John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk
4.2 Kenmerken van psychische aandoeningen
ertoe geleid dat stigmatisering beschouwd wordt als de belangrijkste oorzaak van de lage participatiegraad van mensen met langdurige psychische problemen. In de samenleving is nog veel onbekendheid en nog veel onbegrip over ernstige psy- chische problemen. Angst voor agressie en onvoorspelbaar gedrag leidt ertoe dat men- sen afstand houden of het contact met iemand verbreken. Een verkeerde beeldvorming en de gevolgen van stigmatisering van mensen met ernstige psychische problematiek versterken processen van sociale en maatschappelijke uitsluiting. De gevoelens van een- zaamheid en isolement waarmee een psychische stoornis vaak gepaard gaat, worden versterkt door deze reële dreiging. Het is overigens niet zo dat alleen buiten de ggz wordt gestigmatiseerd. Binnen de ggz worden cliënten maar al te vaak door hun hulpverleners gestigmatiseerd, en veel cliënten zetten zichzelf nogal eens buitenspel als gevolg van onzekerheid, gebrek aan zelfvertrou- wen en een lage zelfwaardering (zelfstigmatisering). Uit onderzoek (Van Weeghel, Pijnenborg, Van ’t Veer & Kienhorst, 2016) blijkt dat vooral mensen die zelf niemand met een psychische aandoening kennen of nauwelijks contact met hen hebben geneigd zijn om hen af te wijzen. Vooral de laatste jaren is ook in Nederland onderzoek gedaan naar de houding van burgers ten aanzien van mensen met psychische aandoeningen. Daaruit blijkt dat Nederlanders psychiatrische cliënten eerder onvoorspelbaar dan gevaarlijk vinden. Psychiatrische patiënten als buurman/ buurvrouw of collega ziet meer dan de helft van de ondervraagden nog wel zitten, maar de acceptatie neemt af naarmate het contact intiemer wordt, bijvoorbeeld als vriend of vriendin. Zorgelijk is ook dat veel mensen met psychische aandoeningen aangeven dat zij op het gebied van werk, onderwijs en sociale relaties geen initiatieven meer nemen. Zij ver- wachten bij voorbaat al niet goed behandeld te worden, zelfs als zijzelf niet eerder met discriminatie op deze levensgebieden te maken hebben gehad (geanticipeerd stigma). Ook de media hebben een belangrijke verantwoordelijkheid voor het creëren van juiste beeldvorming van mensen met psychische aandoeningen. In de Wegwijzer Stigmabestrijding in de ggz (Kenniscentrum Phrenos, 2014a) en op de website van Kenniscentrum Phrenos kun je meer informatie over dit onderwerp vinden. Feiten en cijfers Uit psychiatrisch-epidemiologisch onderzoek blijkt dat er in Nederland relatief veel mensen met psychische stoornissen zijn (Veerbeek, Knispel & Nuijen, 2015). In totaal heeft 43,5 procent van de volwassen Nederlandse bevolking ooit een psychische stoornis gehad. Op jaarbasis heeft bijna een vijfde van de volwassenen een psychische stoornis. Daarbij gaat het voor een aanzienlijk deel (circa een derde) om verslavingsproblema- tiek (vooral alcoholverslaving), dat in deze onderzoeken ook als een psychische stoornis wordt gezien (zie hoofdstuk 5). Verder gaat het in belangrijke mate om stemmings- en angststoornissen, waarvan de ernst sterk kan variëren. Een op de vijf volwassenen heeft ooit in het leven zo’n stoornis gehad.
87
Made with FlippingBook - Online magazine maker