thuis. Ook de rol van ons onderwijssysteem is niet uit te vlakken. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat leraren impliciete vooroordelen hebben over anderstalige leerlingen die zich uiten in lagere verwachtingen van deze leerlingen (Pulinx et al., 2017). Deze lagere verwachtingen vertalen zich vervolgens in onder advisering en ‘taalachterstelling’; meertalige leerlingen krijgen bijvoorbeeld minder vaak het woord in de klas en ontvangen minder feedback op hun taalgebruik (Agir dag, 2020). Het feit dat het huidige Nederlandse (talen)onderwijs niet voldoende voortbouwt op de kennis van en in andere talen die meertalige leerlingen meebren gen (Van Beuningen & Polišenská, 2019), draagt ook bij aan deze taalachterstelling. De beschreven vooroordelen en systemische achterstelling hebben overigens niet alleen betrekking op leerlingen die opgroeien met een andere landstaal dan het Ne derlands, maar ook op dialectsprekers (Cornips et al., 2020). Meertalige taalontwikkeling Net als lopen leren kinderen ‘vanzelf’ praten. De omgeving vertrouwt erop dat het kind het kan en moedigt elke nieuwe stap positief aan. De taalontwikkeling duurt ongeveer vijf jaar en kent diverse stadia. Een kind dat vanaf de geboorte in het Ne derlands is opgevoed, kan op vijfjarige leeftijd een gesprek voeren waarin zij cor recte zinnen vormt en de klanken goed uitspreekt. Tegelijkertijd is het vertellen van
31
Made with FlippingBook - Online magazine maker