Praktische didactiek voor geïntegreerd zaakvakonderwijs_ De Bakker ea

2 • Opvattingen over geïntegreerd zaakvakonderwijs

In het voortgezet onderwijs wordt de noemer Mens &Maatschappij geregeld ge bruikt voor de integratie van vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, maatschap pijleer en/of economie. De term wetenschap & technologie wordt in het basisonder wijs veel gehanteerd voor de integratie van alle vakken waarbij een onderzoekende of ontwerpende manier van leren toegepast wordt. We vinden allerlei voorbeelden van vakintegratie voor een deel van het curricu lum, met daarnaast onderwijs in aparte vakken. Scholen kunnen om allerlei rede nen de keuze maken om geïntegreerd te werken, bijvoorbeeld vanuit pedagogische doelen of om organisatorische redenen zoals het beperken van vakken en lesuren (Tuithof et al., 2018). De literatuur wijst dus niet in één richting als het gaat om het gebruik van het begrip vakintegratie. In dit boek draait het om integratie van wat we de zaakvakken noe men, aangevuld met taal en rekenen. Zoals we in de inleiding al schreven hanteren wij als definitie van geïntegreerd zaakvakonderwijs : de manier van onderwijs ont werpen waarbij je de samenhang tussen de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek mobiliseert ten behoeve van het aanleren van bepaalde kennis- , vaardigheids- of attitudedoelen . Veranderingen en ontwikkelingen in het onderwijs zou je kunnen vergelijken met een golfbeweging. Steeds is er hernieuwde aandacht voor een bepaalde onderwijs kundige/pedagogische visie of aanpak. Dat geldt ook voor vakintegratie: vanaf begin twintigste eeuw zien we hiervoor steeds terugkerende aandacht. In deze paragraaf schetsen we de ontwikkeling van vakintegratie door de jaren heen. We beschrijven globaal de ontwikkelingen in het vakonderwijs en in een curriculum met meer sa menhang tussen de verschillende vakken. Streven naar een (meer) samenhangend onderwijsaanbod is niet nieuw. John De wey, een Amerikaanse pedagoog en filosoof, beschreef eind negentiende en begin twintigste eeuw al dat leerinhouden als samenhangende thema’s zouden moeten worden aangeboden (Berding, 2011). Het onderwijs zou moeten kiezen voor the ma’s die aansluiten bij de beleving, ervaring en interesses van het kind. Ook in Ne derland kwam rond die tijd kritiek op het klassikale onderwijs met verschillende losse vakken. In Nederland kwam deze kritiek vooral vanuit de visie van de Reform pedagogiek. De Reformpedagogen streefden naar een meer kindgericht onderwijs, waarin het kind centraal staat en niet de leerstof (Bakker et al., 2010). Als gevolg van deze kritieken werden ‘vernieuwende’ scholen opgericht. De jenaplan-, montes-

2.2 Opvattingen over vakintegratie door de jaren heen

26

Made with FlippingBook Ebook Creator