John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk
2 Kinderen, jongeren en hun ouders
Thuis genoemd). Op verzoek van het Veilig Thuis kan de Raad voor de Kinderbescher- ming onderzoeken of een jeugdbeschermingsmaatregel nodig is. Zo’n maatregel kan be- staan uit een zogenoemde ondertoezichtstelling (OTS), waarbij de ouders het wettelijk gezag over hun kind behouden maar beperkt worden bij het nemen van belangrijke be- slissingen omtrent het kind. Het kind kan thuis blijven wonen, maar ook (tijdelijk) in een pleeggezin of in een tehuis worden geplaatst. Een jeugdbeschermingsmaatregel kan ook een voogdijmaatregel inhouden, waarmee ouders voor onbepaalde tijd uit de ouderlijke macht worden gezet. De ouders hebben dan niets meer over het kind te zeggen, een ander – de voogd die door de Raad wordt aangewezen – krijgt het gezag over het kind. Dat kan nodig zijn als ouders niet in staat zijn hun kind op te voeden, bijvoorbeeld door verslaving, detentie of langdurig verblijf in het buitenland. Kinderen of jongeren kunnen in de fout gaan en strafbare feiten plegen. Vaak is dat een signaal dat er iets mis is in hun opvoedsituatie en moet voorkomen worden dat het van kwaad tot erger komt. Preventie is dan van primair belang. Vaak helpt een HALT-maatregel of een werk- en leerstraf, waarbij jongeren als straf verschillende werk- zaamheden moeten verrichten. Als een jongere een ernstig strafbaar feit pleegt en door de politie wordt aangehou- den, komt hij of zij in de jeugdstrafrechtketen terecht. Die keten bestaat uit politie, kin- derrechter en eventueel een justitiële jeugdinrichting (‘jeugdbajes’). De jeugdreclassering begeleidt jongeren tussen twaalf en achttien jaar die met justitie in aanraking zijn geko- men, met intensieve hulp en controle op hun gedrag. Het doel daarvan is te voorkomen dat de jongere opnieuw de fout in gaat. De rol van sociaal werkers In de jeugdbescherming en de reclassering zijn sociaal werkers actief in uiteenlopende functies. Een van de kerntaken van de Raad voor de Kinderbescherming is het verrichten van onderzoek naar de leefsituatie van kinderen en jongeren en daarover advies uitbren- gen. Onderzoeksteams zijn altijd multidisciplinair; in zo’n team zit altijd een gedragsdes- kundige en ook bijna altijd een sociaal werker. In de jeugdreclassering kunnen sociaal werkers betrokken zijn bij de uitvoering van de reclasseringsmaatregel, bijvoorbeeld in de rol van begeleider of van casemanager die het reclasseringsproces bewaakt en alle nodige contacten daarbij onderhoudt. Door- gaans werken jeugdreclasseerders bij een jeugdhulpinstelling of bij de Raad voor de Kin- derbescherming. Van alle tijden? De maatschappelijke inzet voor de opvoeding en ontwikkeling van kinderen is bepaald niet van alle tijden. Onderwijs was er bijvoorbeeld eeuwenlang alleen voor kinderen uit de hoogste kringen. Kinderarbeid was in ons land tot ver in de negentiende eeuw de gewoonste zaak. De Franse filosoof Rousseau had in de achttiende eeuw weliswaar als eerste een boek over opvoeding geschreven ( Émile ou de l’éducation , 1762), maar het duurde nog een tijd voordat zijn verlichte ideeën brede steun kregen.
48
Made with FlippingBook - Online magazine maker