John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

2.3 Werken met de doelgroep in de praktijk

Voor de aanpak van min of meer ernstige problemen kunnen ouders en kinderen terecht bij een reeks van instellingen die variëren van algemene en direct toegankelijke voorzie- ningen tot gespecialiseerde voorzieningen waar je alleen na verwijzing terechtkunt. Die laatste noemen we de tweedelijns organisaties. Zodra er problemen ontstaan in de opvoeding of ontwikkeling van een kind, kan dat kind of kunnen diens ouders te maken krijgen met tal van andere voorzieningen, die kun- nen worden samengevat onder de noemers jeugdhulp, onderwijshulp, zorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking (LVB), jeugdbescherming en jeugdreclassering. Juist bij deze ‘takken van sport’ zijn (jeugd)sociaal werkers werkzaam. Daarom lichten we deze in dit hoofdstuk toe. Jason ‘O Jason, wat mooi!’ Als juf Nina aan Jason (5) een complimentje voor zijn mooie tekening wil geven en even zijn schouder aanraakt, duikt Jason in elkaar en kijkt haar geschrokken aan. Nina schrikt op haar beurt van die reactie. Het zet haar aan het denken. Ze gaat in haar geheugen andere, vergelijkbare situaties na en herinnert zich dat Jason de laatste tijd bijna alle vormen van lichamelijk contact mijdt. Alsof hij er bang voor geworden is. Na overleg in het schoolteam neemt Nina contact op met het sociaal wijkteam. Daar blijkt de moeder van Jason een bekende: de gescheiden moeder heeft schulden en is een tijdje onder psychiatrische behandeling geweest. Een schuldhulpverleenster helpt haar bij het oplossen van haar financiële problemen. De moeder heeft sinds kort een nieuwe vriend die bij haar en Jason woont. In het wijkteam is al eens eerder een signaal van de buren van het gezin besproken: die horen de moeder en haar vriend vaak schreeu- wen. Het lijkt of er vaak ruzies zijn. De nieuwe vriend is vermoedelijk alcoholist, want de schuldhulpverleenster weet te vertellen dat er sinds hij er woont, permanent kratten bier en tassen met lege flessen in de gang staan. De sociaal werker uit het wijkteam zal nagaan wat er over de vriend van moeder bekend is. De wijkagent zal nagaan of hij in het politie- systeem voorkomt – misschien heeft hij eerder een geweldsdelict gepleegd? Daarna zal een plan van aanpak worden besproken. Zo nodig: een melding bij Veilig Thuis. Jeugdhulp omvat verschillende vormen van – al dan niet gespecialiseerde – hulp aan kin- deren en ouders bij dreigende of bestaande opgroei- en opvoedproblemen. Sinds in 2015 de nieuwe Jeugdwet van kracht werd (waarover straks meer), vallen vrijwel alle voorzie- ningen voor jeugdhulp onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Die instellingen leveren hulp of zorg op het gebied van preventie, eerstelijns jeugdhulp en tweedelijns jeugdhulp. Deze drie gebieden van jeugdhulpverlening werken we hier verder uit.

41

Made with FlippingBook - Online magazine maker