Praktische didactiek voor geïntegreerd zaakvakonderwijs_ De Bakker ea
2 • Opvattingen over geïntegreerd zaakvakonderwijs
Vaak genoemde nadelen van geïntegreerd onderwijs: 1 Geïntegreerd leren is erg complex voor leerlingen, omdat ze van alles tegelijk moeten doen. Vakken zijn letterlijk en figuurlijk ‘eenvoudiger’. 2 Het kan tot oppervlakkigheid leiden. 3 De aard van verschillende vakken zou integratie ingewikkeld maken. 4 Het vraagt meer van vakinhoudelijke kennis en vaardigheden van de leraar. 5 Het kan ervoor zorgen dat leerlingen onbewust leren. Dat kan nadelig zijn voor de toepasbaarheid van kennis. Dit laatste nadeel is voor het basisonderwijs niet altijd van toepassing, omdat met name in de onderbouw het onbewust leren (bijvoorbeeld spelend leren) een belangrijke rol speelt. Vakgeïntegreerd werken kan tot oppervlakkigheid leiden (punt 2) wanneer niet dui delijk is welke vakinhoudelijke doelen bereikt moeten worden en/of wanneer er niet voldoende wordt ingegaan op de vakinhoud. De leerkracht speelt daarbij dus een belangrijke rol: wanneer deze vooral ingaat op het proces (procesevaluatie) en er te weinig of geen aandacht is voor doelevaluatie, zal de aandacht voor de vakinhoud verzwakken en kan dit tot oppervlakkigheid leiden. Verschillen in de aard van de vakken maken het lastig om vakken te integreren (punt 3). De vakken verschillen zowel qua aard van de kennis als in manieren van redeneren (Van Boxtel et al., 2009). Als leerkracht moet je natuurlijk vakinhoudelijk goed onderlegd zijn, maar ge ïntegreerd werken vraagt wat dat betreft misschien nog wel meer van je (punt 4). Je moet binnen een thema onderscheiden welke specifieke vakinhouden naar voren kunnen komen. Daarvoor moet je niet alleen vakinhoudelijk goed op de hoogte zijn, maar ook genoeg weten van de leerlijnen van de verschillende vakken en de overlappingen daarin. Daarnaast zijn leerprocessen bij geïntegreerde thema’s wat minder vastomlijnd dan bij het onderwijs in losse vakken, met als gevolg dat leerlin gen een andere kant op kunnen gaan dan van tevoren bedacht is door de leerkracht. Dat vraagt dan weer de nodige (vakinhoudelijke) flexibiliteit. Het onbewuste leren dat bij punt 5 genoemd wordt, kan nadelig zijn voor het ontwikkelen van metacog nitie (wat heb ik geleerd, hoe heb ik geleerd en waarom) en daarmee ook voor de toepasbaarheid van kennis in andere contexten. Voor zowel de voor- als nadelen geldt dat deze niet in onderzoeken aangetoond zijn, maar dat het omgekeerde ook niet is bewezen. Als leerkracht zul je zelf dus goed moeten observeren en vaststellen hoe je aanpak uitwerkt en wat het effect ervan is op kennis-, vaardigheids- en houdingsniveau van je leerlingen.
30
Made with FlippingBook Ebook Creator